FeaturedOperarecensie

Sonya Yoncheva triomfeert als Norma

In vijftig bioscopen was maandag een live weergave van Norma te zien vanuit het Royal Opera House in Londen. Sonya Yoncheva maakte van haar werelddebuut in de titelrol een ware triomf. Hier stond de nieuwe Norma, die we ongetwijfeld op alle grote podia gaan terugzien.

Sonya Yoncheva als Norma bij het Royal Opera House. (© 2016 ROH / Bill Cooper)
Sonya Yoncheva als Norma bij het Royal Opera House. (© 2016 ROH / Bill Cooper)

Bellini’s opera Norma speelt zich af in Gallië in een tijd dat dit land nog niet definitief was geromaniseerd. Een gewapende opstand tegen de bezettende macht was zodoende niet op voorhand kansloos, dat kwam pas later. In die context moet het gedrag van Norma worden beoordeeld.

Norma is hogepriesteres. Haar religieuze achterban bestaat uit druïden, waarvan haar vader de leider is. Hij is sterk gekant tegen de aanwezigheid van de Romeinen en wil dat het volk tegen hen opstaat.

Norma heeft haar gelofte van kuisheid verbroken door het met een man aan te leggen en een gezin te stichten. Daarmee heeft ze zich in religieus opzicht te schande gemaakt en de goede verhouding van de god Irminsul met haar volk op het spel gezet. Erger nog is dat zij collaboreert met de vijand. Haar partner is namelijk niemand minder dan de Romeinse proconsul Pollione. Uit angst dat hem iets overkomt, houdt ze haar volk aan het lijntje. Steeds als men ten strijde wil trekken, beweert ze dat het tijdstip de godheid (die door haar spreekt) nog niet gunstig gezind is. Daarmee misbruikt ze haar ambt en pleegt ze feitelijk hoogverraad.

Als Pollione wordt teruggeroepen naar Rome, zit er voor Norma weinig anders op dan met hem mee te gaan. Achterblijven betekent een gewisse dood. Als Pollione het echter met haar ondergeschikte Aldagisa blijkt te houden en haar met zijn twee kinderen gewoon wil achterlaten, zijn de rapen gaar.

Voor de hedendaagse toeschouwer is het vrijwel ondoenlijk om bij druïden niet direct te denken aan vriendelijke oude mannetjes als Panoramix in de serie Astérix et Obélix. Om duidelijk te maken dat dit beeld bij Norma niet opgaat, heeft regisseur Àlex Ollé naar het middel van ‘gekaapte symbolen’ gegrepen. Hij roept een beeld op van een religieuze autocratie met sterk militaristische trekjes. Hiertoe wordt het toneel bevolkt door lieden die associaties oproepen met de inquisitie, met katholicisme in zijn meest autoritaire vorm en met een op het regime van Franco geënte militaristische samenleving.

Het decor bestaat grotendeels uit een woud van crucifixen. Het zijn er zo veel dat het van een afstandje net een echt bos lijkt. Deze religieuze gemeenschap is beslist niet vredelievend, maar brengt zelfs mensenoffers. Doden voor het juiste geloof, offers brengen voor Irminsul: het ligt dicht bij elkaar. Het is natuurlijk zaak dat de toeschouwer deze gemeenschap niet echt voor een katholieke houdt, het is slechts een associatie. Zodoende hoeft het niet te storen dat de hogepriester, het orakel waardoor Irminsul spreekt, een vrouw is, in de eerste akte gekleed als een anglicaanse vicar.

Sonya Yoncheva kreeg pas in april van dit jaar te horen dat ze voor de rol van Norma was gecast. En dat terwijl zoiets normaal gesproken al jaren vastligt. In korte tijd heeft ze de rol ingestudeerd en haar debuut is van wereldklasse. Het moet wel raar lopen als ze de komende tijd niet ook op andere grote podia als Norma te zien zal zijn. Het is een potentiële paraderol.

Uiteraard waren er wel wat kleine schoonheidsfoutje te constateren en hier en daar een kleine short cut om geen onnodig risico te nemen. Maar daar stond zo veel prachtigs tegenover, ook acterend, dat de totaalwaardering er niet door beïnvloed wordt. Haar ‘Casta diva’ zette de toon en daarna groeide ze steeds meer in haar rol, totdat ze er tegen het einde totaal mee vereenzelvigd leek. Een klein beetje nerveuze spanning in ‘Casta diva’ kan overigens geen kwaad. Die vrouw staat te zingen over de Kuise Godin, terwijl ze zelf een dubbelleven leidt.

Joseph Calleja als Pollione in Norma bij het Royal Opera House. (© 2016 ROH / Bill Cooper)
Joseph Calleja als Pollione in Norma bij het Royal Opera House. (© 2016 ROH / Bill Cooper)

Norma heeft van haar leven een puinhoop gemaakt en staat met haar rug tegen de muur. Ze ageert niet, maar reageert. En dat veelal nogal heftig. Het is geen vrouw om van te houden, maar meer om medelijden mee te hebben. Dat laatste valt zwaar als ze haar kinderen wil doden. En als ze in de laatste akte als een ondervrager van de geheime politie om Pollione heen draait, is ze gewoon angstaanjagend. Dat Yoncheva dat alles weet op te roepen, naast haar fantastische zang, maakt haar tot een grote Norma.

De rol van Pollione heeft duidelijk minder kanten. Hier ligt het accent meer op de zangerskwaliteiten van de vertolker. De Maltese tenor Joseph Calleja bleek hiervoor een excellente keuze. Hij zong zijn rol met verve, zij het ook hier met een paar minimale vereenvoudigingen.

Over de invulling van de overige rollen was ik iets minder te spreken. Sonia Ganassi als Aldagisa had naar mijn smaak te veel de neiging binnensmonds te mompelen als ze probeerde wat volume terug te nemen. Tussen piano en forte zat er niets bij haar. Afgezien daarvan toch een zeer behoorlijk optreden.

De bas Brindley Sherrat vond ik als Norma’s vader binnen deze cast onder de maat. In de eerste akte kwam hij niet veel verder dan proberen te zingen, in de laatste akte kwam er wat meer geluid uit hem, maar nog steeds ontoereikend.

De kleinere rollen van Clotilde (Vlada Borovko) en Flavio (David Junghoon Kim) waren adequaat bezet. Compliment voor Norma’s kinderen: mooi natuurlijk acteerwerk van Niamh Worrel en Matteo di Lorenzo. Het koor onder leiding van William Spaulding completeerde het muzikale geheel op het toneel op uitstekende wijze.

Antonio Pappano gaf met overgave leiding aan het geheel. Bij Bellini heeft het orkest nog meer een ondersteunende functie dan in veel andere belcantowerken en Pappano stelde zijn orkest dan ook geheel in dienst van de solisten. Het resultaat mocht er zijn.

Vorig artikel

Watts zingt Gautier in Concertgebouw

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Javier, Joyce en John

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

5Reacties

  1. Willem
    27 september 2016 at 18:24

    Maandag is deze opera in de bioscoop van Hoorn vertoond en rechtstreeks uit Londen. Veel publiek en goed verzorgd, toegang € 23,00 inclusief een glas wijn en een kleine brochure.
    Prachtige opera en genoten, alleen de Koriaanse tenor, is gezien historie niet mogelijk voor de Romeinse tijd.

    De mezzo heeft haar jaren mee, ik zou de keuze hebben laten vallen op Alisa Kolosova.
    Voor Norma is het haar debut, voor alle Brava en Bravo.

  2. Fred
    29 september 2016 at 00:51

    wat een onnozele commentaar aangaande de ” KorEaanse tenor”, in deze rotproductie is er GEEN Romein te bespeuren. Dus waar is het probleem???
    Heb grote problemen met updates omdat die niet alleen botsen met de muziek maar ook met de TEKST.
    vond Pappano in het stuk dat ik hoorde helemaal niet zo geweldig.
    Serafin en votto bouwden de finale veel beter op. Calleja komt een maatje te kort voor Pollione.
    Luister naar de finale met Callas en Del Monaco, een heel ander niveau. Yoncheva luisterde duidelijk veel naar Callas en zette een meer dan behoorlijke prestatie neer. Maar na Callas is er geen Norma meer geweest die hetzelfde niveau haalde.

  3. Herman Molendijk
    29 september 2016 at 13:50

    Helemaal eens met Fred.
    Word ook een beetje ziek van die ’theatermakers’ die zo nodig moeten updaten.
    Geeft nul meerwaarde, alleen maar ergernis. Vreselijk als de tekst constant schuurt met wat er op het toneel gebeurt. Tenenkrommend!
    Maar toch wel weer genoten van de schitterende muziek van Bellini.
    En inderdaad een raadsel dat Calleja deze rol op zich heeft genomen.
    Past niet bij zijn stem. Ben een groot bewonderaar van hem, maar hij is een lyrische tenor pur sang. De rol van Pollione is geschreven voor een heldentenor. Automatisch ga je dan vergelijken met Del Monaco en Corelli.
    Een vergelijk met Callas wat betreft de titelrol is niet eerlijk. Die kwam van een andere planeet. Maar voor de puristen onder ons had zij ook niet het juiste stemtype voor deze rol. Vind het prima dat ikzelf geen purist ben.

  4. Willem
    30 september 2016 at 18:01

    Fred wat jij onnozel vindt prima, mogelijk heb jij een ander kijk op deze opera en heb geen respect voor een mening,jammer. Laat ik het hierbij laten.

  5. rein
    6 november 2016 at 10:17

    gisterenavond naar norma geluisterd,prachtige opera maar toch viel de uitvoering mij iets tegen.
    yoncheva groeide in de uitvoering maar gassia vond ik redelijk versleten klinken om maar niet over sherrat te praten ,dat was erg matig.
    vorige jaar heb ik joseph calleja nog live in het concertgebouw gehoord,toen schreef men al dat hij misschien wat verkouden was maar gistern klonk hij of hij de rol niet aan kon,jammer want de man kan
    prachtig zingen.
    de avond hiervoor was norma op mezzo,daar heb ik meer van genoten.
    groeten rein