FeaturedOperarecensie

Andriessens Theatre is een wereldopera

Carré huisde afgelopen zaterdag de wereldpremière van de geënsceneerde versie van Theatre of the World, de nieuwe opera van Louis Andriessen. Enkele weken geleden waren er al twee uitvoeringen bij de Los Angeles Philharmonic, het orkest dat het werk coproduceerde met het Holland Festival. Komende week is Carré ‘the place to be’.

Lindsay Kesselman (A boy) en Leigh Melrose (Athanasius Kircher) in Theatre of the World. (© Ruth Walz)
Lindsay Kesselman (A boy) en Leigh Melrose (Athanasius Kircher) in Theatre of the World. (© Ruth Walz)

Met het gereis van cast en team naar Los Angeles voor slechts twee uitvoeringen heeft de vijfde opera van Louis Andriessen al een stevige ecologische footprint achtergelaten. Voor de voorstellingen in LA op 6 en 8 mei was een beperkte enscenering gemaakt, voor de voorstellingen in Amsterdam is de zaal van Koninklijk Theater Carré stevig verbouwd. De neoklassieke toneellijst werd verstopt achter zwart doek en op de parterre verdwenen de stoelen en verscheen een enorme schijf met een toren van Babel, een graf en kruipluikjes en trapjes.

Op en in dat decor speelt zich een reis af van Rome naar Babel, verder naar China en Egypte, om weer te eindigen in Rome. De geleerde Athanasius Kircher, aan het eind van zijn leven, wordt scherp ondervraagd door een jongen die zich in de loop van het verhaal in verschillende gedaantes zal vertonen, gekleed als Batman en eindigend met duivelshoorntjes, die naar zijn ware aard verwijzen. Onderweg treft Kircher zijn Amsterdamse uitgever Janssonius en paus Innocentius XI, met wie Kircher lichte intimiteiten bedrijft. Af en toe is er commentaar van Sor Juana (“de enige vrouw die mij waardig had kunnen zijn”).

Kircher was geleerde en fantast ineen, die al tijdens zijn leven ontmaskerd werd, maar aan wie lastig te ontkomen viel. Zoals hij zelf aan het eind van de opera stelt: “Men heeft gelachen om fouten in mijn boeken en toch meteen weer nieuwe besteld.”

Marcel Beekman (Pope Innozenzo XI) en Leigh Melrose (Athanasius Kircher) in Theatre of the World. (© Ruth Walz)
Marcel Beekman (Pope Innozenzo XI) en Leigh Melrose (Athanasius Kircher) in Theatre of the World. (© Ruth Walz)

In het libretto van Helmut Krausser is Kircher een felle, gepassioneerde man, die met grote intensiteit op zijn leven terugkijkt. Dat geldt ook voor de manier waarop bariton Leigh Melrose hem speelt en zingt. Zeker in de eerste scènes – waarin je als publiek soms letterlijk niet weet waar je moet kijken – zorgt Melrose voor focus en aandacht. De drukte op het podium en in de muziek vraagt veel aandacht van het publiek. Je wordt overladen met beeld, geluid en handelingen op het podium en daarachter, terwijl je ook nog de zijtitels wilt meelezen.

Niet alleen Leigh Melrose als Kircher, ook sopraan Lindsay Kesselman als ‘A boy’ – eerder in Amsterdam voor Einstein on the Beach – en vooral Marcel Beekman als paus Innocentius XI weten vocaal en met hun aanwezigheid de aandacht te vangen en in de drukte glorieus overeind te blijven. Beekmans paus doet denken aan de geestelijken in de film Roma van Fellini. De tenor zet zijn bijna hysterische geluid messcherp in en toont een indrukwekkende expressie, die hem tot de held van deze voorstelling maakt.

De ‘muze’ van Andriessen, de Italiaanse zangeres Cristina Zavalloni, zingt haar meeste bijdragen vanuit een kitscherige lijst op het achtertoneel. Tegen het einde staat ze op het podium, met een wat schurende vocale bijdrage.

