Achtergrond

Muziekfeest voor jubilaris Henny Diemer

Met een groot lunchconcert door (oud)leerlingen en de presentatie van het boek Voce, voce, voce werd vrijdag het 35-jarig jubileum gevierd van zangpedagoge Henny Diemer. Er klonk in het Utrechtse TivoliVredenburg geen noot te weinig en geen woord te veel tijdens een warm eerbetoon aan de zeer gewaardeerde docente.

Henny Diemer met het boek over haar werk, Voce, voce, voce. (© Place de l'Opera)
Henny Diemer met het boek over haar werk, Voce, voce, voce. (© Place de l’Opera)

Henny Diemer viert dit jaar haar 35-jarig jubileum als zangdocente. In het begin van de jaren tachtig was het lesgeven nog een bijverdienste. Ze gaf zangles aan amateurzangers en dat was aanleiding voor Ton Hartsuiker, toenmalig directeur, om haar naar zijn Utrechtse conservatorium te halen. Eerst voor het vak schoolmuziek, later als hoofdvakdocente zang.

Het jubileum werd gisteren gevierd met een lunchconcert van de buitencategorie en de presentatie van een boek over het werk van de zangpedagoge. Met haar verjaardag – een dag eerder samen met de koning – was er genoeg reden voor een muzikaal feest, echter zonder de obligate toespraken. Zelfs de overhandiging van het boek aan de jubilaris, na afloop van het lunchconcert in de foyer, geschiedde grotendeels zingend.

Het hoognodige werd gezegd door Radio 4-presentator Ab Nieuwdorp, die de met leerlingen, vrienden en collega’s gevulde zaal van TivoliVredenburg door het programma leidde. De presentator/musicus kende Henny Diemer persoonlijk uit zijn studietijd aan het Utrechts conservatorium. “Iemand met een eigen geluid, die alles voor de zangkunst opzijzette”, zo typeerde Nieuwdorp de docente, die midden in de zaal, op een met slingers versierde fauteuil, de muzikale hulde in ontvangst nam.

Veel vocale muziek klonk er in een programma dat de clichés grotendeels vermeed en de (oud)leerlingen van Henny Diemer alle kans gaf om te laten horen wat ze geleerd hebben. Satriya Krisna, in duet met Rosina Fabius, opende de rij. De Indonesische tenor won recent enkele prijzen tijdens de International Student LiedDuo Competition in Groningen en hij is geselecteerd voor het komende Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch. Daar wonnen in het verleden nogal wat voormalige studenten van de Utrechtse pedagoge prijzen.

Een andere oud-leerling, Bernadeta Astari, was in 2012 winnaar van de Dutch Classical Talent Award. Indrukwekkend was haar bijdrage aan het concert, met twee stukken uit haar geboorteland Indonesië. Mezzosopraan Leonie van Rheden kreeg met het ‘Lied der Waldtaube’ uit Schönbergs Gurre-Lieder de zaal stil. En er viel veel te lachen in de virtuoze act van sopraan Selma Harkink, samen met echtgenoot Jan-

Martijn Sanders en zijn twaalf Zerlina's. (© Place de l'Opera)
Martijn Sanders en zijn twaalf Zerlina’s. (© Place de l’Opera)

Paul Grijpink. Haar uitvoering van het lied ‘Art is calling for me’ van Victor Herbert was cabaretesk en buitengewoon geestig.

Jan-Paul Grijpink begeleidde, afgewisseld door zijn collega Ernst Munneke, veel van de zangers tijdens het lunchconcert. De pianisten studeerden beiden aan het Utrechtse conservatorium en fungeerden in het verleden als begeleider bij de lessen van Henny Diemer. Grijpink zong zelfs een regeltje bij het optreden van Martijn Sanders. De bas-bariton zong zijn docente toe met het lied ‘Là cie darem la mano’ uit Don Giovanni. Omgeven door een groot aantal zich nogal opdringende Zerlina’s op het podium, die de duetpartij deelden, bleef hij in zijn ode gericht op zijn voormalige docente in de zaal.

Voor het overhandigen van het eerste exemplaar van Voce, voce, voce verplaatste het publiek zich naar de foyer. Sopraan Charlotte Houberg opende dat deel van het programma met herinneringen aan de lessen van Henny Diemer, die altijd sterk georiënteerd waren op zangtechniek. “Ik heb genoten van je lessen”, liet ze haar voormalige docente weten. Zingend somden twee andere oud-leerlingen op wat ze allemaal hadden meegenomen van de lessen op het conservatorium.

De suggestie om een boek te maken, sprak Henny aan, vertelde schrijfster Francine Rietdijk bij het overhandigen van het eerste exemplaar. Het idee voor het boek was ontstaan op een terras in Utrecht in 2012. “Henny wilde haar visie op het vak wel delen, maar achtte zichzelf niet in staat het boek te maken”, verklaarde de schrijfster – ook oud-leerling – die vijf jaar aan het boek werkte.

Charlotte Houberg spreekt Henny Diemer toe. (© Place de l'Opera)
Charlotte Houberg spreekt Henny Diemer toe. (© Place de l’Opera)

Terwijl de rij voor het tafeltje waaraan de eerste boeken verkocht werden groeide, had Francine Rietdijk gelegenheid wat vragen van Place de l’Opera te beantwoorden. “Wat Henny Diemer bijzonder maakt? Haar tomeloze inzet. Ze is 24/7 betrokken bij haar werk en haar leerlingen. Ze kon nachten besteden aan het maken van lijsten met geschikt repertoire voor de producties op het conservatorium, die letterlijk werden aangekleed met stoffen die ze zelf op de lapjesmarkt kocht.”

Rietdijk typeert haar stijl als duidelijk en concreet, met stevige feedback aan haar leerlingen. De schrijfster zat haar onderwerp dicht op de huid tijdens de individuele lessen die ze kon bijwonen. “Henny heeft een fenomenaal gehoor. Ze weet precies of de klank daar is waar hij moet zijn. Ze denkt heel goed na over welke rollen voor een leerling geschikt zijn en is daar duidelijk in.” Ging het ook weleens mis? “Zeker, er zijn leerlingen die haar aanpak niet aankunnen en schrikken van haar directheid.”

Eén van de zangers die voor het boek zijn geïnterviewd is bas-bariton Martijn Sanders, inmiddels een gevestigde naam in Nederland. Hij herinnert zich zijn eerste les nog: “Ik kwam binnen en werd meteen op de grond gelegd met een stapel boeken op mijn buik. Die moest ik omhoog zien te ademen. Henny legde daar grote nadruk op. Ze leerde je hoe je niet moet duwen, maar tegen je borst moet aanleunen, ‘appoggiare’ heet dat.”

Is er, luisterend naar alle oud-leerlingen die vanmiddag zongen, een kenmerk, een soort ‘Henny-touch’ in hun manier van zingen? “Henny let sterk op de techniek, interpretatie komt bij haar niet als eerste”, meent Sanders. “Goed leren zingen, talent hebben en muzikaal zijn, daar begint het mee. Als je vanuit die basis zingt, dan wordt het jouw interpretatie uiteindelijk. Haar studenten beschikken over een solide techniek, waardoor ze zichzelf kunnen zijn. Ieder heeft een eigenheid die vrijkomt op de bühne. Dat kom je goed horen vanmiddag.”

Het boek Voce, voce, voce is uitgegeven in eigen beheer. Informatie is te krijgen via dit emailadres: info@calliope-vocaal.nl.

Vorig artikel

Lisette Oropesa: dochter van Rigoletto

Volgend artikel

Onschuld triomfeert in de ‘andere’ Nabucco

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.