AchtergrondFeatured

Håkon Kornstad: jazz en opera

Tijdens Operadagen Rotterdam zijn veel kunstenaars te horen die vanuit hun discipline een verbinding maken met opera of muziektheater. Een bijzondere gast op het festival is de Noor Håkon Kornstad, een gerenommeerd jazzmusicus die inmiddels een master in klassieke zang op zak heeft en reguliere operarollen zingt. Place de l’Opera sprak met hem.

(Foto: Erik Burås).
(Foto: Erik Burås).

De Noorse saxofonist en zanger Håkon Kornstad staat met zijn muziek en de keuzes die hij daarin maakte in zekere zin symbool voor de manier waarop Operadagen muziek en genres benadert. In een interview, net voor zijn optreden in Rotterdam, sprak hij over het bijzondere verhaal waarin die ene avond in New York in de Metropolitan Opera een bepalende rol speelt.

“Ik was in New York om even bij te komen na de opname van mijn tweede solo-cd met jazzimprovisaties. Een vriend nam me mee naar de Met. Ik was er ooit samen met mijn moeder geweest en in slaap gevallen bij Carmen, maar dat kwam door de jetlag. Ik dacht bij opera vooral aan de lucht van mottenballen en Chanel 5. We zagen in de Met Cavalleria Rusticana en Pagliacci. De tijdloosheid ervan, de grandeur en het feit dat de zangers de ruimte lieten trillen met alleen hun stem, het greep me enorm.”

Hij ging die week nog drie keer terug naar de Met en luisterde tussendoor snotterend naar opnamen van de oude operatenoren. Ik heb een nieuwe hobby, dacht Kornstad. Maar het zou veel meer worden. Hij wilde ook zo leren zingen.

Hoe het verhaal verder ging, vertelt Håkon Kornstad tijdens zijn optredens met veel humor. Hij kwam terecht bij een New Yorkse zangpedagoge, die hem – en dan doet hij een als Miss Piggy klinkende vrouw na – vroeg: welk repertoire kom je studeren? Waarop de zanger niet anders kon antwoorden dan dat hij nog geen reperoire had. “Ik was vorige week dinsdag in de Met en daar begon het pas.”

“We gingen oefenen en ze vertelde me precies wat ik moest doen. Dat was geweldig, want in de jazz vertelt niemand je dat.” Kornstad besloot zijn concerten af te zeggen en zich helemaal te storten op klassieke zang. “Mijn keuze voor de strak gereguleerde wereld van de klassieke zang voelde paradoxaal genoeg als een bevrijding.”

Na twee jaar schreef hij zich in, ruim in de dertig, als de oudste student ooit aan de operaopleiding op de Kunsthøgskolen in Oslo, waar hij vorig jaar zijn master afsloot.

In 2009 kwam er door die ervaring in New York ineens opera in je leven als jazzmusicus. Hoe kijk je daar nu, zes jaar later, op terug?
“Ik nam nogal wat risico, ook met het afzeggen van mijn jazzoptredens, om me op de vocale studie te concentreren. Maar het heeft me zo veel nieuwe ervaringen gebracht en een enorm gevoel van vrijheid gegeven. Ook saxofoon spelen werd leuker, omdat de combinatie van opera en jazz tot zoveel meer creativiteit leidde.

Na mijn optreden hier in Rotterdam zing ik in de kameropera Adam & Eve, tijdens het festival in Bergen, Noorwegen. Dat is een productie met veel anderen. Daarna kan ik weer genieten van mijn eigen zelfstandige bestaan als solo-jazzmusicus.”

“Ook als jazzmusicus sta ik, na alle training die ik als operazanger heb gehad, met veel meer zelfvertrouwen op het podium en ben minder bang voor het gebruik van dramatische middelen. Ik bedacht vandaag dat ik mijn solo-optreden, zoals dat vanavond plaatsvindt, verder zou kunnen ensceneren.”

