FeaturedOperarecensie

Pasen in Berlijn: Alagna, Garanca én Flórez

Tijdens het paasweekend was er enorm veel te zien en te horen in Berlijn. De grootste verrassingen zaten in de paaseieren van de Deutsche Oper: een prachtige Carmen met Alagna en Garanca en een overtuigend concert van Juan Diego Flórez.

Garanca als blonde Carmen in Berlijn (foto: Bettina Stöß).

De Deutsche Oper heeft de laatste tijd veel te maken met afzeggingen. Zelfs het ‘Singer Fest’ rond Pasen leek verpest te worden doordat Vesselina Kasarova vanwege ziekte drie voorstellingen van Carmen met Roberto Alagna af moest zeggen. Maar Pasen is geen Pasen zonder grote verrassing: Elina Garanca viel voor Kasarova in.

We kregen in Berlijn dus de kans om dit koppel van blonde protagonisten te horen, die samen zoveel succes hadden in de Carmen van de Metropolitan Opera in december 2009.

Roberto Alagna was in uitstekende vocale en fysieke vorm en gaf simpelweg een sensationele vertolking van zijn rol van Don José. Het was grappig om te zien hoe deze Franse opera in Spaanse setting de perfecte gelegenheid voor Alagna schiep om het Siciliaanse, warme bloed dat door zijn aderen stroomt uiting te geven.

Zijn Don José is een jaloerse, vurige geliefde, een bewuste exhibitionist van zijn eigen sex appeal, klein van figuur, misschien lijdend onder een Napoleon-complex, en zeker bereid te moorden voordat hij zijn geliefde vrijlaat.

Voor niet-Italianen klinkt dit misschien als het cliché van de Latino-macho, maar laat me je verzekeren dat dit de manier is waarop Sicilianen liefde zien in het echte leven. Hierdoor was de slotscène dan ook zo realistisch en overtuigend als maar zijn kan! Dit is wat je zou kunnen noemen ‘to burn the stage’.

Elina Garanca, de blonde Carmen, liet eveneens zien haar rol vocaal uitmuntend te beheersen. Niettemin vond ik haar controle van de muzikale lijnen en de ondoorbroken schoonheid van haar stem van laag tot hoog niet gunstig voor een echt sensuele, gevaarlijke ‘femme fatale’ met boheems bloed.

Naar verluidt zong Maria Callas nooit Carmen op het toneel omdat ze de vereiste tijd niet had om Spaanse dansen te leren. Een noodzakelijkheid die Garanca waarschijnlijk niet voelt. Ze schudde en zwaaide met haar rok van links naar rechts en dat was de volledige choreografie.

Maar de kwaliteit van de voorstelling werd niet belemmerd door zulke details. Toegegeven, de directie van Yves Abel was niet echt een openbaring, maar eerder wat we in het Duits ‘solide Routine’ zouden noemen. Maar er was zoveel dat dat compenseerde! Bijvoorbeeld het grappige en goed voorbereide kinderkoor of het hemelse, engelachtige optreden van Micaela Kaune als Micaëla. Zij zong met een schoonheid, elegantie en tederheid die geprezen moet worden.

Belcanto-koning

Paaszondag bracht een andere prachtige verrassing naar de Deutsche Oper: Juan Diego Flórez gaf een ariaconcert met orkest, opnieuw onder leiding van Yves Abel. Op het programma stonden werken van Cimarosa, Rossini, Donizetti en verrassend genoeg Verdi.

Flórez in concert in Berlijn (foto: Bettina Stöß).

Een kleine stem met geweldige effecten: dat is in feite wat Flórez één van de meest geprezen tenoren van vandaag maakt. De knappe Peruaan fascineerde met de puurheid en verfijning van zijn klank, zijn onweerstaanbare gevoel voor frasering en – ik kan het nooit genoeg benadrukken – de prachtige helderheid van zijn dictie. Een rijtje kwaliteiten dat Flórez rechtstreeks in de traditie van tenoren als Tito Schipa plaatst.

Dit wordt vooral zichtbaar wanneer Flórez de belcanto-rollen zingt waar zijn stem voor geschapen lijkt te zijn: in dit geval Rossini’s Otello en het rondo uit Il barbiere di Siviglia, of de hoge c’s in Tonio’s aria uit La Fille du Régiment. In dit repertoire maakt zijn fraaie stem van hem een fenomale tenor.

Tweederangs, beperkt en onaangenaam was daarentegen zijn vertolking van de aria’s van de hertog van Mantua: ‘Questa o quella’, ‘Parmi veder le lagrime’ en als toegift ‘La donna è mobile’. Drie aria’s die bevestigden dat hij – in elk geval op dit moment – beter zijn collega’s Verdi kan laten zingen, hoewel het publiek het wel kon waarderen.

Maar wie weet: misschien komt er een dag dat Cecilia Bartoli Traviata zal zingen. Dan zal Flórez de juiste Alfredo zijn. Maar ik hoop dat we vele Paasfeesten moeten wachten voordat we daarmee verrast worden!

Alessandro Anghinoni is correspondent van Place de l’Opera in Berlijn en Zürich. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.

Vorig artikel

Slatkin trekt zich terug uit Met-productie

Volgend artikel

Place de l’Opera plaatst 1000e artikel

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni