FeaturedOperarecensie

Gemengde gevoelens bij reprise Figaro

Het is niet bepaald spetterend, maar ook niet slecht. Soms klinkt het fraai, soms zit je te knikkebollen. De reprise van Le nozze di Figaro bij De Nederlandse Opera heeft niet echt één gezicht. Het kabbelt gemoedelijk van plus naar min. Gedenkwaardig is het daarmee niet.

Pisaroni als Figaro met Comparato als Cherubino (foto: Hans Hijmering).
Pisaroni als Figaro met Comparato als Cherubino (foto: Hans Hijmering).

De productie van Mozarts Le nozze di Figaro is er eentje uit de Mozart/Da Ponte-cyclus die de regisseurs Jossi Wieler en Sergio Morabito in 2006 maakten. De Nederlandse Opera (DNO) is momenteel bezig de afzonderlijke opera’s te herhalen. Vorig seizoen mocht Così fan tutte, nu Nozze.

Wieler en Morabito hebben van graaf Almaviva de eigenaar van het automerk Almaviva gemaakt. De andere personages zijn familie dan wel personeel. De opera speelt zich voornamelijk af in de showroom van het bedrijf, waar een sportmodel van Almaviva in het midden staat opgesteld. Niet bepaald een doorsnee-Figaro dus.

Over de ideeën van het duo kan ik kort zijn: ik vind er weinig aan. Afgezien van het feit dat de moderne enscenering zich tot het gedateerde libretto verhoudt als een mobieltje tot een postduif, mis ik erg de interactie. Onbegrijpelijk dat de regisseurs de solisten soms meters uit elkaar zetten in duetten en ensemblestukken.

Hoe kan het ‘perdono’ van de graaf aan het einde van de opera nu tot je hart doordringen als hij tien meter van de gravin verwijderd staat? En wat moet Cherubino wel hebben gedacht toen hij z’n ‘Voi che sapete’ zong terwijl de gravin hem helemaal niet zag staan?

In de derde akte wordt duidelijk waar een beetje interactie al niet toe kan leiden. Het spel is veel levendiger en grappiger en het publiek lijkt te ontwaken uit de sleur van de eerste akte. Maar in de slotakte wordt alle interactie (bewust) weer gemeden. Er zijn wel videobeelden die dat opvangen, maar die constructie komt op mij nogal kunstmatig over.

Dit alles roept bij mij de vraag op of Wieler en Morabito hun energie en creativiteit niet beter kunnen steken in een levendige personenregie met veel vernuftige interactie in plaats van zich suf te denken hoe ze zoveel mogelijk inconsequenties in hun moderne regie kunnen vermijden.

Luca Pisaroni: een wereldtopper in de maak

Muzikaal gezien mis ik pit. Niet altijd in termen van tempo, maar met name ook in de recitatieven. Met alle respect voor de pianist: de bedeesde akkoordjes van de fortepiano halen het bij lange na niet ten opzichte van het spitse, rappe geluid van een clavecimbel. De vaart moet daardoor helemaal van de zangers komen.

In combinatie met de vlakke regie zorgt dat voor een gemoedelijke voorstelling: de personages gaan niet heel diep en de muziek is niet op het scherpst van de snede.

Gelukkig zitten er in de cast diverse solisten om je over te verheugen. Uitblinker is Luca Pisaroni als Figaro. De Italiaan krijgt me voor de zoveelste keer om met zijn geweldige uitstraling en acteerspel, en niet in het minst ook met zijn forse stem, waarmee hij zeer intelligent zijn partij zingt. Een wereldtopper in de maak.

Eén van de Nederlandse opvaller: de jonge Channa Malkin als Barbarina (foto: Hans Hijmering).
Eén van de Nederlandse opvaller: de jonge Channa Malkin als Barbarina (foto: Hans Hijmering).

Opvallend is ook de fraaie Nederlandse inbreng in de productie. Marcel Reijans zingt een uitstekende Basilio. Zijn (soms weggelaten) aria ‘In quegl’ anni, in cui val poco’ is één van de meest overtuigende momenten van de avond. Mag hij alsjeblieft eens een hoofdrol krijgen?

