Operarecensie

Le nozze di Figaro als fleurige sitcom

Met een derde Mozart-opera op rij startte het Orkest van de Achttiende Eeuw maandagavond een nieuwe tournee. Le nozze di Figaro leent zich, nog meer dan de Così fan tutte van twee jaar geleden, voor de lichte, schetsmatig geënsceneerde vorm van regisseur Jeroen Lopez Cardozo. Maestro Kenneth Montgomery onderschreef de lichtheid op het podium met zijn musici.

Scène uit Le nozze di Figaro (© Jan Hordijk).
Scène uit Le nozze di Figaro (© Jan Hordijk).

Het circusje streek neer in de Rotterdamse Doelen. Met die metafoor legde directeur Sieuwert Verster op de radio uit wat er gebeurt als zijn Orkest van de Achttiende Eeuw met de zangerscast tegen half acht transformeert van een verzameling individuen naar een heus operagezelschap.

Met relatief weinig tijd en weinig middelen is door regisseur Jeroen Lopez Cardozo een heel consistente voorstelling gemaakt, die op de verschillende tourneelocaties – veelal concertzalen, waaronder het Concertgebouw – zonder toneellijst en met weinig theatertechniek gespeeld moet kunnen worden.

Dat gaat wel lukken met dit orkest en deze cast. Kenneth Montgomery liet het orkest al in de ouverture huppeltjes maken over de noten van Mozart. Dat tempo en die lichtheid, die het orkest bij Beethoven achterwege laat, was ook op het podium van De Doelen volop aanwezig. Voor het orkest stond een zangerscast die was samengesteld op de manier zoals ook de ZaterdagMatinee dat doet: wel kleine rollen, geen kleine zangers.

Groot van stem, groots van podiumaanwezigheid en met een grote mate van bravoure opende Martijn Sanders de voorstelling. Hij was op een laat moment ingevlogen nadat André Morsch voor de avond moest afzeggen vanwege ziekte. Schijnbaar moeiteloos stapte Sanders in zijn rol, en liet het ‘Cinque… dieci…. venti’ klinken alsof hij daar uitgebreid op gerepeteerd had. Geen vragende blikken over de regie, geen partituur: Sanders zong en speelde op een manier die moet zijn ingegeven door grote ervaring en flink wat durf. En hij klonk fantastisch.

Hooguit, maar dat valt hem niet te verwijten, verschoof het stemmenpalet bij de mannen enigszins door de wissel. Sanders als Figaro kleurde wat donkerder dan zijn baas, de graaf, gezongen door Henk Neven. Die was het laatste jaar vooral als liedzanger in Rotterdam te horen, maar in zijn thuiswedstrijd met deze keer weer eens opera toonde Neven dat zijn kwaliteit ook daar ligt. Zijn aria ‘Hai gia vinta la causa’ ontwikkelde zich mooi van over elkaar buitelende gedachten over bedrog en hypocrisie naar slechtziende woede, weliswaar binnen de grenzen van de voor een graaf betamelijke emoties.

Figaro en Susanna vormden een mooi duo. Ilse Eerens, toch alweer zo’n tien jaar op de podia aanwezig, was afgezien van haar naam niet echt op mijn radar verschenen. Ten onrechte: vocaal en qua spel zette ze een Susanna neer in de beste Mozart-traditie, licht en kraakhelder.

Wat minder Mozartesk was de andere vrouwelijke hoofdrol. Kelebogile Besong heeft voor dit repertoire een forse stem, die uit een andere vocale monarchie stamt dan de rest van dit Almaviva-gezelschap. Maar haar aria ‘Dove sono i bei momenti’ was indrukwekkend.

En dan komen we bij het beste jongetje uit de klas: Rosanne van Sandwijk. Cherubino zal voor de mezzosopraan vocaal niet meer een hele grote uitdaging zijn. Dat gaf haar de ruimte voor gedetailleerd spel en een buitengewoon geestige aanwezigheid op het podium. En ook bij de haastige afgang van Cherubino deed ze al haar stunts zelf.

