FeaturedOperarecensie

Olympie: op de rand balancerende grandeur

Spontini dook van classicisme pardoes de romantiek in, getuige de kolkende passie in het Concertgebouw, waar de NTR ZaterdagMatinee op 29 oktober zijn Olympie in Nederlandse première bracht. Jérémie Rhorer en Le Cercle de l’Harmonie etaleerden met prima solisten zowel de excessen als beloften van deze stamvader der grand opéra.

Karina Gauvin ontvouwde als Olympie een gouden stempracht. (© Michael Slobodian)
Karina Gauvin ontvouwde als Olympie een gouden stempracht. (© Michael Slobodian)

Op het sterfbed van Gaspare Spontini in 1851 trachtte Hector Berlioz zijn oudere collega te troosten: “Meester, u bent onsterfelijk!” Antwoord: “Houd op met die flauwe grappen.” Deze dubieuze anekdote van Richard Wagner is veelzeggend. Berlioz bleef de norse Italiaan inderdaad altijd als muzikale god beschouwen, maar Spontini zelf proefde ruim voor zijn dood een bittere vergetelheid.

Als hofcomponist van keizerin Joséphine vierde Spontini met La Vestale (1807) zijn grootste wapenfeit. Napoleons val luidde echter ook Spontini’s neergang in. De teleurstellende ontvangst in 1819 van Olympie werd gecompenseerd door een kortstondig succes in Berlijn, abrupt beëindigd door de grotere sensatie van Webers Freischütz. De Parijse herkansing in 1826 (de versie die zaterdag klonk) wist wederom geen potten te breken.

Destijds werden kosten noch moeite gespaard, maar wellicht kon de levende olifant (!) op het toneel als metafoor dienen: zijn het libretto en de muzikale inventie wel sterk genoeg om het gewicht van zo veel praalzucht te dragen? Aan de basis van het ambitieuze werk staat niemand minder dan een bejaarde Voltaire, maar een geforceerd happy end verzwakt in de latere operaversies zijn al weinig overtuigende tragedie.

Het verhaal: vijftien jaar na de moord op Alexander de Grote sluiten zijn generaals Cassandre en Antigone vrede. Cassandres huwelijk met slavin Amenais, in feite Alexanders dochter Olympie, wordt ruw verstoord door een priesteres. Zij blijkt Alexanders weduwe Statira te zijn, die Cassandre beschuldigt van de moord en van een aanslag op haarzelf. De keuze tussen haar verloofde of haar hervonden moeder verscheurt Olympie, maar dodelijk getroffen in de strijd bekent Antigone zich als ware schurk. Niets staat het jonge geluk en Statira’s troonsbestijging nog in de weg.

Spontini’s belangrijkste erfenis is waarschijnlijk zijn kunst om aria’s en ensembles aan elkaar te smeden tot een grootse spanningsboog, steevast uitmondend in een overdonderende climax. Nog een anekdote: een vrijwel dove Berlijnse muziekliefhebber werd door zijn arts meegenomen naar een opvoering van Olympie. “Ja dokter, ik merk iets!” riep hij verheugd, maar tevergeefs. De decibellen hadden de arts op slag van zijn gehoor beroofd…

Zaterdag kwam het publiek met de schrik vrij, mede door de oude instrumenten van Le Cercle de l’Harmonie onder leiding van Jérémie Rhorer. Het groots bezette orkest maakte nergens een logge indruk. Schetterend was het soms wel, deels dankzij bovenmatig ingezet koper, een neiging die zelfs Berlioz bekritiseerde. Maar de voelbare opwinding van deze testosterongeladen noten compenseerde ruimschoots enkele onvermijdelijke rafelrandjes.

De invloed van Gluck, Berlioz’ nog grotere afgod, was meest evident in de serene bruiloftsmuziek, waarin Rhorer de houtblazers heerlijk transparant liet opstijgen. Met precieze maar sierlijke gebaren belichtte de dirigent vele oorstrelende details, zonder de grote lijn en de pulserende drive van deze effectbeluste partituur uit het oog te verliezen.

Met precieze maar sierlijke gebaren belichtte Jérémie Rhorer vele oorstrelende details. (© Yannick Coupannec)
Met precieze maar sierlijke gebaren belichtte Jérémie Rhorer vele oorstrelende details. (© Yannick Coupannec)

Als eerste ‘solist’ moet het Vlaams Radio Koor genoemd worden, voor deze middag ingestudeerd door Klaas Stok, maar reeds aanwezig bij uitvoeringen afgelopen zomer in Parijs. Een formidabele présence van dit 32-koppige ensemble, evenzeer uitblinkend in heroïsche strijdkreten als kalm vloeiende gebeden, met bovenal een weldadig homogene sopraansectie. En dat alles in voortreffelijk Frans.

Eenzelfde fraaie dictie en een imposant volume toonde de hogepriester van bas Patrick Bolleire, die hooguit een fractie noblesse ontbeerde. De stoere en warmbloedige bas-bariton Josef Wagner was geknipt voor Antigone, een cartooneske booswicht met talrijke snode ‘terzijdes’. Toch slaagde Wagner erin de sterfscène enige tragische allure te verlenen.

De hogere stemmen kwamen iets moeilijker over het voetlicht, met name mezzo Juliette Mars als de furieuze Statira, verreweg het boeiendste personage. Verontschuldigd vanwege verkoudheid kon de elegant fraserende Mars helaas niet volledig voldoen aan de originele aanwijzing ‘d’une voix terrible’.

Haar fraaiste momenten toonde Mars in het tedere herkenningsduet tussen moeder en dochter, waarin Karina Gauvin als Olympie een gouden stempracht ontvouwde. Spontini vraagt veel van zijn titelheldin, maar biedt slechts weinig dramatische mogelijkheden. Een vooral in de laagte nog aftastende eerste aria van Gauvin maakte in de slotakte plaats voor een solo boordevol fijnzinnige versieringen en glansrijk doorgetrokken legatolijnen.

Tenor Mathias Vidal is eigenlijk iets te lyrisch voor de rol van Cassandre, in 1826 gezongen door de legendarische Adolphe Nourrit. Maar met net voldoende staal in de stem om het orkestgeweld te doorboren gaf hij een onweerstaanbare vertolking, perfect balancerend tussen overstelpende hartstocht en integere stijlbewustheid.

Het laatste duet tussen Olympie en Cassandre ontlokte één luide bravoroep, maar het enthousiasme van het slotapplaus ebde vrij snel weg. Hoewel Spontini zijn bescheiden plaats in de muziekgeschiedenis waarschijnlijk verdient, is het publiek dankzij de onverminderd avontuurlijke ZaterdagMatinee toch een waardevolle muzikale ervaring rijker. Voor de thuisblijvers volgt binnenkort een cd-opname!

Vorig artikel

De Nationale Opera brengt Händels Jephtha

Volgend artikel

Hoffmann in het Duits: er mist iets

De auteur

Martin Toet

Martin Toet

6Reacties

  1. Hans van Verseveld
    31 oktober 2016 at 14:09

    Bijna helemaal eens met de recensie van Martin Toet, behalve zijn waardering voor de protagoniste kan ik echt niet delen.
    Spontini’s orkestratie en overdonderende koorpartijen verlangen grote stemmen bij de solisten.Uitvoeringen van Spontini opera’s zoals La Vestale, Agnese di Hohenstaufen en Fernando Cortez, waarvan opnamen bewaard gebleven zijn, werden altijd bezet met sopranen van het kaliber Callas, Gencer, Caballé, Gulin, Cerquetti en Tebaldi. Olimpia ging in 1966 in de Scala (in het Italiaans) met Pilar Lorengar en Fiorenza Cossotto als Statira.
    Helaas ontbrak het daar zaterdagmiddag in het Concertgebouw aan. Karina Gauvin heeft een mooie stem voor barok en oude muziek, maar in Spontini schoot zij hopeloos te kort en was een paar maatjes te klein van stem.
    Voor de radio en CD opname(?) is daar met enig gedraai aan de knoppen nog wel wat aan te doen, maar op rij 15 in de Grote Zaal was het volume onvoldoende. Eeuwig zonde en jammer, want een tweede kans krijgt dit werk niet gauw. Zelfs niet bij de Zaterda Matinee.

  2. Rudolph Duppen
    31 oktober 2016 at 17:43

    Bijna geheel eens met Martin Toet en Hans van Verseveld.

    De uitvoering begon nogal onzeker en ongelijk en tijdens de eerste akte was de balans tussen koor en orkest ver te zoeken. Het koor was dit keer rechts en vrij naar voren opgesteld. Het koor klonk vanaf mijn plaats op rij 20 rechts erg dominant en overstemde met name de violen. In de tweede en derde akte was de balans hersteld.De solisten waren goed maar je had voor de hoofdrol een grotere stem gewenst met wat meer kleur. De muziek van Spontini die vooruit blikt naar Berlioz en terug blikt naar Gluck is formeel en ceremonieel van aard met veel gebruik van trompetten en trombones, pauken en cimbalen.De muziek stroomt heerlijk door wat het drama ten goede komt.Het aandeel van het koor was aanzienlijk en het kweet zich uitstekend van zijn taak. Ik ben blij het werk gehoord te hebben en dankbaar dat de Zaterdag Matinee weer heeft bijgedragen aan mijn muzikale educatie.

    De CD opname met Julia Varady, Dietrich Fischer-Dieskau en de verkeerd gecaste Stefania Toczyska en Ferruccio Tagliavini is al eerder genoemd.

  3. Hans van Verseveld
    1 november 2016 at 00:47

    @Rudolph het is niet Ferrucio Tagliavini, maar FRANCO Tagliavini

  4. Rudolph Duppen
    1 november 2016 at 10:54

    @Hans. Ik heb de CD box er niet bij maar in THE Penguin Guide To Opera On Compact Discs staat toch echt Ferruccio. Als er op de CD box Franco staat is dat, neem ik aan, juist.

  5. Hans van Verseveld
    1 november 2016 at 12:34

    @Rudolph. Ferruccio Tagliavini was een lyrische tenor die in 1984 bij het verschijnen van de opname 71 jaar oud was en dan zing je geen heroïsche partij als Cassandre meer.
    Franco Tagliavini was 40 jaar oud tijdens de opname van Olympie. Hij zong de tenorpartijen in Norma, Gioconda, Adriana Lecouvreur, Pagliacci etc.

  6. Rudolph Duppen
    1 november 2016 at 13:27

    @ Hans. Je hebt helemaal gelijk. Zelfs The Penguin Guide kun je niet meer vertrouwen.