BuitenlandFeaturedOperarecensie

Zinderende Armida bij Opera Vlaanderen

Na in recente seizoenen de ‘opere serie’ Semiramide en Otello van Rossini geprogrammeerd te hebben, brengt Opera Vlaanderen nu Rossini’s opera Armida. Het regieconcept slaat de plank mis, maar dit wordt muzikaal ruimschoots gecompenseerd door de zinderende prestaties van solisten en orkest.

Scène uit Armida bij Opera Vlaanderen (© Annemie Augustijns).
Scène uit Armida bij Opera Vlaanderen (© Annemie Augustijns).

Het vraagt lef van een operahuis om Rossini’s Armida te programmeren. De hoofdrol, die van de tovenares Armida, is een hondsmoeilijke partij. Rossini schreef het speciaal voor zijn geliefde, de sterzangeres Isabella Colbran, die naar verluidt een donker getimbreerde stem had waarmee ze ontzettend diep de laagte in kon, maar waarmee ze ook de hoogste noten in het sopraanbereik kon laten klinken. Het casten van een zangeres die deze rol kan behappen, is een behoorlijke uitdaging.

Voor het uitvoeren van de opera zijn verder minstens drie tenoren nodig om de vijf tenorrollen (door middel van dubbelrollen) te bezetten. Nu zijn tenoren al relatief dun gezaaid, maar om als operahuis met beperkte financiële middelen drie tenoren te vinden die zowel de lange zanglijnen als de vocale acrobatiek van Rossini goed aankunnen, is geen gemakkelijke opdracht.

Opera Vlaanderen schoot wat de bezetting betreft raak. De Spaanse sopraan Carmen Romeu, die eerder de rol van Desdemona in Rossini’s Otello bij het Vlaamse operagezelschap vertolkte, wist de rol van de verliefde tovenares met verve te vertolken. Zowel de lage als de hoge noten had ze in huis en de manier waarop ze haar stem inzette, vulde haar fysiek overrompelende acteerwerk perfect aan.

Wel vertoonde de sopraan, zeker in de eerste akte, wat intonatieproblemen. Pas via een ‘opstapje’ raakte ze hier en daar de juiste noot. Ook ontsnapte er bij het snelle coloratuurwerk soms hoorbaar veel adem, waardoor ze soms wat ‘hijgerig’ klonk.

De tenorrollen waren eveneens uitstekend bezet. Een absolute ontdekking was de Siciliaanse tenor Enea Scala als Rinaldo, de kruisridder die verliefd is op Armida, maar uiteindelijk toch kiest voor de militaire plicht en eer. Hij zong alsof de rol hem volstrekt geen moeite kostte en zijn stem contrasteerde mooi met die van de andere tenoren, door zijn ietwat donkerder timbre. Het kan haast niet anders dan dat deze zanger nog een mooie carrière te wachten staat.

Scène uit Armida bij Opera Vlaanderen (© Annemie Augustijns).
Scène uit Armida bij Opera Vlaanderen (© Annemie Augustijns).

De Amerikaanse tenor Robert McPherson deed absoluut niet voor Scala onder en wist als Gernando, de jaloerse rivaal van Rinaldo die in de eerste akte omgebracht wordt, en Ubaldo, één van de kruisridders die Rinaldo uit Armida’s armen haalt, met zijn relatief lichte timbre te schitteren. Het duel tussen Rinaldo en Gernando in de eerste akte was een feest van tenoren die elkaar niet alleen met wapens, maar ook met klinkende hoge noten te lijf gingen.

In vergelijking met deze twee tenoren klonk Dario Schmunck als legerleider Goffredo en kruisvaarder Carlo wat geknepen. In het trio van de drie tenoren in de derde akte viel hij vaak weg naast zijn twee collega’s.

De overige kleinere rollen waren prima bezet met jonge zangers van het talentenprogramma van Opera Vlaanderen: de bas Leonard Bernad (Idraote/Astarotte) en tenor Adam Smith (Eustazio). Het koor van Opera Vlaanderen presteerde eveneens op uitstekend niveau.

De sleutel tot het muzikale succes van deze voorstelling lag echter in handen van de bijna 88-jarige Rossini-veteraan Alberto Zedda, die zijn hele carrière aan de componist heeft gewijd. In zijn handen kwam het drama echt tot leven en werd duidelijk dat Rossini zijn tijd in het gebruik van het orkest als dramatisch middel ver vooruit kon zijn.