Maar toch, je hebt gekozen voor de strengheid van de opera in plaats van de vrijheid van de jazz. Sommige klassieke zangers zouden daar jaloers op zijn.
“Misschien was ik té vrij. Zoals ik eerder al zei: door de klassieke zang kreeg ik weer meer vrijheid in mijn werk in de jazz. Toen ik opera ging doen, was ik al vijftien jaar actief geweest in de jazz. Ik wilde heel graag dat iemand me zou zeggen wat ik moest doen. Dat zocht ik indertijd in New York, maar ik wist toen niet dat het opera zou worden.

Inmiddels ben ik een getraind operazanger en heb ik een echt opera-cv. Kort geleden is het contract getekend voor Jevgeni Onjegin, waarin ik volgende seizoen de rol van Lenski ga zingen.”

Ben je even goed als operazanger als in de jazz?
“Nog niet, ik zit nog midden in mijn ontwikkeling als klassiek zanger. Het is zo onvergelijkbaar. In opera blijf je je hele leven werken aan je eigen geluid, zoeken naar nieuwe lagen. In de jazz kun je heel veel laten liggen en je eigen weg gaan, maar bij opera kan dat niet. Die hoge a’s en c’s moet je gewoon zingen.”

Je verhaal draait om grote, geënsceneerde opera. Speelt het lied een rol in je muzikale leven?
“Dat begint nu. Mijn stap in de opera begon met het grote drama en de grote producties, maar ik wil verder onderzoeken wat het liedrepertoire voor me betekent.”

Was eigenlijk meteen duidelijk dat je tenor zou worden?
“Oh nee, ik ben begonnen met baritonrollen. Ik had een wat donkere stem en eigenlijk heb ik dat ook nu nog als tenor. Maar met de hulp van mijn zangcoach in New York vond ik al gauw mijn hoogte. Toen besloten we daar op door te gaan.”

Als je je muzikale helden, of voorbeelden, uit de jazz en klassieke zang zou mogen combineren op één cd, wat zou je dan kiezen?
“’Ack Värmeland, du sköna’, dat Zweedse volksliedje verbindt mijn helden. Het werd met veel succes in de jaren ’30 gezongen door de legendarische tenor Jussi Björling. Saxofonist Stan Getz woonde in de jaren ’60 enige tijd in Stockholm en speelde het als eerste jazzmusicus als ‘Dear old Stockholm’. Het is later een echte jazzstandard geworden.”

De nieuwe cd 'Live in Sarajevo' (foto: Håkon Kornstad) .
De nieuwe cd ‘Live in Sarajevo’ (foto: Håkon Kornstad) .

Wat kunnen jazzmusici leren van de operawereld en omgekeerd?
“Jazzmusici kunnen leren hoe ze expressiever op het podium kunnen staan, een meer theatrale benadering van hun optreden. Dus niet, zoals Miles Davis deed, met je rug naar het publiek. Andersom vind ik het mooi als klassieke zangers de ruimte voor improvisatie in bijvoorbeeld een aria van Rossini zelf invullen in plaats van de uitgeschreven partijen. Juan Diego Flórez doet dat heel mooi.”

“Waar jazzmusici goed in zijn, is ondernemerschap, in zelf creëren, vooral op artistiek gebied. Ik zou het toejuichen als klassieke zangers zelf meer zouden gaan produceren, kleine opera’s bijvoorbeeld.”

Het is een klassieke slotvraag aan klassieke zangers: wat is je droomrol?
“Ik zou ooit graag Duca in Rigoletto zingen, dat is een hitparade van mooie stukken. Ik hoop over een paar jaar in staat te zijn die rol verantwoord, zonder overbelasting, te zingen. En wie weet, mogelijk lichtere Wagner-rollen in concertante uitvoeringen.”

Op YouTube staat de lezing die Håkon Kornstad als TEDx-talk in Oslo hield. Zijn nieuwe cd, Live in Sarajevo, is net verschenen. Meer informatie vindt u op de website van Håkon Kornstad.

 

Vorig artikel

Operadagen: Ronflonflon met Marthaler

Volgend artikel

Het operaconcert van het jaar

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.