AchtergrondCD-recensiesFeatured

Twee kijktips voor Les Troyens

Deze maand herhaalt De Nederlandse Opera een productie van Les Troyens van de hand van Pierre Audi. Basia Jaworski geeft twee kijktips voor wie zich alvast wil verdiepen in de grootse vijfakter van Hector Berlioz.

Persoonlijk (niet slaan!) houd ik niet echt van Les Troyens. Het is me te statisch, te klassiek van vorm ook, want op zoek naar zijn ideale klankbeeld reisde Berlioz terug in de tijd, Gluck achterna.

Een goede voorstelling kan echter wonderen verrichten. En zie: een wonder is geschied. De in 2003 in het Théatre du Châtelet op drie dvd’s opgenomen productie van Yannis Kokkos (Opus Arte OA 0900 D) kan ik in één woord beschrijven: FANTASTISCH!

Van het begin tot het eind keek ik geboeid en was vol bewondering voor zowel de regisseur (die ook de decors en kostuums voor zijn rekening nam) als de zangers.

In de eerste twee akten kiest Kokkos voor sensationele visuele effecten, die al beginnen voordat het doek opengaat. Met hulp van spiegels, projecties, kleuren en lichten ontstaat een multidimensionale voorstelling, niet begrensd door regels, noch door de logica.

Op die manier creëert Kokkos een stad in een stad en zo kunnen we de glorie van het oude Troje nog aanschouwen op hetzelfde moment als zij ondergaat. Het Carthago-gedeelte is wat rustiger, hier overheersen de harmonie en geometrische lijnen.

De opera wordt gedragen door twee zangeressen. Anna Caterina Antonacci – een sopraan met een fantastische laagte, sensationele gebaren en onbegrensde mimiek – imponeert als de gekwelde Cassandre. De zoetgevooisde Susan Graham zet een bijzonder ontroerende Didon neer.

Maar ook met de heren is er helemaal niets mis. Gregory Kunde (wat een prachtige, makkelijke hoogte!) schittert als Énée en Laurent Naouri is een imponerende Narbal/Le Grand Prêtre.

John Eliot Gardiner dirigeert het zeer transparant spelende Orchestre Révolutionnaire et Romantique.

New York, 1983
Wie wel eens richting Amerika gaat of regelmatig boodschappen doet op Amazon, kan een wat oudere en behoorlijk ingekorte voorstelling van de Metropolitan Opera op de kop tikken. Het dateert uit 1983 en is (hoe kan dat anders?) zeer traditioneel, met alles erop en eraan (Pioneer Classisc PC-11673).

De vertolkers van de hoofdrollen zijn stuk voor stuk indrukwekkende namen: Jessye Norman (Cassandra), Tatiana Troyanos (Dido) en Plácido Domingo (Aeneas)!

De opname zelf is ook bijzonder. Omdat de elektriciteit tijdens de live-tv-uitzending op 8 oktober was uitgevallen, werd een klein deel van de tweede akte geplukt uit een eerdere voorstelling.

James Levine dirigeert zoals we van hem gewend zijn: spannend, groots en met spierballen.

Vorig artikel

Finley vertaalt schoonheid in het Engels

Volgend artikel

Slatkin trekt zich terug uit Met-productie

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski