FeaturedLezersrecensieOperarecensie

Haveman imponeert bij Het Nationale Ballet

Na haar spectaculaire invalbeurten bij De Nationale Opera in 2007 (voor Charlotte Margiono in Tannhäuser) en 2010 (voor Emily Magee in Les vêpres siciliennes) was Barbara Haveman niet meer op het Amsterdamse podium te zien. Dat grote gemis maakte ze de afgelopen weken meer dan goed met een fantastisch debuut bij Het Nationale Ballet in Hollandse Meesters.

Barbara Haveman. (© www.barbarahaveman.com)
Barbara Haveman. (© www.barbarahaveman.com)

Met Hollandse Meesters eerde Het Nationale Ballet (HNB) choreograaf, beeldend kunstenaar, decorontwerper en kostuumontwerper Toer van Schayk. Hij is al ruim vijftig jaar werkzaam voor HNB en werd in september 80 jaar. Hollandse Meesters combineerde het Requiem van Van Schayk met onder meer Adagio Hammerklavier van Hans van Manen en de Vier letzte Lieder van Richard Strauss in een choreografie van Rudi van Dantzig.

Barbara Haveman soleerde in de Strauss-liederen en voegde zich daarmee in een rijtje van grote solisten als Roberta Alexander, Miranda van Kralingen en Kelly God, die het ballet van Van Dantzig uit 1977 eerder live begeleidden. Van Kralingen stond destijds nogal eenzaam aan de zijkant van het podium. In deze reprise maakte Haveman letterlijk onderdeel uit van het orkest, tussen de strijkers in de orkestbak, op een verhoginkje. Dat was een briljante ingreep, want toen Haveman begon te zingen, klonk ze als één van de instrumenten uit het orkest, wat een prachtig effect in de zaal had.

Haveman zong de liederen uit haar hoofd, ondersteund door af en toe een wijds gebaar, waarmee ze haar klank de lucht in leek te sturen. Haar lyrische sopraan klinkt inmiddels doorleefder en heeft de volheid, de kleuren en de draagkracht die deze liederen nodig hebben. Tegelijkertijd was Havemans interpretatie nog steeds opvallend lyrisch van opvatting, meer gericht op de prachtig lijnen van Strauss en de kleuren in het orkest dan op het overdreven aanzetten van iedere letter van de tekst.

Haveman maakte met deze natuurlijke benadering een diepe indruk, vooral in het laatste lied, ‘Im Abendrot’, toen eerst haar stem verstomde, gevolgd door de andere instrumenten in het orkest.

Het subtiel spelende Balletorkest onder leiding van Matthew Rowe vormde één geheel met de zangeres. De vioolsolo door concertmeester Hebe Mensinga in ‘Beim Schlafengehen’ was een hoogtepunt.

Na afloop begaf de elegante Haveman zich tussen de dansers op het podium en werd daar luid toegejuicht. Een fantastische uitvoering door een zangeres die we na deze keer hopelijk wat sneller in Amsterdam terugzien.

Dit is een ingezonden recensie van Place de l’Opera-lezer Remko Jas.

Vorig artikel

Morsch en Ferschtman geven Frans recital

Volgend artikel

European Opera Academy geopend

De auteur

Lezer

Lezer

6Reacties

  1. 27 september 2016 at 10:18

    Ja zeker te hopen dat ze snel terug komt prachtige stem, zonde zo weinig hier

  2. Rudolph Duppen
    27 september 2016 at 12:15

    Ze zong inderdaad prachtig.Haar stem versmolt met de orkestklank. Hopelijk is Barbara Haveman gauw weer in Nederland te horen.

  3. theo laceulle
    27 september 2016 at 15:51

    Helemaal mee eens.
    En, Remko Jas, wat vnd je van de uitvoering van het Requiem, met vier vooraanstande Nederlandse vocale solisten (Machteld Baumans, Helena Rasker, Marcel Reijans en Frans Fiselier) en het Toonkunstkoor Amsterdam?

  4. Remko
    27 september 2016 at 20:18

    Sorry, niet gebleven, Theo. Het was mooi zo.

  5. Rudolph Duppen
    28 september 2016 at 13:31

    De uitvoering van het Requiem op 22 september j.l. was uitstekend.Het koor klonk zeer alert, doorleefd en homogeen. De solisten voldeden over het algemeen zeer goed.Ik was vooral onder de indruk van Machteld Baumans en Helena Rasker. Marcel Reijans had soms moeite met de hoogte.

    De muziek is zo wonderschoon dat het ballet eigenlijk overbodig is.Je zintuigen hebben zoveel te verwerken dat je een keuze moet maken tussen het muzikale en visuele aspect.Het ballet is prachtig gestructureerd en er werd door het corps en de solisten prachtig gedanst maar mijn aandacht ging toch steeds naar de muziek uit.Dit gold eigenlijk ook voor Die Vier Letzte Lieder alhoewel daar het toneelbeeld veel rustiger is.

    Ik kan me wel voorstellen dat Remko Jas eerder is weggegaan want het was een lang en overvol programma.

  6. theo laceulle
    30 september 2016 at 15:35

    Dankje Rudolph – ik zong mee, in het koor! 😉