Minder herkenbaar – op hoge zolen en verstopt in zijn kostuum – is Mattijs van de Woerd als Carnifex. Martijn Cornet en Nora Fischer vormen een overtuigend gepassioneerd liefdespaar, dat een korte maar fraaie scène zingt. Hun barokke stijl wordt bruut doorbroken door de bigbandgeluiden van de drie heksen, die commentaar geven op de liefdesscène.

De vormgeving van Theatre of the World door de Quay Brothers zit vol vondsten en beweging. Op en achter het podium gebeurt veel meer dan je als toeschouwer kunt volgen. De animaties op een halfdoorzichtig doek zullen niet vanuit elke stoel in de zaal goed te zien zijn.

Scène uit Theatre of the World. (© Ruth Walz)
Scène uit Theatre of the World. (© Ruth Walz)

Deze recensie moet natuurlijk ook gaan over de aanstichters van al die overweldigende beelden en klanken. De operawereld is leeftijdloos (zangers laten hun leeftijd doorgaans graag in het midden), maar dat geldt minder voor componisten en dirigenten. Componist Louis Andriessen werd een week geleden 77 jaar, dirigent Reinbert de Leeuw bereikte tien maanden eerder die gezegende leeftijd. Twee heren die in de kwaliteit en de ambitie van dit nieuwe werk wederom nieuwe wegen bewandelen. De aandacht en waardering voor alles wat jong talent heet, is terecht, maar wat Andriessen en De Leeuw in Theatre of the World doen, bewijst dat het oude talent nog lang niet op is.

De regie van Pierre Audi heeft een speelse blijmoedigheid en inventiviteit. De toon is minder abstract dan we van hem gewend zijn. Wellicht is de zorgeloos-eigenwijze benadering van de componist en de dirigent ook op hem overgeslagen. Net als bij de zangers, en acteur Steven van Watermeulen, toont Audi een gepassioneerde betrokkenheid bij de lawine aan muziek van Andriessen en de wonderlijke teksten van Helmut Krausser.

Theatre of the World is een amalgaam van muziek in alle soorten en maten, in een vormgeving die bijna uit zijn voegen barst. Dat alles wordt op een bijna brutale, ironische wijze op het podium geslingerd. Wie alleen de dik anderhalf uur van deze voorstelling ziet, kan al zeggen een geslaagd Holland Festival te hebben meegemaakt.

Theatre of the World is nog tot en met zondag 19 juni te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Opera in de media: week 24

Volgend artikel

Mythe en tovenarij in opera’s van Birtwistle

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

15Reacties

  1. Rudolph Duppen
    14 juni 2016 at 11:29

    Gisterenavond een schitterende voorstelling gezien van Theatre of the World. In ouderwetse Holland Festival sfeer in een zaal met toeschouwers in verwachtingsvolle spanning werd dit bijna twee uur durende spektakel opgevoerd.De muziek van Andriessen is kaleidoscopisch.Ik hoorde allerlei componisten en muziekgenres voorbij komen: Stravinsky (natuurlijk), Poulenc, Ravel, Weill en zelfs Andrew Lloyd Weber of was dat verbeelding.De musical, de tango, het gregoriaans, Zuidamerikaanse muziek en Italiaanse volksdeuntjes etc. Het was allemaal zeer goed gestructureerd en gedoceerd en dat gold ook voor het theatrale aspect.Voor een componist die naar eigen zeggen niet van opera houdt was het vaak zeer opera-achtig .Het liefdespaar deed me sterk denken aan het paartje uit Falstaff maar dan met een groteske saus overgoten.Voor een componist die niet van mimetisch muziektheater houdt was het opvallend dat de muziek vaak sterk mimetisch was. Was er sprake van iets kerkelijks dan hoorde je een orgel. Toen het nog kloppende hart uit het lichaam van Kirchner was gesneden en in de hand werd gehouden hoorde je in de muziek een pulserende beweging en er zijn meer voorbeelden te bedenken.Er waren ook wat minpuntjes. De projecties van de gebroeders Quay waren erg onscherp of was dat de bedoeling. De bijdrage van Cristina Zavalloni was muzikaal zwak. Andriessen doet zich zelf te kort door zijn keuze voor haar in plaats van een krachtige en overtuigende vrouwenstem.

