BuitenlandFeaturedOperarecensie

Jaho zingt schitterende Butterfly in Londen

Het Royal Opera House herneemt dit seizoen Madama Butterfly in de klassieke regie van Moshe Leiser en Patrice Caurier. De productie heeft alles wat de liefhebber van mooi vormgegeven kostuumdrama zich wensen kan. Goed nieuws: op donderdag 30 maart is dit fraais in de bioscoop te bewonderen.

Ermonela Jaho als Cio-Cio-San. (© ROH / Bill Cooper)
Ermonela Jaho als Cio-Cio-San. (© ROH / Bill Cooper)

Luitenant ter zee B.F. Pinkerton komt op ons niet over als een prettig personage. Dat bleek eens te meer toen na afloop van de première van deze speelreeks de vertolker van deze rol, de zeer overtuigende tenor Marcelo Puente, door delen van het publiek op boegeroep werd getrakteerd. Pinkerton vertegenwoordigt de Amerikaanse imperialist die zijn eigen cultuur hoog verheft boven die van het achtergebleven Japan. Een ‘America first’-type zogezegd.

Velen zijn Pinkerton echter al voorgegaan. Hij volgt een gebaand pad, met welwillende medewerking van een huwelijksmakelaar, de consul en een geisha die kansen ziet hogerop te komen. Maar in dit geval loopt alles niet volgens het scenario. De zeer jonge bruid is niet berekenend, maar gelooft in haar huwelijk. Zij trouwt op z’n Amerikaans, hij op z’n Japans.

Het decor van deze productie bestaat uit een lege ruimte omgeven door een paar schuifwanden. Als die geopend worden, krijgt de toeschouwer een geschilderde achtergrond te zien, of een bloeiende boom.

De kostuums zijn klassiek Japans. Iedereen ziet er prachtig uit. Pinkerton en de consul zijn uiteraard westers gekleed. Opvallend detail is dat de luitenant aan het einde verschijnt in burgerkleren. Hij was kennelijk als passagier met zijn schip meegekomen en kon zodoende zijn vrouw Kate meenemen. Je kunt je afvragen wat hij eigenlijk komt doen. Kijken of Cio-Cio-San zich heeft ontwikkeld tot een populaire geisha?

De van oorsprong Albanese sopraan Ermonela Jaho is een ideale Butterfly. Ze is vrij tenger en met een zwarte pruik en in Japanse kledij en make-up oogt ze als een jonge oosterse vrouw. Haar acteren was buitengewoon: afwisselend onderdanig, commanderend, vriendelijk en sarcastisch afwijzend, zoals tegen de rijke prins Yamadori. Jaho heeft geen erg grote stem, maar de rol paste volledig binnen haar mogelijkheden. Bij wijlen klonk ze bijna etherisch en in ‘Un bel dì vedremo’ was ze zeer ontroerend.

Carlo Bosi als Goro en Marcelo Puente als Pinkerton. (© ROH / Bill Cooper)
Carlo Bosi als Goro en Marcelo Puente als Pinkerton. (© ROH / Bill Cooper)

De reeds genoemde Argentijnse tenor Marcelo Puente zette een ingehouden Pinkerton neer in de eerste akte. Wat hij doet, kan men zien als verwerpelijk, maar Puente legde zijn vermeende superioriteit jegens de Japanse gewoontes er niet dik bovenop. Pas als de Bonze zijn ‘huwelijk’ komt verstieren, laat hij zich even gelden. Uitstekend gezongen ook, met als hoogtepunt zijn duet ‘Bimba, non piangere’ met Butterfly, waarin hij haar troost nadat ze is verstoten door haar familie.

Bariton Scott Hendricks wist als Sharpless het beeld op te roepen van een consul die deze charade al meerdere keren had meegemaakt, maar aanvoelde dat het deze keer weleens slecht zou kunnen aflopen. De scène waarin hij Butterfly een brief van Pinkerton probeert voor te lezen en zij hem plotseling met haar zoontje confronteert, was hartverscheurend.

Elizabeth DeShong gaf goed invulling aan de ondersteunende rol van Suzuki. Butterfly’s zoontje Dolore werd adequaat vertolkt door de kleine, zeer jong ogende Harry Langton. Het kind is ruim twee jaar oud en voor die rol geldt hoe kleiner hoe geloofwaardiger. Prima gedaan: hij zat rustig geblinddoekt buiten te wachten op zijn vader, zwaaiend met een Amerikaans vlaggetje, terwijl zijn moeder binnen harakiri pleegde.

Vreemd genoeg begon de voorstelling al om twaalf uur ’s middags. Toch was de opera geheel uitverkocht en was aan de solisten in het geheel niet te merken dat ze vreselijk vroeg aan het werk moesten.

Voor dirigent Antonio Pappano was het wel heel extreem allemaal. De avond ervoor had hij Die Meistersinger von Nürnberg gedirigeerd en tussen beide shifts (zo mag je dat wel noemen) zat maar veertien uur. Onduidelijk bleef of dit ook voor het gehele orkest gold. Het was in elk geval niet te merken: uitstekend gespeeld. Met niet geheel droge ogen stond ik voor drie uur ’s middags alweer buiten. Een bijzondere ervaring.

Madama Butterfly is op donderdag 30 maart live in vijftig bioscopen in het land te zien. Zie voor een overzicht van de bioscopen www.royaloperahouse.nl.

Vorig artikel

Orkest domineert Intermezzo in Matinee

Volgend artikel

New Prince: wervelende show over macht

De auteur

Peter Franken

Peter Franken