FeaturedOperarecensie

Werner Güra: zanger met allure

In de zaal Hertz in het Utrechtse TivoliVredenburg brachten de Duitse tenor Werner Güra en zijn begeleider Christoph Berner vrijdagavond een romantische liederenavond met liederen van Clara en Robert Schumann en Brahms. De gedragen liederen hadden de meeste overtuigingskracht.

Werner Güra. (© Marco Borggreve)
Werner Güra. (© Marco Borggreve)

Hoog in TivoliVredenburg bevindt zich kamermuziekzaal Hertz. Om daar te komen, moet je zes trappen op – of met de lift. Dit muziekgebouw uit 2014 is een hele beleving. Het is een kantoorgebouw, een beetje kalig qua uitstraling en comfort, maar met concertzalen op verschillende etages en een weids uitzicht over levendig Utrecht. Hertz beschikt over een kersenhouten interieur en goede akoestische condities. De rijen naar het podium lopen steil af en geven het idee van een compacte zaal. Maar door de hoogte en de balkons is het per saldo een enorme zaal.

In 1840 schreef componist Robert Schumann (1810-1856) een ongelooflijke stroom aan liederen; ongeveer 150. En dat herhaalde hij tien jaar later, in 1850. Uit die twee productieve componeerjaren koos Werner Güra afgelopen vrijdag liederen uit Fünf Lieder opus 127 en na de pauze 12 Lieder nach Justinus Kerner opus 35. Hij zong ook vier liederen van Roberts vrouw Clara Schumann (1819-1896) en de Deutsche Volkslieder van Johannes Brahms (1833-1897).

Werner Güra (1974) is met zijn grijze haren, smalle bril en ruim zittend pak niet echt een uitgesproken verschijning. Het is zijn hoge en brede tenorstem die alle aandacht trekt. Al jaren vormt hij een uitstekend span met zijn begeleider Christoph Berner (1971). Güra is met zijn warme timbre en spaarzame gebruik van lichaamstaal een boeiende verhalenverteller. Hij zingt de liederen met grote overtuiging. Een zanger met allure.

In de eerste liederen van Robert Schumann liet de tenor gelijk zijn grote kunnen horen. Toch vond ik pas in het vierde lied – ‘Mein altes Ross’, een lied vol zelfreflectie – verhaal en piano optimaal in muzikaal evenwicht. Daarvoor leek het erop dat de zanger zijn plek moest vinden. Ontroerend en meeslepend klonk een zin als: “Auf der Lippe den letztend Kuss.” Heerlijk.

Güra zong soms met tekstboek en soms uit het hoofd. Dit werkte door op zijn presentatie. Een liefdesverdrietig lied als ‘Schwesterlein’ van Brahms klonk innemend, maar niet spannend. Pas op het eind, in het wonderschone gedragen ‘Da unten im Tale’, kwam meer emotie tevoorschijn. Güra kwam los van de tekst en maakte van dit bitterzoete liefdeslied een hoogtepunt, klein in gebaren en fraai lang uitgesponnen.

Robert Schumann was een geëmancipeerde man, die zijn vrouw Clara steunde in haar werk als talentvolle pianiste en componiste. Gelukkig maar: de liederen die zij componeerde, zijn inderdaad prachtig. Betoverend zong Güra ‘Geheimes Flüstern’, een ode aan het bos, waarin hij de hoge passages zonder moeite ten gehore bracht. Heel gepassioneerd, evenwichtig met een stevig klinkende piano klonk het veelzeggende ‘Er ist gekommen in Sturm und Regen’.

De romantici kwamen op deze liederenavond optimaal aan hun trekken. In de serie van Justinus Kerner van Robert Schumann sprong vooral het lied ‘Stille Liebe’ eruit. Geweldig klonken al die strofen vol liefdesverlangen. En nog meer liefdespijn klonk in ‘Stille Tränen’. Güra blonk uit in dit werk. Hij zong vrij, voluit en met krachtige frasering.

Met het lied ‘Alte Leute’, vol zeggingskracht en bijna meditatief pianospel, werd afgesloten. Een weemoedig lied, waarin een engel je verwelkomt in het hiernamaals. Een berustend einde dat hemels klonk.

Vorig artikel

In a Landscape pakt het publiek

Volgend artikel

Bruisende barok in Amore Siciliano

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.