Operarecensie

Verbluffende Ruiten redt lauwe Entführung

Als Lenneke Ruiten er niet was geweest, had het Orkest van de Achttiende Eeuw met de concertante productie van Die Entführung aus dem Serail een kleurloos jubileum beleeft. Maar gelukkig, ze was er wel en ze gaf met haar verbluffende Konstanze aanleiding genoeg om toch nog opgetogen naar huis te gaan.

Uitblinker Lenneke Ruiten (foto: Marco Borggreve).

Als ik alle facetten van de uitvoering even zwaar mee zou wegen, dan was Die Entführung aus dem Serail van het jarige Orkest van de Achttiende Eeuw in mijn ogen maar een karige vertoning. Bij een dertigjarig jubileum verwacht je groot feest, een concert van topkwaliteit, een muzikale bekroning van drie decennia orkest-zijn. Maar geen van dat alles was waar, gisteren in het Concertgebouw in Amsterdam.

Om met het orkest te beginnen: dat zorgde voor een maar weinig inspirerende avond. Oprichter Frans Brüggen gaf ongebalanceerd leiding. De bassectie heerste op het podium, terwijl de vioolsectie verwaarloosd werd. En in de grotere scènes maakten percussie en blazers alle anderen, inclusief solisten en koor, overbodig. Ik vroeg me af hoe het amper te horen Cappella Amsterdam zich voelde. Toch al zo weinig te doen, en dan ook nog overstemd worden.

Brüggen haalde ook regelmatig het tempo uit de opera met slome dan wel veel te ingetogen passages. Het zal ongetwijfeld (ook) een kwestie van smaak zijn, maar mijn hart ging van deze interpretatie niet sneller kloppen.

Jeroen Lopes Cardozo had een semi-enscenering gemaakt, maar het begrip ‘semi’ bleek je nogal ruim op te moeten vatten. Ja, er waren een paar rekwisieten te bespeuren, maar verder was het vooral een concertante uitvoering met net iets meer theatrale bewegingen van de solisten. De zwakke monologen van Bassa Selim (gespeeld door Sabri Saad El Hamus) veranderden daar niets aan.

Ook over de cast kan ik helaas niet onverdeeld positief schrijven. Anders Dahlin was als Belmonte simpelweg niet te horen. Zijn beperkte, egale geluid was in zijn aria’s oninteressant en werd in de ensemblestukken simpelweg van het toneel geveegd. Typisch was zijn samenzang met de wel overtuigende Marcel Beekman (Pedrillo). Terwijl Beekman zijn tenor tot in de kleinste hoekjes van de Grote Zaal projecteerde, stond Dahlin er als een mimespeler naast. Overtuigende mime, dat wel, maar zo zal Mozart het niet bedoeld hebben.

Michael Tews was een prima Osmin, maar wist de enorme komische potentie van zijn rol niet te benutten. En ook Cyndia Sieden wist niet uit haar rol, Blöndchen, te halen wat erin zit. Haar stem miste mijns inziens kracht en sprankeling om de pittige dame overtuigend neer te zetten.

Maar daar was dan dus nog Lenneke Ruiten. Werkelijk alles aan de Nederlandse sopraan was van verbluffende kwaliteit. Haar timbre was jeugdig, kwetsbaar en tegelijk zeer dramastisch. Er klonk karakter in, en dat versterkte ze met sublieme frasering. Met orenschijnlijk onmogelijke ademhappen gleed ze indrukwekkend door haar allesbehalve eenvoudige partij.

En dan die coloraturen. Man, ik heb in zeer lange tijd niet zulke gave, geperfectioneerde coloraturen gehoord. Alles raak, alles zuiver en gebracht met zóveel muzikaliteit. Ze goochelde werkelijk met de noten. In ‘Martern aller Arten’ overwon ze met verve de halsbrekende stunts die Mozart voorschrijft én wist ze ook nog de schoonst mogelijke klanken, fraaiste pianissimi en indrukwekkendste descrescendi te maken. Onvoorstelbaar.

Zoals gezegd: alle facetten van de voorstelling overziend, was het een karige vertoning. Maar Ruiten deed je dat vergeten en maakte het dubbel de moeite waard om te komen luisteren. Zeker omdat ze maar zo weinig in eigen land te zien is…

Die Entführung aus dem Serail is nog te zien op 16 november in Leiden en op 18 november in Brugge. Zie voor meer informatie de website van het Orkest van de Achttiende Eeuw.

Vorig artikel

Kupfer regisseert Kabanova bij Opera Zuid

Volgend artikel

Versloot schrijft boek over opera van morgen

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. tomson
    16 november 2011 at 14:23

    Dahlin is toch geen Belmonte!!!!

  2. Lieneke Effern
    16 november 2011 at 20:57

    Kan me goed vinden in Jordi´s beschouwingen. Ik vond het jammer genoeg een slaapverwekkende vertoning, welke voor mij ook niet werd gered door Lenneke Ruiten. Prachtig gezongen dat wel, maar het bleef voor mij op alle fronten te oppervlakkig. Maar het moet gezegd, dat mijn vrienden wel werden ontroerd door Ruiten, dus het zal ook een kwestie van smaak zijn!