BuitenlandFeaturedOperarecensie

Don Giovanni in de aandelenhandel

Regisseur Jaco Van Dormael, bekend van films als Le Huitième jour en meer recent Le tout nouveau testament, maakte met Stradella eenmaal eerder een enscenering voor de Opéra Royal de Wallonie. Sinds afgelopen zondag is zijn tweede regie in het theater in Luik te zien: Don Giovanni in de wereld van valutabeurzen en aandelenhandel.

Scène uit Don Giovanni bij de Opéra Royal de Wallonie. (© Lorraine Wauters)
Scène uit Don Giovanni bij de Opéra Royal de Wallonie. (© Lorraine Wauters)

Er lopen directe lijntjes tussen de vormgeving van de opera Stradella, waarmee het verbouwde theater op de Place de l’Opéra in Luik in 2012 heropende, en de nieuwe Don Giovanni. Toen speelde een zwembad een grote rol op het podium en was er een immense spiegel. In Van Dormaels Don Giovanni keren die elementen terug, functioneel en spectaculair.

Dankzij de podiumbrede spiegel is wat er in het zwembad gebeurt – met nét echt water – goed te zien in de zaal. De Commendatore, die het leven laat in een gevecht met Don Giovanni aan het begin van de opera, eindigt er als lijk. En als het spel voor de grote versierder is afgelopen en de Commendatore – opgestaan uit de dood – hem meesleept naar de hel, gebeurt dat opnieuw in het zwembad. Geen vuur aan het eind van de opera deze keer, hooguit wat functionele rook.

Van Dormael houdt van spektakel, zoveel is duidelijk, en de budgetten voor decor en techniek konden in Luik kennelijk wat lijden. Als de zwembadscène aan het begin voorbij is, zakt de spiegelwand en staat er ineens een hypermoderne kantoortuin op de bühne. Ontwerper Vincent Lemaire, ook verantwoordelijk voor het decor van Stradella, heeft zich uitgeleefd in grote effecten en aanzienlijk gebruikgemaakt van de techniek.

In de regie van Jaco Van Dormael speelt het verhaal van Don Giovanni, op muziek van Mozart en een libretto van Da Ponte, zich af in de wereld van de effectenhandel. Het zou New York kunnen zijn; een kantoor hoog in een gebouw, omgeven door andere wolkenkrabbers. Overdag wordt het bevolkt door de snelle handelaren in aandelen, voor wie een beeldscherm hun blik op de wereld vormt. Donna Anna, haar verloofde Don Ottavio en ook Donna Elvira zitten in dat segment. ’s Avonds nemen de wat sneue schoonmakers de ruimte over, waaronder het jonge stel Zerlina en Masetto.

In deze Luikse Don Giovanni zijn de oorspronkelijke muziek en tekst van de opera met een klap verplaatst naar Wall Street. Veel past, soms schuurt het en een enkele keer is het ridicuul. “Cospetto! Ho pria questo moschetto, e poi questa pistola”, staat er in het libretto, maar wat Masetto overhandigt, is geen pistool, maar een spuitbus Glassex om bureaus mee schoon te maken.

Scène uit Don Giovanni bij de Opéra Royal de Wallonie. (© Lorraine Wauters)
Scène uit Don Giovanni bij de Opéra Royal de Wallonie. (© Lorraine Wauters)

Het duo Don Giovanni en Leporello is niet sterk gecast en geregisseerd. Het zijn twee volstrekt ongevaarlijke heren; de Don niet spannend en zijn knecht alleen wat sullig, zeker niet geslepen. Mario Cassi, een bariton met een uitgebreid cv, laat niet zien en horen waar die successen op gebaseerd zijn. Hij zingt vlak en de regie – maar dat kan hij niet helpen – is niet gelukkig. De Leporello van Laurent Kubla is een brave kantoormeneer, die vocaal met name in de eerste scène een zeer matige indruk maakt. Dat wordt later beter.

Donna Anna heeft door de manier waarop ze door de Don wordt belaagd alle reden om een tikje hysterisch te klinken, maar Salome Jicia doet daarmee wel veel meer dan in de partituur staat. Ze beschikt over een pittige hoogte, maar zet die erg nadrukkelijk in. Haar collega Céline Mellon is uitstekend als Zerlina. Vocaal mooi licht en wendbaar en in haar spel geestig en speels. Roger Joakim, als Masetto naast haar, is nogal suf.

