FeaturedOperarecensie

Stenz geeft L’Upupa voortreffelijke première

Onder leiding van de nieuwe chef Markus Stenz gaf het Radio Filharmonisch Orkest zaterdagmiddag de opera L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe een voortreffelijke Nederlandse première. Het was volop genieten van één van Hans Werner Henzes beste werken.

Markus Stenz (foto: Catrin Moritz).

Merkwaardige man, die Henze. Links georiënteerd, sociaal betrokken en politiek geëngageerd. Ooit flirtte hij met het communisme en droomde van een wereldrevolutie. Maar hij is ook een estheet en een erudiet. Lichtelijk snobistisch, dat wel, maar ook zeer aimabel, makkelijk benaderbaar, lief, aardig en… zeer controversieel.

In 1953 verhuisde Henze naar Italië. Niet zozeer om Duitsland, als wel om de Duitse avant-garde muziek te ontvluchten. Hij heeft het er nooit zo op gehad met de strenge regels van het serialisme en het twaalftoonssysteem combineerde hij zeer eigengereid met het expressionisme en een behoorlijke dosis romantiek. En sensualiteit, want Henze’s muziek is bovenal sensueel.

,,Men vindt mijn muziek vulgair”, zei hij ooit. ,,Wellicht omdat ik zo van ritme, van dans en springen houd? Ik ben opgegroeid met een enorme sehnsucht naar de muziek, en de muziek betekent voor mij voornamelijk novocento. En Mozart. Dat hele strenge, dat heb ik nooit gewild.”

Zijn muziek is altijd zeer theatraal geweest. Ook voelde hij zich nauw verbonden met de opera, die hij, in tegenstelling tot de toenmalige hardliners van de avant-garde, nooit als verouderd had bestempeld. Zijn discografie vermeldt dan ook meer dan 20 muziektheaterwerken, die met grote regelmaat worden opgevoerd.

Zijn eerste grote succes bereikte hij met Boulevard Solitude (zeg maar: een moderne versie van Manon) en Der Prinz von Homburg. En in 1964 ging met een groot succes zijn wellicht grootste meesterwerk, het beklemmende Die Bassariden, in Salzburg in première.

Bijna veertig jaar later werd er in Salzburg een nieuwe opera van Henze opgevoerd: L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe. De bijna 80-jarige, zieke componist beweerde dat het zijn laatste zou zijn, maar dat bleek gelukkig niet waar te zijn.

Hans Werner Henze (foto: Schott Promotion / Peter Andersen).

Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: wij mogen ons enorm gelukkig prijzen met de ZaterdagMatinee, die ons de grootste operaschatten uit de geschiedenis in de best mogelijke uitvoeringen op een presenteerblaadje aanbiedt.

Op 17 maart was het de beurt aan Henze’s L’Upupa, één van mijn meest geliefde opera’s van één van mijn meest geliefde hedendaagse componisten. En alweer was er feest, al heeft het Nederlandse publiek de voorstelling een beetje links laten liggen. De zaal was niet goed gevuld en na de pauze werden de lege plekken pijnlijk zichtbaar.

Hoe onterecht! De muziek is niet moeilijk, met de zeer romantische strijkerspartijen, de indrukwekkende orgelklanken, de slagwerken (alleen al de gong aan het begin!) en de ettelijke vogelgeluiden.

Het libretto, een op Syrisch-Persische verhalen gebaseerd sprookje, werd door Henze zelf geschreven. De drie zonen van De Oude Man gaan op zoek naar L’Upupa (een hop), een door de man verloren vogel met gouden veren. De twee oudsten laten het meteen afweten en vermaken zich met drinken en kaartspelen.

De jongste, Kasim, bijgestaan door een Demon (een soort Papageno), doorstaat allerlei avonturen, waaronder een aanslag op zijn leven door zijn broers, vindt de vogel en terloops ook nog een geliefde (een Joodse prinses), en keert naar zijn oude vader terug. Om meteen weer te vertrekken, deze keer om een gedane belofte na te komen. Een open eind dus, dat voor ontroerende muziek zorgt.

Het weergaloos spelende Radio Filharmonisch Orkest werd zeer liefdevol gedirigeerd door hun nieuwe chef dirigent, Markus Stenz. Men kon duidelijk horen dat hij affiniteit heeft met de muziek van Henze. Geen wonder – zijn operadebuut maakte hij in La Fenice met diens Elegy for Young Lovers, waarna nog meer Henze volgde, inclusief L’Upupa in Salzburg.

De zangers waren, bijna allemaal, voortreffelijk. De enige met wie ik moeite had, was Annette Schönmüller, de last minute invalster in de rol van Malik de Sultan. Ik vond haar ‘zeer ruime vibrato’ nogal storend. Gelukkig was haar rol niet zo groot.

John Mark Ainsley.

Edith Haller was werkelijk betoverend als de Joodse prinses Badi’at. Niet alleen zag zij er in haar paars/blauw/rode avondjurk als een echte prinses uit, ook haar stem was een prinseswaardig. Warm, rond, soepel en zeer romig van timbre – daar kon je niet anders dan verliefd op worden.

Detlef Roth was een goede Kasim en Wolfgang Schöne een zeer memorabele Alte Man. Maar niemand kon zich met John Mark Ainsley (Der Dämon) meten. Alle noten (en geloof mij, er zaten er een paar zeer moeilijke tussen!) nam hij met het grootste gemak en intelligentie. En aangezien hij de opera goed kende (hij was er ook bij de première in Salzburg) kon hij ook zonder blad zingen en kwam zo aan acteren toe.

Mocht u, net als ik, van de prachtige muziek van Henze hebben genoten en wilt u het ook scenisch zien: de Salzburger voorstelling uit 2003 is op EuroArts (2053929) uitgekomen. De decors en kostuums van Jürgen Rose zijn werkelijk oogverblindend, en de regie zeer intelligent.

Van harte kan ik u ook de door Barrie Gavin in 1994 gemaakte documentaire over Henze aanbevelen. Aan het woord komen – behalve uiteraard Henze zelf en zijn Italiaanse vriend – Simon Rattle en Oliver Knussen, die openhartig bekent dat zijn muziek nooit hetzelfde was geworden zonder de invloed van Henze. Dat alles is doorspekt met muziekfragmenten en met prachtige archiefbeelden. Als toegift krijgt u een schitterende uitvoering van Henze’s Requiem (Arthaus Musik 100360).

Vorig artikel

Youtube-portret: Olga Pasichnyk

Volgend artikel

Gaffigan leidt Berlioz' Roméo et Juliette

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. Lieneke Effern
    19 maart 2012 at 16:59

    Basia,
    Dank voor deze treffende recensie, ik heb zo intens genoten van de uitvoering. Jammer dat er toch wel veel mensen zijn weg gegaan. Ik had voordien het programmaboek van de Matinee aandachtig gelezen en dat hielp mij wel om de opera nog meer te waarderen. Prachtig en momenten van grote ontroering. En helemaal eens wat een geweldige rol van Ainsley, toch al een van mijn lievelingszangers.
    Lieneke

  2. Gerard
    19 maart 2012 at 19:33

    @Basia: leuk dat je me wijst op de kwaliteit van de opera’s van Henze, zou die toch ’s beter moeten gaan beluisteren. En als je ergens enthousiast over bent, dan weet je dat goed over te brengen, en dat lees ik dan ook het liever dan wanneer je iets absoluut niet te pruimen vindt;-))