FeaturedOperarecensie

Prachtzangers bejubileren Opera Studio

Met een jubileumproductie van Monteverdi’s Orfeo liet Opera Studio Nederland dinsdag en woensdag horen wat het in huis heeft. En dat is niet niks. De twaalfkoppige cast bestond, zonder uitzondering, uit knappe, unieke zangers, met in de titelrol een zeer overtuigende Martijn Cornet. Zo vier je feest.

Scène met in het midden Martijn Cornet (foto: Boy Hazes).

Opera Studio Nederland zet zich onder leiding van directeur Hans Nieuwenhuis alweer twintig jaar in om jonge, getalenteerde operazangers op weg te helpen in de beroepspraktijk. De studio wil een brug slaan tussen de schoolbanken en het operatoneel en heeft op die manier aan de basis gestaan van vele mooie carrières.

Getuige de jubileumproductie van Claudio Monteverdi’s La tragedia d’Orfeo zal dat voorlopig ook wel zo blijven. Want gezien het acteervermogen en vooral de vocale kwaliteit van de twaalf jonge zangers zitten er nog heel wat mooie carrières aan te komen.

Martijn Cornet, in 2008/2009 ensemblelid bij de studio, voerde de cast aan als Orfeo. Hoewel niet vlekkeloos, vond ik zijn vertolking bijzonder overtuigend. Met een mengeling van robuuste, stoere zang en ingetogen, knap beheerste kopstempassages gaf hij Orfeo een trots, sterk gezicht en een lijdend, gekweld hart. Diepgaand en continu boeiend.

En Cornet was slechts één van de twaalf fraaie kelen die openbloeiden. Catherine Daniel zong intens dramatisch de rol van Messagiera, Oscar Verhaar verraste me met zijn krachtige, pure countertenor in de rol van Speranza, Anatoli Siuko stond als een huis als Caronte, de Proserpina van Regina Davis zou met haar warme, smekende zang iedere god om gekregen hebben en Iurii Samoilov liet als Plutone een eenvoudigweg overrompelend fraaie, volle, rijke stem horen.

(Foto: Boy Hazes.)

En dan heb ik nog lang niet allen gehad. Dorine Mortelmans zong als La Musica een spannende, knap gefraseerde proloog, Meghan Lindsay was een tedere, lieflijke Euridice, Jussi Lehtipuu maakte veel indruk op me met zijn volwassen optreden als Apollo, Elmar Gilbertsson speelde met zijn doordringende, forse tenor vaak een leidende rol en en ook Donij van Doorn en Bora Balci waren klinkend aanwezig. Gezamenlijk waren de solisten ook nog eens goed voor een paar adembenemend gedempt gezongen koorpassages.

De solisten werden prima begeleid door het Orfeo Consort onder leiding van de jonge Trisdee na Patalung. Op sommige momenten had ik wat meer vuur en kracht verwacht, maar op andere momenten wist het ensemble veel spanning op te roepen en drama te creëren.

Mooier dan met zo’n jonge, hoogstaande groep musici had Opera Studio Nederland haar jubileum niet kunnen vieren. De prachtzang van de twaalf solisten was niet alleen een ode aan twintig jaar harde arbeid, maar ook een veelbelovende boodschap aan operaliefhebbers: de kweekvijver is nog lang niet opgedroogd.

Zie voor meer informatie de website van Opera Studio Nederland.

Vorig artikel

Column: Sybrand van der Werf

Volgend artikel

Talentenprogramma RAP speelt Candide

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.