    Ga er naar toe en oordeel zelf. Vandaag weer kaartjes te koop met 50% korting op LMTS.

  2. Rudolph Duppen
    14 juni 2016 at 13:14

    Nog even ter aanvulling. Als men zich wil voorbereiden op de voorstelling is de podcast over deze voorstelling op de site van DNO erg nuttig.

  3. Olivier Keegel
    18 juni 2016 at 14:19

    Muziek mooi?

  4. Rudolph Duppen
    18 juni 2016 at 15:24

    Olivier Keegel een goede en moeilijke vraag. De muziek is intens, boeiend en goed gestructureerd en omdat Andriessen gebruikt maakt van vaak bekende muziekgenres ook zeer herkenbaar.Maar mooi? Niet echt.Het groteske en mooie passen niet echt bij elkaar. In andere groteske opera’s zoals Life with Idiot van Schnittke of De Neus van Sjostakovitsj beluister ik ook niet veel moois maar het zijn toch boeiende opera’s en dat geldt b.v. ook voor Lulu en gedeeltelijk ook voor Wozzeck.

    In mijn eerdere commentaar zijn een aantal fouten geslopen. Het moet zijn Andrew Lloyd Webber en niet Kirchner maar Kircher. (S.E. et O.)

  5. Rudolph Duppen
    18 juni 2016 at 16:08

    Ik blijf aan de gang. Is een aantal fouten geslopen.

  6. Niek Idelenburg
    18 juni 2016 at 18:59

    Ook ik heb gekeken en geluisterd naar deze Kleren van de Keizer!
    Waarom deze opera maken? Waarom moet iemand met de statuur van Andriessen allerlei andere componisten citeren?

    Er zijn wel prangender zaken waarvan een actuele opera gemaakt zou mogen worden.
    Theatre of the world is een niet te volgen opera vehikel uit de jaren 70. Een bordkartonnen decor, lelijke kostuums en een onzin videomapping wandje.
    Jammer van die prachtige zangers en mooi ensemble.
    Zavolonni vind ik een nachtmerrie, wat een verschrikkelijke stem.
    Het is veelzeggend dat dit de muze van Andriessen is.

    Met een kaartje van 100 euro had ik nog steeds een heel matige plek met slecht geluid, maar dat terzijde.

    de Leeuw en Andriessen hebben, zeer terecht een grote staat van dienst. Ik luister graag naar de enthousiast makende verhalen van de Leeuw en ook naar de eerder gemaakte opera’s en composities van Andriessen, maar ik vind het inmiddels meer dan hun taak dat ze plaats moeten maken voor een nieuwe generatie.
    Ik overweeg serieus een notenkrakeractie!

  7. Rudolph Duppen
    19 juni 2016 at 12:57

    Ik had een kaartje gekocht met 50% korting (21 euro) en had een prachtige plaats hoog in de zaal met een prachtig overzicht en geluid. Omdat het geheel zich in de piste afspeelde was de akoestiek veel beter.Zoals ik al eerder schreef de muziek en het verhaal waren goed gestructureerd en daardoor goed te volgen. Ik had een zeer geslaagde avond.

    Een andere vraag is:zullen de werken van Andriessen de tand des tijds doorstaan? Of zal er met zijn werken het zelfde gebeuren als met de werken van Peter Schat? Zover ik weet nog nauwelijks gespeeld. Hoe verhouden zijn werken zich tot de werken van andere moderne opera componisten zoals George Benjamin, Thomas Adés, John Adams, Saariaho etc.? De tijd zal het leren.