Dan is er een uitstekende tenor, Leonardo Cortelazzi, die met de looks van de jurist van het bedrijf dat de aandelenverkoop regelt geloofwaardig is. Geen suffe Ottavio, maar één die zijn verstand laat werken.

Muzikaal opent de avond verrassend. De bombast waarmee de ouverture doorgaans wordt gespeeld ontbreekt onder maestro Rinaldo Alessandrini volledig. Hij laat de musici accenten leggen die ik zelden hoorde. Het orkest blijft bescheiden, maar soms krijgt het net wat meer ruimte. In de slotaria van Donna Elvira, ‘Mi tradi quell’alma ingrata’, werken de soliste, Veronica Cangemi, en het orkest bijvoorbeeld prachtig samen. Cangemi heeft hoorbaar veel repertoire gezongen uit het tijdperk van de Da Ponte-opera’s en klinkt gedegen en ervaren.

De regie van Van Dormael is gedurfd, maar niet als intellectualistische benadering met een eigentijds ‘concept’ van de klassieke opera. Bijna zorgeloos zijn er vondsten in de enscenering gestopt (waarvan vele te leuk om hier al te verklappen) en begint de regisseur het verhaal op zijn manier te vertellen. Dat is aanstekelijk en levert een avond prima entertainment op.

De uitvoering van dinsdag 22 november is nog geruime tijd via Culturebox terug te zien. Zie voor meer informatie over de productie de website van de Opéra Royal de Wallonie.

Vorig artikel

Luzern: Rigoletto in een oude fabriekshal

Volgend artikel

Bake that awesome pie hernomen

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

15Reacties

  1. Stefan Caprasse
    24 november 2016 at 13:07

    Een voorstelling die mij wat gemengde gevoelens gaf en veel kwaad bloed bij andere toeschouwers. Voor de recensie van Margo en mijn aanvulling zie wederom TI GUARDA DAL GRANDE INQUISITOR…

  2. Leen Roetman
    24 november 2016 at 20:25

    Ik lees op de Grande Inquisitor dat de voorstelling na de eerste akte door de recensente is verlaten….(“maar één geslaagde aria op anderhalf uur is veel te weinig om te hopen dat het na de pauze nog beter zou worden’).
    Oei. Zowel de opera van Luik als van Antwerpen hebben dezer dagen geen gelukkige hand in de casting van hun zangers.
    Wat een teleurstellingen worden me weer bespaard door thuis te blijven.

  3. Olivier Keegel
    24 november 2016 at 23:12

    Als een onwetende mij zou vragen om het verhaal van Mozarts Don Giovanni eens uit de doeken te doen, zouden in mijn verhaal o.m. een jonge edelman, een boerenmeisje en een boerenjongen figureren. Conform Da Ponte. De potsierlijkheden op regiegebied zoals we die we nu ook al in Luik, de laatste safe haven,voorgeschoteld krijgen, zijn gebaseerd op de valse veronderstelling dat weliswaar de noten vastliggen, maar dat het libretto een vage, vrijblijvende en schetsmatige indicatie is die toevalligerwijs in Mozarts tijd door Da Ponte werd ingevuld, maar ad libitum tot een geheel ander verhaal, of erger nog, tot een hobby-concept of fantasie-versie van de regisseur kan worden misvormd. Het idee is zo’n beetje dat er wat voetvolk is (zangers, orkest) en twee genieën: de componist en de regisseur. En de librettist heeft dezelfde creatieve status als de conciërge van het operagebouw van dienst.

    Het kolossale talent van de regisseur is nog wel gebonden aan de tekst van het libretto, maar over de daaruit resulterende, onvermijdelijke krankzinnigheden (pistool wordt Glassex) dient het publiek zich uit ontzag voor het Onmetelijke Regisseursgenie heen te zetten. Dat deze anomalie breed geaccepteerd wordt, is een raadselachtig cultureel monstrum dat ooit nog wel eens verklaard en ingezien zal worden. Ik ben er ondertussen sterk voor om zoveel mogelijk met beide benen op de grond te blijven staan, en dus niet te spreken over de regisseur “die het verhaal op zijn manier begint te vertellen”, maar over de regisseur “die zijn verhaal begint te vertellen”.