Charlotte Margiono is een prachtige Marcellina, zowel in haar spel als haar heldere, blinkende zang. De zeer jonge Nederlandse sopraan Channa Malkin maakt indruk als Barbarina. Ze zingt haar aria wonderschoon, met een stem die niet beter de kinderlijke onschuld en onbedorvenheid had kunnen uitdrukken.

Marina Comparato geeft een speelse, leuke vertolking van Cherubino. De andere solisten vind ik wisselvallig. De graaf (Garry Magee) en gravin (Michaela Kaune) hebben mooie en minder mooie momenten, en dat geldt eigenlijk ook voor Marie Arnet als Susanna. Zij heeft een puur geluid waar ik wel voor val, maar ze mist volume.

Onder leiding van Constantinos Carydis is het Nederlands Kamerorkest soms prachtig, maar soms ook een tikkeltje uit de pas met het toneel of aan de langzame kant. Plussen en minnen zonder doorslaggevende factor, het somt deze hele Nozze op.

Le nozze di Figaro is tot en met 3 februari nog acht keer te zien in Het Muziektheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

Reisopera geeft een Verdi-bal vol debuten

Volgend artikel

Schwarz nieuwe intendant Deutsche Oper

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

7Reacties

  1. Kevin
    16 januari 2010 at 12:10

    I envy you for having Michaela Kaune as the Countess. She is one of my favourite lyric sopranos. Perhaps she had a bad night?

  2. J. v.d. Bee
    16 januari 2010 at 17:23

    Gelet op de enorme investering in de Da Ponte cyclus van DNO zullen wij helaas de komende jaren nog wel geconfronteerd worden met enkele losse delen (ik heb begrepen dat Don Giovanni niet meer zal worden uitgevoerd). Helaas, ik dacht gisteren toch wel een aantal keer terug aan de productie van Flimm alhoewel die ook niet ideaal was.

    Pluspunt was dat Metzmacher niet dirigeerde en wij gelukkig een pianoforte in plaats van de synthesizer kregen. Helaas waren de natuurhoorns gebleven in het orkest met veel gekraakte noten als gevolg. Carydis is gelukkig een duizend maal zo betere Mozart dirigent als Metzmacher. Voor mij betekende dat dit bij deze reprise de ergenis niet meer het muzikale deel vooral betrof. Dat toch ook zoals in de recensie is opgemerkt het niet echt op gang kwam en geen dolle dag werd ligt vooral aan de regie want de solisten waren niet slecht met Pisaroni als vocaal prachtige Figaro. Zijn stem deed mij soms denken aan Taddei.

    De productie is voor mij alleen al door de kleurstelling van het decor onmuzikaal. De muziek van Mozart vraagt om zachtere kleuren in plaats van het al dat harde licht en het groen van de auto dat het toneelbeeld bepaald. Die kilheid gecombineerd met een niet erg interessante personenregie maakte voor mij weer duidelijk dat deze productie op geen enkele wijze recht doet aan dit meesterwerk hoezeer dirigent en zangers ook hun best doen. Het blijft toch allemaal wel erg afstandelijk.

    De laatste akte met de videobeelden is zeer verwarrend voor een groot deel van het publiek merkte ik nu en ook de vorige keer al. Het is namelijk zeer onduidelijk om de handeling in het toneelbeeld – Susanna en de gravin hebben daar namelijk hun eigen kleding aan – te begrijpen. Alleen een geoefend oog of een kenner van het verhaal ziet dat in de niet al te scherpe beelden van de “bewakingsvideo” sprake is van een verkleedpartij om het maar zo te zeggen

  3. Laura
    17 januari 2010 at 13:12

    Inderdaad, een behoorlijke tegenvaller – de regie deed me tijdens de uitzending op televisie in 2006 al niets, maar nu in het ‘echt’ nog minder.
    De laatste akte met de videobeelden was behoorlijk verwarrend (zelfs als je weet wat er gaande is!) en bovendien doodsaai. Het zou toch veel leuker zijn om de zangers dit op het podium te laten doen. Zoals iedereen hier al zegt, het blijft allemaal veel te veel op afstand.