Zodra zangers en orkest iets uit de pas dreigden te lopen, wist Zedda beide partijen snel bij elkaar te brengen. Een uitzonderlijke dynamische en energieke prestatie van een dirigent die bij het applaus toch echt een kleine bejaarde man blijkt te zijn.

Scène uit Armida bij Opera Vlaanderen (© Annemie Augustijns).
Scène uit Armida bij Opera Vlaanderen (© Annemie Augustijns).

De regie van Mariame Clément kan naar twee maatstaven beoordeeld worden: die van de personenregie en die van het regieconcept. De personenregie was van hoog niveau. Er was duidelijk goed met de solisten aan hun acteerwerk, onderlinge verhoudingen en rolbeleving gewerkt. Clément liet zien dat een belcanto-opera, gekenmerkt door vele statische momenten, wel degelijk spannend te regisseren valt.

Met het concept van haar regie sloeg Clément naar mijn mening de plank echter volledig mis. Ze trachtte een link te leggen tussen de masculiene opvliegendheid en hang naar roem van de middeleeuwse kruisridders en dezelfde neigingen bij sporters en sportliefhebbers van nu. De eerste akte speelde zich dan ook af op een atletiekbaan.

Het was nogal bevreemdend om historisch gekostumeerde ridders zich plots om te zien kleden als voetballers en vol begeerte te zien kijken naar een kampioensbokaal. Tevens voegde het niets toe aan de zeggingskracht van de opera. Dat Rinaldo zijn ‘mannelijke’ kant van roemzuchtige ridder verruilt voor een ‘feminien’ zwelgen in het liefdesparadijs van Armida alvorens toch weer tot het martiale, ‘mannelijke’ leven terug te keren, is ook zonder de overbodige toevoeging van de atletiekbaan duidelijk genoeg. Gelukkig was dit concept niet zodanig storend dat er niet ‘doorheen’ gekeken kon worden.

Er zijn nog voldoende ‘opere serie’ van Rossini die zelden opgevoerd worden. Het is te hopen dat Opera Vlaanderen haar reeks zal vervolgen en de volgende ‘opera seria’ al aan het plannen is.

Armida is nog te zien op 1 en 4 december in de Opera Gent. Zie voor meer informatie de website van Opera Vlaanderen.

Vorig artikel

Beekman op z'n best in het Franse lied

Volgend artikel

In memoriam Luc Bondy (1948-2015)

De auteur

Laura Roling

Laura Roling

4Reacties

  1. Spencer
    30 november 2015 at 13:12

    Mijn favoriete opera! Hopelijk een keer in Nederland.

  2. Annelyn
    30 november 2015 at 14:27

    Ikzelf ging op 22 november. Ik vond de tenor Enea Scala echt fantastisch!

  3. eric Danneels
    1 december 2015 at 14:06

    Ben positief verrast dat jullie magazine dit bespreekt.Was ook op matinee 22november.Carmen Romeu/Armida is zo een van die stemmen die een beetje op gang dienen te komen, zeker in een matinee. Klopt dus niet, want Enea Scala/Rinaldo had daar géén problemen mee. De regie is gewoon afschuwelijk van Marianne Clément ondanks toelichting in programmaboek.Wel een schitterend “kitsch” tweede bedrijf…Haar Giascone, Agrippina en Viaggo à Reims, waren stukken beter. De magie van de “maestro”: hier Alberto Zedda dus.Kwam inderdaad groeten als een oude kabouter… Wij hadden toen al schitterende solo’s meegemaakt: viool, hoorn,fagot,fluit…… Het ganse Rossini repertoire dus…. Het orkest van de Vlaamse Opera is de Wiener Philharmoniker niet……. Maar het blijft toch schitterend als een dirigent er het kan uithalen

  4. Mauricio
    2 december 2015 at 14:20

    Beste Spencer,
    De ZaterdagMatinee heeft reeds in 1988 een concertante Armida in het Concertgebouw gepresenteerd gedirigeerd door Claudio Scimone. Solisten waren o.m. Nelly Miricioù, Bruce Ford, Rául Giménez en Wout Oosterkamp.
    Op Youtube zijn nog altijd fragmenten van dit concert te zien/horen.