  4. Stefan Caprasse
    25 november 2016 at 10:37

    Slechts één geslaagde aria is wel heel sterk uitgedrukt. Margo is dan ook een heel strenge specialist en verlaat wel vaker voorstellingen bij de pause – wat natuurlijk zijn volste recht is!
    Wat mij betreft vond ik -voor de pause- toch minstens zowel de aria van Don Ottavio (subliem!) als van Zerlina prachtig. De Don Giovanni viel me ook wat tegen maar de Donna’s Anna en Elvira zou ik toch zeker niet slecht noemen. Voor het tweede bedrijf zie mijn commentaar op dezelfde blog…
    Wat Antwerpen betreft, ik veronderstel dat het over de Holländer gaat, hier was ik toch ook een stuk enthousiaster dan Olivier Keegel over de bezetting, al had hij blijkbaar wel een andere Hollander.
    Maar natuurlijk, wie ben ik ?

  5. Stefan Caprasse
    25 november 2016 at 10:47

    @Olivier Keegel: Hier zal ik maar niet op ingaan, teneinde niet in de eeuwige oeverloze discussie te hervallen – maar ge hebt natuurlijk recht op Uw mening!

  6. Christiaan
    25 november 2016 at 11:46

    Mundus vult decipi, ergo decipiatur

  7. Stefan Caprasse
    25 november 2016 at 12:01

    De coloribus et gustatibus non est disputandum

  8. Olivier Keegel
    25 november 2016 at 12:34

    Inderdaad, Christiaan, kernachtig samengevat. Helaas betreft het hier geen kwestie van smaak (waar overigens wel degelijk over te twisten valt), maar meer een collectieve psychose die haar basis vindt in cultureel-elitair wenselijk gedrag, waarvan we met z’n allen hebben afgesproken dat het gebaseerd is op ruimdenkendheid.

  9. Stefan Caprasse
    25 november 2016 at 13:09

    Als ge natuurlijk denkt DE ENIGE waarheid in pacht te hebben. En het dan een beetje ingewikkeld uitleggen om intellectueel over te komen…

  10. Leen Roetman
    25 november 2016 at 13:52

    @Stefan: Volgens mij wil de regisseur een beetje intellectueel overkomen. Het eufemisme daarvoor heet “gedurfd”. Zeg nou eerlijk, had jij in Don Giovanni ooit een aandelenhandelaar vermoed? Was het voor jou een eyeopener?

  11. Maarten-Jan Dongelmans
    25 november 2016 at 14:07

    @Christiaan: is dat geen Mozartlied? ‘Die Welt will ja betrogen sein!’

  12. Stefan Caprasse
    25 november 2016 at 14:38

    Ik was niet 100% gelukkig met die Don Giovanni, maar dat had met andere elementen te maken (zie ge weet intussen wel waar). Maar ik heb geen zin meer om hierover te discuteren. Ieder zijn mening en ik heb de mening die ik wil!

  13. Olivier Keegel
    25 november 2016 at 17:47

    Meneer Caprasse, u moet aardig voor mij zijn, dat heeft Jordi zelf gezegd! U houdt ons tot in detail op de hoogte van uw voornemens om ergens niets meer over te zeggen, er niet meer over te discussiëren, er al genoeg over gezegd te hebben etc. etc. Ik houd u voor dat wij dat, tot onze spijt uiteraard, wel vanzelf merken.

  14. Stefan Caprasse
    28 november 2016 at 11:36

    U moet ook aardig zijn voor andersdenkenden!

  15. Maarten-Jan Dongelmans
    30 november 2016 at 15:42

    Over Don Giovanni gesproken: we lijken er dit seizoen niet omheen te kunnen. Ook op cd-gebied niet. Teodor Currentzis heeft op Sony vanuit Perm zijn prikkelende en spannende versie vastgelegd. Een absolute aanrader. Zie vanaf 3 december ook: dg.nl/luistermee.