BuitenlandOperarecensie

Opéra Royal herneemt inventieve Manon

De Opéra Royal de Wallonie in Luik is niet vies van een goede Franse opera op zijn tijd. Deze maand herneemt het huis een nog maar twee jaar oude productie van Massenets Manon. Een uitstekende voorstelling, met Annick Massis in de hoofdrol.

Alessandro Liberatore en Annick Massis (foto: Jacky Croisier).
Alessandro Liberatore en Annick Massis (foto: Jacky Croisier).

Jules Massenet (1842-1912) heeft een handjevol meesterwerken geschreven. Werther, Thaïs, Hérodiade, Esclarmonde, Cendrillon, Manon… Helaas zijn ze niet vaak te horen in Nederland, al presenteerde Opera Zuid vorig seizoen wel een succesvolle Manon.

In de Belgische operahuizen staan er wat regelmatiger opera’s van Massenet op het programma. Zo was de productie van Manon die Luik op 16 oktober presenteerde en die alleen deze week nog speelt ook al in 2012 te zien.

Manon is de tweede van vier opera’s die gebaseerd zijn op L’Histoire du chevalier des Grieux et de Manon Lescaut van Abbé Prévost (1697-1763). De Franse componist Daniel Auber ging Massenet voor, maar zijn opera Manon Lescaut geniet nog minder bekendheid. De versie van Puccini die een kleine tien jaar na die van Massenet volgde, is wellicht de bekendste. En de laatste versie is die van de in 2012 overleden Hans Werner Henze.

Het verhaal van Prévost gaat over een jonge student die zich in zijn liefde voor Manon Lescaut verliest. Manon, die meer liefde toont voor geld en sieraden, verlaat hem drie keer en belandt uiteindelijk verbannen in de woestijnen van Louisiana, waar ze aan uitputting overlijdt.

De opera van Massenet is van alle versies het dichtst bij het oorspronkelijke verhaal gebleven, maar her en der is het gehavend. In de opera verlaat Manon haar geliefde bijvoorbeeld slechts één keer en sterft ze (lekker makkelijk) in de haven van Le Havre.

De productie van Stefano Mazzonis di Pralafera begint precies daar, in die haven. De eerste minuten van de opera tonen dezelfde beelden als later in de slotakte. We zien hoe twee mannen, die even later Des Grieux en Lescaut (de neef van Manon) blijken te zijn, een vrouw bevrijden.

Scène uit Manon (foto: Jacky Croisier).
Scène uit Manon (foto: Jacky Croisier).

Net als in het origineel van Prévost krijgen we het verhaal vervolgens verteld door de ogen van Des Grieux, geïllustreerd met behulp van een groot boek op het toneel. De dame die in de openingsminuten bevrijd is, stapt later als Manon in het begin van het verhaal.

Het grote boek ontvouwt gedurende de avond enkele scènes uit het leven van Des Grieux. Het is een inventieve enscenering, met prachtige kostuums van de overleden Frédéric Pineau. Door het draaiende toneelbeeld met het openslaande boek leek de voorstelling wel sterk op de vorige productie van de Opéra Royal (La Cenerentola).

De eerste noten van de plaatselijke ster Annick Massis (bij De Nationale Opera een paar jaar geleden te bewonderen in de prachtige productie van La Juive) waren wat onwennig en onzeker. Ze probeerde enigszins geforceerd jong over te komen, wat mij betreft zonder succes. Maar al snel zat ze helemaal in de voorstelling en zong ze de sterren van de hemel.

Massis heeft een stralende sopraan, die uiterst geschikt is voor de fonkelende muziek van Manon. De beroemde Gavotte, één van de paradenummers uit de opera, zong ze bijvoorbeeld erg goed. Toch miste ik over het geheel genomen wel de jeugdigheid in haar stem. Daarbij hielp haar pruik ook niet echt om jeugdig over te komen.

Haar sopraan paste het beste bij de laatste drie, dramatische aktes, vanaf de Sant Sulpice-scène, waarin ze Des Grieux gepassioneerd opnieuw voor zich wist te winnen, omlijst door prachtige muziek van Massenet.

Le Chevalier Des Grieux werd gezongen door de jonge Alessandro Liberatore, die zijn huisdebuut maakte. Hij zong zijn rol naar mijn idee iets te bescheiden. Hij beschikt over een mooie lyrische tenor, maar was niet altijd opgewassen tegen de dramatische hogere regionen van zijn partij, zoals in het slot van de beroemde aria ‘Ah fuyez’. Maar al met al maakte hij wel indruk met zijn spel en inzet.

De rest van de cast was van een goed ondersteunend niveau. Het orkest speelde de sterren van de hemel, geleid door de Belgische Patrick Davin. Hoe kon het ook anders, met zulke mooie muziek op de lessenaars. Op naar meer van dit soort prachtige Franse werken!

Manon is nog te zien tot en met 25 oktober. Zie voor meer informatie de website van de Opéra Royal de Wallonie.