Scène uit Le nozze di Figaro (© Jan Hordijk).
Scène uit Le nozze di Figaro (© Jan Hordijk).

Geen kleine namen dus in de kleinere rollen. Roberta Alexander zong en speelde Marcelina met een vette knipoog, en dat deed Hubert Claessens ook als Bartolo en Antonio.

De regie was speels en zorgde voor veel beweging. Geen platte grappen, en een wat lichte, ironische toon in de productie, waarbij geen harde noten werden gekraakt over machtsverhoudingen tussen adel en volk. De verwikkelingen in het verhaal leidden tot een soort sitcom, die uiteindelijk goed afliep, met de drie stellen op het podium. Al beloofde de afstand tussen het adellijke echtpaar in het slotensemble niet veel goeds.

Het blijft lastig dat de grote Doelenzaal is gebouwd voor musici die stil zitten en dat deden de zangers weinig. Daardoor wisselde het volume vrij sterk en was de houding van de zanger soms (te) sterk bepalend voor haar of zijn geluid. Dat maakte met name de ensembles voor wat betreft het klankbeeld wat minder egaal dan je zou wensen. En dat licht, dat blijft behelpen.

Het decor bestond uit wat kleine elementen om een ruimte aan te duiden. Het zei “Gamma”, en dat had subtieler gemogen. Maar dan de kostuums van Aziz Bekkaoui: de jurken van de dames en de jacquetachtige pakken van de heren hielpen de zangers vermoedelijk bij het inleven en gaven het publiek veel te genieten.

De tournee van Le nozze di Figaro leidt tot 18 oktober langs een aantal steden in Nederland. Zie voor meer informatie de website van het Orkest van de Achttiende Eeuw.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Eva-Maria, Anna en Peter

Volgend artikel

Ollé maakt nieuwe Trovatore bij DNO

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

6Reacties

  1. John de Jong
    7 oktober 2015 at 19:56

    Ik verheug mij er op. De akoestiek van Vredenburg kan wel wat beweging aan, dus ik ben heel benieuwd.

  2. Elsofie Karel
    9 oktober 2015 at 17:03

    Een erg leuke productie.. Het orkest speelde fantastisch met veel vaart maar mooi genuanceerd, de zangers en zangeressen waren prima op dreef. Wij hebben in ieder geval erg genoten.

  3. Maarten-Jan Dongelmans
    9 oktober 2015 at 23:28

    Inderdaad, een juweel van een voorstelling. Ik heb hem vanavond gezien in de zojuist gerenoveerde Vereeniging in Nijmegen waar het Orkest van de Achttiende Eeuw met Le nozze di Figaro ruim 700 bezoekers trok.
    Prachtige zang, heerlijk acteren (binnen de mogelijkheden van de semi-geensceneerde opzet) en pittig orkestspel. En een flink wat humor. Geweldig om Roberta Alexander (Marcellina) en Ilse Eerens (Susanna) in hun ‘aanvaring’ mee te maken. En Henk Neven is natuurlijk een graaf uit duizenden. Lof ook voor de Cherubino van Rosanne van Sandwijk. Hopelijk besluiten Verster c.s. volgend seizoen weer met een vervolg te komen.

  4. Susan
    9 oktober 2015 at 23:34

    Puur genot wat ons vanavond in de Vereeniging werd voorgeschoteld!

  5. Annemieke Wielinga
    14 oktober 2015 at 14:02

    Inderdaad een hoog gamma gehalte…maar je gedachten gaan niet snel naar “waar hebben zie die leuke bloempotten vandaan?” Lekker vlot tempo, prachtige stemmen

  6. John de Jong
    18 oktober 2015 at 23:09

    Wat een heerlijke productie was dit. Zeldzaam goed. Mooie stemmen, goed geacteerd en met ontzettend veel speelplezier. Montgommery die vorig jaar in Beethoven-programma’s wat tegenviel, nam enorm revanche. Jammer dat de reeks voorbij is. Ik had nog wel een keer willen gaan.

    Ik kijk uit naar het vervolg.