BuitenlandFeaturedOperarecensie

Santa Fe doopt opera over Steve Jobs

De Sante Fe Opera bracht op zaterdag 22 juli de wereldpremière van The (R)evolution of Steve Jobs, een coproductie met Seattle en San Francisco. Componist Mason Bates en librettist Mark Campbell hebben het levensverhaal van de medeoprichter van Apple omgesmeed tot een fascinerende opera.

Edward Parks als Steve Jobs en Garrett Sorenson als Woz. (© Ken Howard / Santa Fe Opera)

De dag voor de première kreeg de pers het libretto van The (R)evolution of Steve Jobs toegestuurd, zodat het al voor de voorstelling een idee had van de tekst van Mark Campbell. Maar woorden zijn slechts één aspect van dit fascinerende nieuwe werk.

Regisseur Kevin Newbury gebruikt een flinke dosis nieuwe technologie om het verhaal van Steve Jobs te vertellen. In achttien korte scènes, omlijst door een proloog en een epiloog, behandelt hij belangrijke gebeurtenissen uit Jobs’ leven, gebruikmakend van specifieke data, van de jaren zestig tot het begin van de 21ste eeuw. Er is geen pauze. Het negentig minuten durende drama werkt in één ononderbroken beweging toe naar de climax: de dood van de hoofdpersoon. De ontknoping zet aan het denken over Jobs’ waarden en het effect dat zijn leven op ons allen had.

Decorontwerper Victoria ‘Vita’ Tzykun maakt gebruik van lichtbakken, verwijzend naar het exterieur van Apple-winkels. Projectieonwerpers van 59 Productions en lichtontwerper Japhy Weideman presenteren daarop een caleidoscopische stroom van eye candy, van lijnen die doen denken aan gekleurde, flikkerende bedrading tot muurschilderingen van bloeiende bomen. Het geluidsontwerp van Rick Jacobsohn en Brian Losch staat garant voor een mooi evenwicht tussen zangers en orkest.

De opera opent met jengelende muziek en lichtblokken midden op het toneel. De blokken bewegen en kantelen zich, langzaam veranderend in de schappen van een kleine garage, waar vader Paul Jobs (Kelly Markgraf) de tiende verjaardag van zijn zoon Steve (Edward Parks) viert door hem een werkbank te geven. Tegen die tijd heeft het openingsthema in de muziek een volwaardige orkestratie gekregen.

Na de proloog wordt een sprong van 42 jaar in de toekomst gemaakt, als Jobs “the one device” lanceert, een technologische revolutie. Hij zingt: “In one hand, all you need, communication, information, communication”, waarna het koor van omstanders aan het kopen slaat. Jammer genoeg wordt Steve op dat moment geconfronteerd met kortademigheid en realiseert hij zich dat hij ziek is.

Steve’s voormalige mentor Kōbun Chino Otogawa, met resonerende lage tonen gezongen door Wei Wu, probeert Steve met beide benen op de grond te houden, maar hij noch Steve’s liefdevolle vrouw Laurene (Sasha Cooke) kan hem afremmen. In een andere scène zien we een kalligrafieles, waar Steve de Japanse esthetica leert kennen, met mezzosopraan Mariya Kaganskaya als de leraar.

De vijfde scène zorgt voor een welkome vrolijke noot. Steve Jobs en Steve Wozniak (‘Woz’) zingen over een blauwe box die de tonen reproduceert die nodig zijn om langeafstandsgesprekken te verbinden. Jobs en Woz vinden uit om dat te doen met Bells eigen geluiden, zonder een cent uit te geven. De implicaties zijn geweldig. Ze zingen hoe ze ‘corporate Goliaths’ omver zullen brengen.

Scène uit The (R)evolution of Steve Jobs. (© Ken Howard / Santa Fe Opera)

Later bedrijven Steve Jobs en zijn vriendin Chrisann (gespeeld door sopraan Jessica E. Jones) de liefde onder de bloeiende bomen van een boomgaard in Californië. Maar kort daarna ontmoet hij Laurene. Ze worden verliefd op elkaar bij de klanken van haar kalmerende mezzostem.

Steve en Woz zingen een duet over “one more thing” dat een computer nodig heeft. Ze krijgen ruzie en Woz verlaat hun bedrijf. Kort daarna degradeert de raad van bestuur Steve, die het bedrijf eveneens verlaat. Pas dan begint Steve zich te realiseren dat hij de controle over zijn ego verloren heeft. In een duet met Laurene wordt hij geconfronteerd met zijn sterfelijkheid.

Na een orkestraal tussenspel – dat naar ik verwacht door veel symfonieorkesten zal worden opgepikt – voltrekt Kōbun het huwelijk tussen Steve en Laurene in een boeddhistische ceremonie. Ze hebben echter niet veel tijd samen.

De finale van de opera is een herdenkingsdienst voor Steve. Woz zingt: “Gone too soon, way too soon.” Als de opera het einde nadert, vraagt Laurene het publiek sluw om niet voortdurend op hun telefoons te kijken.

Mason Bates heeft intense, steeds dramatischer wordende muziek geschreven op Mark Campbells ongebruikelijke, non-lineaire libretto. De componist gebruikte elektronica en een gitaar om Steve en zijn drukke leven neer te zetten, terwijl vloeiende maar intense strijkinstrumenten van Laurenes kalme persoonlijkheid verhaalden. Kōbuns status werd verklankt met klankschalen en Thaise gongs. Bates creëerde zo voor iedere hoofdpersoon een eigen wereld. Maestro Michael Christie leverde ijzersterk werk door Bates’ elektronica met de orkestinstrumenten te integreren.

Deze leitmotiven en veel meer fascinerende muzikale passages vormden samen een opera die het publiek op het puntje van zijn stoel zette. Een avond om immens van te genieten. Ik ben benieuwd wat de San Francisco Opera met het werk gaat doen in seizoen 2019/2010!

Zie voor meer informatie over de opera de website van de Santa Fe Opera.

Vorig artikel

Opera in de media: week 30

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Marcel, Eric en BMW 7

De auteur

Maria Nockin

Maria Nockin