Vorig artikel

Duitse versie Koning David valt tegen

Volgend artikel

Domingo bezingt de Middellandse Zee

De auteur

Lennaert van Anken

Lennaert van Anken

9Reacties

  1. stefan caprasse
    21 oktober 2014 at 14:19

    Zie commentaren achter “Seizoen Opéra Royal de Wallonie 2014-2015”.

  2. theo laceulle
    24 oktober 2014 at 13:49

    Leuk, Lennart, dat je ook geweest bent! Ik vond Annick Massis een pracht van een Manon, ze is al jaren een van mijn lievelingssopranen. En ze zingt niet alleen prachtig Frans (natuurlijk!), als echte Parisienne beweegt ze ook zo mooi. En dat ze dan wat fors en ‘rijp’is voor een meisje van 16, soit!

  3. Dirk Sterkendries
    24 oktober 2014 at 14:55

    Een klein beetje niveau van de operabesprekingen en van de personen die deze op het publiek loslaten zou welgekomen zijn: de productie ‘lijkt’ een beetje op de vorige omdat ze er een herhaling van is en wat die ‘plaatselijke ster’ betreft: Annick Massis wordt beschouwd als één van de grootste Franse sopranen, misschien wel de grootste wat het Franstalige genre betreft. Pover niveau van de bespreking, helaas vergelijkbaar met die van het Nederlandse operalandschap.

  4. stefan caprasse
    24 oktober 2014 at 15:22

    Goed lezen kan ook geen kwaad : er staat de vorige produktie van LA CENERENTOLA. ‘Plaatselijke ster’ is inderdaad een wat ongelukkige uitdrukking maar om daarom nu van een ‘pover niveau van bespreking’ te spreken ?! Het zal wel een uiting van persoonlijk cynisme zijn (wat wel meer voorkomt) zoals zeker ook het einde van die zin…

  5. stefan caprasse
    24 oktober 2014 at 15:57

    Wat mij overigens meer interesseert is de opmerking van Theo over de Parisiennes. Bewegen die echt zo mooi? Moet ik bij mijn volgende bezoek aan Parijs eens op letten… 😉

  6. Pieter K. de Haan
    24 oktober 2014 at 20:05

    Geachte heer Sterkendries,

    Ik ben benieuwd hoe het Belgische operalandschap er binnenkort uit zal zien: http://www.demunt.be/nl/488/Federale-culturele-black-out.

    M. vr. gr.

  7. Fred
    24 oktober 2014 at 22:24

    De Caluwe is een bleiter die dan nog overbetaald is.
    Anyway het ‘Belgisch’ operalandschap is idd dringend toe aan een herorganisatie. DRIE (!!) operahuizen en al die orkesten is idd te veel voor dit land en het kleiner wordend publiek. De Munt haar historische rol is uitgespeeld, ze had nog betekenis in het ‘belgique de papa’ en het was een geweldig huis maar de huidige realiteit noopt tot een herziening van het operalandschap. 1 opera voor Vlaanderen en één voor Wallonië is ruim voldoende en de Munt kan dan gebruikt worden voor (eventuele) gastvoorstellingen van beide huizen. Ook in het theaterlandschap mag best worden gesnoeid en andere ‘KUL’projecten. De verspilling is genoeg geweest.
    Ook de conservatoria hun nut is discutabel daar er toch geen werk meer is. Het einde van de beschaving zoals we die kenden of liefhadden? Ja…..

  8. Pieter K. de Haan
    25 oktober 2014 at 13:39

    Geachte heer Fred,

    Ik denk me te kunnen voorstellen wat een “bleiter” is. Of de heer De Caluwe aan die (dis)kwalificatie voldoet betwijfel ik en of hij, als intendant van een belangrijk operahuis, overbetaald wordt is in belangrijke mate afhankelijk van de gehanteerde norm.

    Ik hoop dat er in uw land nog voldoende mensen zijn met een wat positievere instelling dan de uwe t.a.v. cultuur in het algemeen en opera in het bijzonder. Anders ziet de toekomst er m.n.voor het Belgische operalandschap slecht uit.

    M. vr. gr.

  9. stefan caprasse
    27 oktober 2014 at 11:28

    Wees gerust, Pieter, er zijn gelukkig HEEL WAT mensen met een positievere instelling dan Dhr. Fred! Mijn God! Tegenover zoveel cynisme sta ik compleet aan de grond genageld!!! De ‘historische’ rol van de Munt uitgespeeld?? ‘Belgique à la pappa’?? De Caluwe een bleiter?? Wat is daar in Godsnaam allemaal de betekenis van?? Ik stel alleen vast dat de Munt nog geregeld fantastische producties geeft: Les Huguenots! Jenufa! Rigoletto! Hamlet! en recentelijk nog Daphné, om maar enkele voorbeelden te noemen. En ook de Vlaamse Opera en de Luikse Opera blijven schitterend presteren, ook onlangs nog bewezen met een formidabele Elektra en een meer dan behoorlijke Manon… Dus, einde van de beschaving? Waarschijnlijk enkel voor enkele door en door verbitterde cynici!!!