CD-recensiesFeatured

Verismo: Anna Netrebko in glorieuze vorm

Anna Netrebko groeit. Haar populariteit en faam worden alsmaar groter, maar ook haar stem dijt uit. Na verschillende pittige Verdi-rollen schuift ze nu richting het verismorepertoire. Een verheugende ontwikkeling, zo bewijst ze met haar nieuwe cd. De Russische ster heeft heel wat verismovuur in huis.

Verismo Netrebko Verismo is zingen met het hart op de tong. Aangrijpend en emotioneel, maar op den duur ook uitputtend. Als er ruim een uur lang op het emopedaal gestampt wordt, heb ik het wel even gehad. Het maakt Netrebko’s nieuwe album geen lichte kost. Met een zonnige aria van Nedda uit Pagliacci biedt de sopraan kort verlichting, maar verder word je ondergedompeld in dood, verdriet, leed en tragiek.

Alle grote verismoheldinnen komen voorbij. Adriana Lecouvreur, Maddalena, Cio-Cio-San, La Wally, Tosca, Turandot, Manon Lescaut… Netrebko heeft gekozen voor louter bekende fragmenten, met ‘L’altra notte in fondo al mare’ uit Mefistofele als waarschijnlijk de kleinste hit. Van mij had de sopraan er wel wat onbekende verismoparels doorheen mogen strooien. Voor iemand met haar status is dat amper een risico – het zal de verkoop niet drukken – en het had het album voor doorgewinterde liefhebbers waarschijnlijk aantrekkelijker gemaakt.

Het openingsnummer van de cd is raak gekozen: ‘Io son l’umile ancella’ uit Adriana Lecouvreur. Een prachtig statement over het wezen van een artiest: een nederige dienaar van tekst en muziek, een fragiel instrument dat de woorden en klanken van schrijver en componist tot klinken brengt. Het weerspiegelt de bescheiden opstelling van Netrebko in de trailer van het album. Ze heeft niet de pretentie dat ze haar legendarische voorgangers kan overtroeven, maar wil haar eigen, persoonlijke lezing van dit bekende repertoire laten horen.

Daar slaagt ze mijns inziens geweldig in. Haar rijke stemgeluid bereikt grote hoogten, letterlijk en figuurlijk. Haar versie van ‘Ebben? Ne andrò lontana’ uit La Wally is glorieus. Weelderig en dromerig stijgt ze op naar de gouden wolken waar ze over zingt. En ook in ‘Io son l’umile ancella’ is haar klankwerk overweldigend. De lange lijnen van Cilea zijn een kolfje naar haar hand. Haar stem wikkelt zich als een zijden sluier om je heen, totdat je helemaal bedwelmd bent.

In ‘La mamma morta’ uit Andrea Chénier toont Netrebko dat ze niet alleen over de lyriek maar ook over het harde drama van het verismo beschikt. Ze begint intiem maar intens, rouwend om haar moeder, getraumatiseerd door de gruwelen van de Franse Revolutie. Vervolgens rijst ze de hoogte in, waar ze met steeds opwindender energie om hoop en moed smeekt.

De fragmenten uit Boito’s Mefistofele en Ponchielli’s La Gioconda zijn wat ouder dan het hardcore verismorepertoire en wat formeler qua structuur. Aan drama ontbreekt het beide werken echter niet. Netrebko laat zich hier horen op een manier die doet denken aan haar vertolkingen van Verdi-partijen als Lady Macbeth en Leonora.

De muziek van Puccini maakt als vanzelfsprekend de hoofdmoot van de cd uit. Niet alle Puccini-karakter vind ik even goed bij Netrebko passen. Als Madama Butterfly (‘Un bel dì vedremo’) mist ze een zekere breekbaarheid en in haar Turandot (‘In questa reggia’) had ik graag meer killersinstinct gehoord. Haar Liù (‘Signore, ascolta’) is daarentegen voortreffelijk.

De cd sluit af met verschillende fragmenten uit Manon Lescaut, waarin Netrebko’s echtgenoot, tenor Yusif Eyvazov, haar vergezelt. Ik had verwacht dat hij in de schaduw van zijn beroemde vrouw zou opgaan, maar hij staat verrassend goed zijn mannetje. Samen geven ze de slotscène van de opera enerverend gestalte. De emoties gieren rond, de tragedie balt zich samen, het drama sterft. Verismo ten top.

Van het Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia onder Antonio Pappano krijgt Netrebko een sterwaardige begeleiding. Pappano kleurt de scènes oogverblindend mooi en pusht het drama tot net voor de afgrond. Zoals hij het in de trailer zegt: “Verismo voelt, als je het goed doet, alsof het bijna uit de hand loopt. Maar je gaat niet over die grens.”

Bravi voor prima donna, maestro en musicisti!

Hieronder de trailer van de cd:

Vorig artikel

Missa Solemnis bij Orkest Achttiende Eeuw

Volgend artikel

Opernwelt bekroont koor Nationale Opera

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Maarten-Jan Dongelmans
    4 oktober 2016 at 11:50

    Zonde inderdaad dat onze uberdiva qua repertoirekeus zo op safe speelt. Dat het ook anders kan, bewijst Renée Fleming op háár cd Verismo (Decca).