  8. Bob Molenaar
    20 juni 2016 at 20:52

    Bakkum, 20 juni 2016.
    Geachte Heer Keegel,
    Nooit heb ik, als amateur-muziekliefhebber, de discussie over opera zo compakt zien samenvatten. ‘Muziek mooi?’ Ja, hoe vaak wordt het nog eens beluisterd, achterover zittend op de bank, bij de CD-speler. En daar gaat het toch om, naar mijn mening. Je zou je kunnen afvragen waarom zoveel componisten opera hebben laten liggen. Het lijkt erop dat ze alleen aan de slag gingen als het publiek erom vroeg. Commercieel gewin om het maar eens zo te noemen. Met muziek alleen heb je toch alles wat je nodig hebt.
    Nou ja, Heer Keegel, zo maar eens een woordje van dank voor Uw reacties in ons onvolprezen opera magazine.
    Bob Molenaar

  9. kersten
    21 juni 2016 at 10:13

    Gezien het aantal in opdracht geschreven in mijn oren bloedeloze opera`s, meneer Van der Meulen, vermoed ik dat er terecht heel wat ongeschreven opera`s zijn. In menig interview met gevestigde Nederlandse componisten heb ik moeten lezen: `Ik zou ook nog wel eens een keer een opera willen schrijven`. Ik denk dan altijd: als je een operabezetene was, er theaterbloed door je aderen kolkte, had je er al lang `in je vrije tijd` eentje geschreven of er tenminste schetsen van klaarliggen. Romantische opvatting van een door kennis ongehinderde simpele operaliefhebber?

  10. Rudolph Duppen
    21 juni 2016 at 15:08

    De meeste opera componisten schreven in opdracht van een vorst en later van een operahuis.Moderne opera componisten schrijven tegenwoordig in opdracht van meerdere, internationale culturele instellingen om de kosten te drukken.De meeste grote componisten hebben een opera of opera’s geschreven of hadden dat graag gedaan. Zelfs de passies van Bach zijn theatrale werken. In de symfonieën van Mahler hoor je de invloeden van de vele opera’s die hij heeft gedirigeerd.Voor de meeste componisten gold en geldt dat er brood op de plank moest en moet komen. Als men de correspondentie van Mozart. Richard Strauss of Stravinsky leest om zo maar wat componisten te noemen dan moet men al snel de romantische opvatting van de Grote Kunstenaar laten varen.De brieven gaan vrij vaak over geld. Over Wagner zullen we het maar niet hebben.

  11. Peter Franken
    21 juni 2016 at 15:20

    Als bestuurslid van het Wagnergenootschap Nederland kan ik het niet nalaten te reageren op de opmerking over Wagner.
    Voor zover bekend heeft Wagner al zijn (13) opera’s uit eigen beweging geschreven, nooit in opdracht. Omdat daarmee veel ‘vrije tijd’ was gemoeid teerde hij grotendeels op het geld van anderen. Niettemin voldoet hij wel aan het romantische beeld dat Kersten schetst van de operabezeten kunstenaar.

  12. Rudolph Duppen
    21 juni 2016 at 17:05

    Mijn laatste opmerking over Wagner gold zijn financiële problemen en zijn brieven daarover. Gelukkig had hij Ludwig II van Beieren.

  13. Maarten-Jan Dongelmans
    21 juni 2016 at 23:00

    @Rudolph: en gelukkig ook de kapitaalkrachtige Otto Wesendonck. Hier was het voordeel voor Wagner zelfs tweezijdig: geld en liefde (Wagner liet zich betalen door de rijke koopman en vrijde met diens echtgenote Mathilde).

  14. Rudolph Duppen
    22 juni 2016 at 10:17

    @Maarten-Jan: Inderdaad. Het heeft wel prachtige liederen opgeleverd.Het moet ook wel zuur voor Wagner zijn geweest om te zien dat één van de rijkste mannen van Europa (Giacomo Meyerbeer) een opera componist was.

  15. Maarten-Jan Dongelmans
    22 juni 2016 at 10:20

    Inderdaad, en ze hebben elkaar slechts één keer ontmoet …