Operarecensie

Opera-academie speelt mooie Cendrillon

Studenten van de Dutch National Opera Academy (DNOA) voeren momenteel in het Haagse conservatorium de minder bekende opera Cendrillon van Jules Massenet op. Donderdag was de première en het werk kwam aardig uit de verf.

Scène uit Cendrillon. (© Dutch National Opera Academy)
Scène uit Cendrillon. (© Roelof Rump)

Cendrillon (Assepoester) is niet bepaald Massenets sterkste werk. De handeling is erg summier voor een opera die ruim twee uur duurt. De spanning zakt daardoor nogal eens in en de regie moet dan met kunst- en vliegwerk de aandacht van het publiek zien vast te houden. Dat toch voor dit werk gekozen is, zal te maken hebben met het feit dat zich onder de DNOA-masterstudenten van dit jaar geen tenor bevindt. En Cendrillon is nu net een zangtechnisch volwaardige opera waarin geen hoofdrol voor tenor voorkomt. Dat biedt mogelijkheden.

Het regieconcept van Caitlin van der Maas gaat uit van een talentenshow in plaats van een koninklijk bal. De boze stiefmoeder Madame de la Haltière is een producer die haar dochters een platencontract probeert te bezorgen door ze onder de aandacht van de popster Prince te brengen. Cendrillon, die eigenlijk Lucette heet, is haar sloofje. Ze doet wat onbestemde dingen achter een laptop in een klein bovenkamertje.

Als de handeling wat inzakt, wordt het beproefde middel van videobeelden ingezet. Deze zijn soms to the point, maar vaak ook volstrekt irrelevant. Politieagenten die optreden tegen een demonstratie, in een Assepoesterverhaal – zoiets. Caitlin van der Maas heeft weliswaar een paar aardige ideeën gehad, maar de uitwerking is ergens blijven steken. Waar ze wel uitnemend in is geslaagd, is de personenregie. Daar is overduidelijk veel aandacht aan besteed en het resultaat is ernaar. Compliment!

De rollen van Cendrillon, Prince en Pandolphe (Cendrillons vader) zijn dubbel bezet met masterstudenten. Tijdens de première werd de titelrol vertolkt door Zofia Hanna. Met haar aanstekelijke lach en een blonde pruik die haar op een hybride van Debbie Harry en Brigitte Bardot deed lijken, maakte ze geen erg ongelukkige indruk. Ze huppelde door de voorstelling en werd pas een beetje een zielenpoot toen ze aan de dood was ontsnapt. Haar zang was alles bij elkaar zeker voldoende.

Maari Ernits gaf gestalte aan Prince Charmant, een pittige ‘Hosenrolle’ waar ze goed tegen opgewassen bleek. Van deze rol wordt gezegd dat het er één is voor een Falcon-sopraan, een tussen- tussen-vak, neigend naar dramatische sopraan. Die kant zie ik Ernits op basis van wat ik gehoord heb wel opgaan. Ze heeft een vrij grote stem, die in alle registers mooi doorkomt. Haar vertolking van Prince was uitstekend, niet alleen qua zang, maar ook vanwege de mannelijk aandoende motoriek die ze had ingestudeerd.

Scène uit Cendrillon. (© Dutch National Opera Academy)
Scène uit Cendrillon. (© Roelof Rump)

De grootste waardering verdiende Nina van Essen voor haar Madame de la Haltière. Ze kwam met een totaalpakket – bühnepresence, acteerwerk en zang – van zeer hoog niveau. Schitterend om te zien hoe het meest onaangename personage met de eer wegloopt.

De Pandolphe van David Visser kwam uit de verf vanaf het moment dat hij van zich af begon te bijten. Eigenlijk wel toepasselijk, al ben ik er niet zeker van dat het zo bedoeld was. Kazumo Goto (Le Roi) sloot de rij van masterstudenten; kleine rol, goed verzorgd.

Voor de twee stiefzusjes van Lucette was een beroep gedaan op gastzangeressen, Vera Fiselier en Laetitia Gerards, beiden nog in een vroeger stadium van hun studie. Ze maakten er een mooie show van, met prima unisono zang en hilarisch acteerwerk. Eveneens als gast toegevoegd was Perrine Gouarne, die zich met verve door de coloraturen van de Goede Fee wist te werken.

De overige rollen waren adequaat bezet. Mooi werk van het ensemble tijdens Massenets minder sterke momenten.

In de bak zat het Residentie Orkest, aangevuld met musici op het toneel. Het geheel stond onder leiding van Walter Althammer. Er volgen nog voorstellingen op 14 en 15 januari. Aanbevolen voor iedereen die kennis wil maken met het nieuwe operatalent!

Eerder dit François van den Anker uitgebreid verslag van de voorbereidingen op de productie. Lees zijn reportage. Zie voor verdere informatie over de productie de website van de Dutch National Opera Academy.

Vorig artikel

Opera in de media: week 3

Volgend artikel

Simons’ Serail: doeltreffend theatraal

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

2Reacties

  1. Leny en Peter Vlasveld
    15 januari 2017 at 20:34

    Vanmiddag hebben wij Cendrillon gezien en gehoord. Wat een verrukkelijke en verrassende middag. Uitstekend zingende én acterende solisten. Gedurfde regie (inderdaad wel wat erg druk af en toe, maar met ook heel leuke vondsten). Uitstekend muzikaal ondersteund door het Residentie Orkest.
    Veel complimenten voor alle medewerkenden.
    Niet voor het eerst dat we erg positief zijn over de verrichtingen van DNOA.

  2. Rudolph Duppen
    16 januari 2017 at 12:25

    Cendrillon is inderdaad een verrukkelijke opera met betoverende muziek. Ik ben de prachtige uitvoering van DNO (1987), een coproductie met De Nationale Opera van België nog niet vergeten. De beroemde Rita Gorr zong toen Madame de la Haltière, Henry Lewis was de dirigent en de regie was in handen van Gilbert Deflo.Erg ambitieus van DNOA om juist dit werk te kiezen.