FeaturedOperarecensie

Mattei en Mikolaj sieren Brahms’ requiem

Hoewel Brahms’ requiem gedragen wordt door de inbreng van koor en orkest, waren het gisteren tijdens het AVROTROS Vrijdagconcert de solisten Peter Mattei en Aga Mikolaj die voor de meeste verrukking zorgden. Hulde voor hun prachtige optredens.

Aga Mikolaj. (© Wernicke)
Aga Mikolaj. (© Wernicke)

Voor aanvang is er even paniek. Voor Ein deutsches Requiem van Brahms is Peter Mattei aangekondigd als solist, maar op de website van TivoliVredenburg staat een andere bariton genoemd. Heeft Mattei afgezegd? Is hij ziek? Vervangen? Nee, we hebben geluk vanavond, want hij verschijnt gewoon ten tonele.

Het Radio Filharmonisch Orkest brengt samen met het Groot Omroepkoor onder leiding van Edo de Waart een klassiek programma, met een Beethoven-ouverture en een recente opdrachtcompositie voor het Concertgebouworkest van Willem Jeths. En als hoogtepunt natuurlijk het requiem.

Brahms deed maar liefst zeven jaar over het schrijven van zijn Duitse dodenmis, tot componeren aangezet door de dood van Robert Schumann in 1856 en de dood van zijn moeder in 1865. Na die laatste gebeurtenis voegde hij nog een extra deel toe, het huidige vijfde deel (met sopraansolo), hoewel de eerste uitvoeringen al hadden plaatsgevonden.

Brahms’ requiem is geen treurmis. In plaats van op de dood ligt het accent op troost en verlossing. Brahms nam de dogmatische christelijke teksten en hun volgorde met enige vrijheid en koos voor een ‘aards’ requiem.

Opvallend is de symmetrische indeling. Het eerste en zevende deel vieren met vergelijkbare klankkleuren het leven op aarde en het voortbestaan in de hemel. In het midden figureert het vierde deel, een berceuse, als kantelpassage tussen de tragiek van het aardse lijden en de rust van de dood. En waar het tweede deel (‘Den alles Fleisch’) donkere climaxen kent, zijn die in het zesde deel triomfantelijk.

In deze uitvoering van het requiem zet het Radio Filharmonisch subtiel in. Er moet nog even naar de juiste spanning gezocht worden, maar vanaf het tweede deel vindt het orkest een mooie, ingetogen klankkleur. ‘Den alles Fleisch’ is tragisch en indringend, begeleid door de kenmerkende langzame tromslagen in de climaxen.

Peter Mattei. (© Håkan Flank)
Peter Mattei. (© Håkan Flank)

De rest van het concert speelt het Radio Filharmonisch goed, maar ook wat afgemeten. Van deze bezetting, en met name van Edo de Waart, zou je meer theater verwachten, meer opera. De Waart heeft zijn sporen als operadirigent ruimschoots verdiend. Met dat in ogenschouw is het orkest vanavond nogal mat en zakelijk. De Waart zelf mag ook wat meer vuur tonen wanneer het orkest dat nodig heeft, zoals bijvoorbeeld in de fuga’s aan het einde van het derde en zesde deel. Deze klinken bijna plichtmatig, waarbij De Waarts lage tempo niet meehelpt.

Het Groot Omroepkoor zingt met vuur, hoewel niet helemaal trefzeker qua intonatie, vooral in de hoogte. De lyrische verklanking van troost en hemelse verlossing weet het koor wel mooi te vinden. Een absoluut hoogtepunt is de opbouw naar de climax van het zesde deel (‘Der Tod ist verschlungen in den Sieg’). De hemelpoorten gaan open, waarbij het koor voortdurend verstaanbaar blijft. Goed gedaan! Het is dan ook een schitterende passage. Als Brahms in zijn hele carrière alleen dat zesde deel zou hebben geschreven, zou hij nog steeds thuishoren in het rijtje van de drie B’s (met Bach en Beethoven).

Hoogtepunten van de avond zijn de solisten: bariton Peter Mattei en sopraan Aga Mikolaj. Mattei maakt vanaf zijn allereerste noot in het derde deel indruk. Hij combineert een verrukkelijk volle en kraakheldere stem met een geweldige inleving. Mattei heeft zich de laatste tijd als een muzikale duizendpoot neergezet, die niet alleen een plaat met Sinatra-liedjes kan opnemen, maar recentelijk ook een verrassende Wolfram neerzette in Tannhäuser bij de Metropolitan Opera. Het derde deel duurt eigenlijk te kort. Als Brahms had geweten dat Mattei de baritonpartij zou zingen, zou hij het deel langer hebben gemaakt.

Mikolaj, die de laatste jaren een carrière opbouwde als Wagner-soliste, zingt in het vijfde deel zeer overtuigend: ze heeft een heerlijk omfloerst stemgeluid en kan prachtig zacht en subtiel zingen in het hoge register. Ze kleurt daarmee uitstekend bij het koor en het orkest, en werkt duidelijk met hen samen in plaats van dat ze volgzaamheid afdwingt.

Dit concert werd live uitgezonden op Radio 4 en is daar nog terug te luisteren. Het wordt nogmaals uitgevoerd in het Concertgebouw op zondag 24 februari.

Vorig artikel

Bayreuther Festspiele start kaartverkoop

Volgend artikel

Opera Zuid zet Loesje strakker in de lak

De auteur

Yourai Mol

Yourai Mol