    Ik vond de muzikale leiding trouwens ook niet je van het – in de eerste akte waren er toch wel problemen bij de coördinatie tussen het toneel en de orkestbak, die gelukkig bijtrokken.

    Toch jammer, omdat de cast behoorlijk sterk was, met Pisaroni (Figaro) en Comparato (Cherubino) als mijn grote favorieten.

    En Basia, jammer dat de Wieler-Morabito Don Giovanni ook weer in de reprise gaat, maar te verwachten. Hopelijk gaan deze producties daarna de deur uit. Verder meen ik met te herinneren dat je ergens bij een ander onderwerp hebt geschreven dat de tenor Ismael Jordi ook voor de toekomst geboekt is bij DNO en volgend jaar Romeo zou zingen (dat doet mij deugd, ik ben wel fan van Jordi). Ben je misschien in het bezit van nog meer noemenswaardige ‘scoops’ op dit gebied? Komt Verdi terug volgend seizoen? En zijn er plannen voor nog meer Puccini? En staan er verder nog noemenswaardige artiesten in de planning, bij DNO of de Zaterdagmatinee?

  4. 17 januari 2010 at 14:12

    Ja ondanks ales toch meer genoten dan de vorige keer bij deze
    le nozze,zeker door de dirigent nu tenminste een zeer muzikale uitvoering
    gelijk al bij de ouverture,maar ookvoor de zangers zelf nu veel meer vrijheid om echt te mogen zingen,vooral de Figaro van Luca Pisaroni
    wereldklasse,heb vele figaro s gehoord en gezien overal inde wereld maar deze is TOP,knap van de DNO om deze man toch steeds weer terug te krijgen,wil nog veel meer genieten van deze man.
    Ja laat nu toch eens wat meer zien en horen van Marcel Reijans
    kom weer eens met een Arabella en deze als Matteo,geweldig
    laatst van hem gezien.Er is zoveel moois,komt ie volgend seizoen weer in een lullig psrtijtje die van Jacquino in Fidelio,geef die man meer rollen.Jammer dat de Don Giovanni wel terug komt was al blij dat het niet doorging,zit een ding op met z n allen niet daar heen gaan de zaal leeglaten,kijken wat er dan gebeurt
    Allemaal protestern schrijven naar de Dno,misschein ……

  5. J. v.d. Bee
    18 januari 2010 at 00:01

    Basia dank voor de info. Ik ben met name benieuwd naar De Legenden (de radiouitzending van de Matinee deed verlangen naar een scenische uitvoering) en naar Billy Budd (welke versie wordt er gedaan ?). Les vepres kan interessant worden als de cast adequaat is en Decker of Audi de regie gaan doen.

  6. Laura
    18 januari 2010 at 14:28

    Basia, voor mij is dit bijna allemaal nieuw, maar ik zie toch behoorlijk wat om naar uit te kijken!
    Vooral voor Les Vepres, Roméo et Juliette, Fidelio en Evgeny Onegin loop ik nu alvast warm. En de Rosenkavalier niet te vergeten! Ik neem aan dat die dan begeleid wordt door het KCO?

    Ik ben verder nog razend benieuwd naar de casts bij DNO, naar het vocaal in de grote zaal (ik hoop waarschijnlijk tevergeefs dat Gheorghiu ons nog eens aan zal doen, en ik zou heel graag Joyce Didonato haar Rossini-Colbran repertoire horen brengen …) en naar de O-serie van de Zaterdagmatinee ben ik natuurlijk ook razend benieuwd. Het is zo jammer dat die informatie zo lang geheim gehouden moet (?) worden terwijl bij Eva Maria Westbroek allang op de website staat dat ze op 15 oktober 2011 La Gioconda zingt in de Zaterdagmatinee (ik heb nu al zin!). Ik ga er maar vanuit dat zodra jullie het mogen brengen, dat ik de informatie hier kan vinden! 🙂

  7. J. v.d. Bee
    18 januari 2010 at 15:09

    Rattle zal der Rosenkavalier doen met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Tussen Rattle en het KCO is nooit meer goedgekomen na zijn debuut.

    Ik neem aan de Onegin een nieuwe productie is ivm de tv-opname of is het de Schaaf productie ?