FeaturedOperarecensie

Don Giovanni biedt voor elk wat wils

Een intense beat galmt door de gigantische Werkspoorkathedraal in Utrecht, waar Don Giovanni een spoor van vernieling achterlaat. Dit is geen Mozart. Dit is Holland Opera, met Joke Hoolboom als regisseur.

Scène uit Don Giovanni bij Holland Opera, met Lilian Farahani en Martijn Cornet. (© Holland Opera)
Scène uit Don Giovanni bij Holland Opera, met Lilian Farahani en Martijn Cornet. (© Holland Opera)

Nog voor de opera begint, zijn we al onder de indruk. Holland Opera koos als locatie voor Don Giovanni de Werkspoorkathedraal, een monumentale industriële hal van metaal en glas langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Halverwege de voorstelling zien we door de metershoge ramen de lichten van een voorbijvarend schip. Ja, we zijn nu al onder de indruk.

Kies je als gezelschap voor een dergelijke locatie, dan ben je bijna verplicht om de ruimte te integreren in je voorstelling. Holland Opera doet dat. Het decor van deze Don Giovanni is een nachtclub zoals je die uit de clichés kent: een weinig inspirerend vierkant met rookmachines, roze discolampen en vlagen van pompende muziek als de deuren opengaan. De Nieuwe Philharmonie onder leiding van Johannes Leertouwer zit daar bovenop, het publiek zit op een tribune ertegenover.

Tot diep in de loods lopen ijzeren trappen. De katrollen en zware ijzeren haken die de Werkspoorkathedraal eigen zijn, worden regelmatig belicht. Het is een wirwar van staal en metaal en doet denken aan de brandgangen in New York of een verlaten industriegebied aan de Amerikaanse westkust.

Scène uit Don Giovanni bij Holland Opera. (© Holland Opera)
Scène uit Don Giovanni bij Holland Opera. (© Holland Opera)

Al 25 jaar had Joke Hoolboom de droom om van Don Giovanni een locatievoorstelling te maken. Ze kortte het verhaal drastisch in (geen ouverture en bijna geen tweede akte) naar een aangename één uur en drie kwartier en maakte van de titelpersoon de foute man van nu. Goed gecast: Martijn Cornet ís de snelle jongen met de mooie auto en de soepele moves. Slick, zoals de Engelse term luidt, als hij wegscheurt in zijn gele Corvette Stingray. Terwijl hij flirtend, verleidend, verkrachtend en moordend een steeds grotere ravage aanricht, wordt zijn speelvloer groter en daarbij zijn eenzaamheid ook. Letterlijk: langzaam verwijdert het decor zich van het publiek. Credits voor ontwerper Douwe Hibma en de manier waarop hij met de zes deuren van de discotheek weet te spelen.

Nog mooier zijn misschien wel Jenia Kasatikina, Carlo Camagni, Chris Havner, Paolo Yao en Jeroen van Acker. Geen zangers, maar dansers die de Don achtervolgen. Als geweten (plaaggeesten, slachtoffers?) lijken ze hem te confronteren met zijn daden. Als er al scènes zijn die kunnen inzakken in deze voorstelling, dan zijn deze vijf degenen die dat voorkomen.

Auto’s, disco’s, elektronische muziek; deze Don Giovanni is overduidelijk van nu. Echter, hoe cool de wegscheurende auto’s en de abseilende Don er ook uitzien, wat mij betreft had het allemaal nog verder doorgevoerd mogen worden. Het is waanzinnig aan de buitenkant, maar lijkt inhoudelijk nog niet optimaal uitgewerkt. Leporello zit strak in het pak, maar waarom dragen de vrouwen die jurken en ballerina’s? Het maakt het onnodig tuttig, iets wat de rollen van Anna, Elvira en Zerlina niet kunnen gebruiken. Juist niet in een Don Giovanni van nu.

Overigens doet dat niets af aan de kwaliteiten van hun vertolkers. Lilian Farahani maakt Zerlina dynamisch en sexy. In de prachtige stem van Leonie van Veen hoor je de kilheid van Donna Anna na haar traumatische ervaring. En Fenna Ograjensek is gelukkig een niet zo hysterische Donna Elvira, maar een geloofwaardig verlaten vrouw.

De drie auto's uit Don Giovanni. (© Holland Opera)
De drie auto’s uit Don Giovanni. (© Holland Opera)

Het versterkte geluid maakt de stemmen altijd en overal – tijdens autoritjes, op vijftig meter afstand, rondrennend in het publiek, hangend in de lucht – voor iedereen verstaanbaar, maar ook vlakker dan ze moeten zijn en te weinig dynamisch. In het begin kunnen zangers en orkest elkaar niet altijd vinden. Wellicht wordt dat nog beter tijdens komende voorstellingen.

Op de Facebook-pagina van Holland Opera staat een foto van de drie auto’s uit de voorstelling (zie hiernaast), met daaronder de tekst: “Voor ieder wat wils.” Dat is deze Don Giovanni ook.

Don Giovanni is nog tot en met 3 september te zien in de Werkspoorkathedraal in Utrecht. Zie voor meer informatie de website van Holland Opera. Lees ook de reportage die Place de l’Opera eerder maakte over deze voorstelling.

Vorig artikel

Reportage: vijf opera's in Santa Fe

Volgend artikel

YouTube-portret: Daniela Dessì

De auteur

Kenza Koutchoukali

Kenza Koutchoukali

11Reacties

  1. Niek Idelenburg
    22 augustus 2016 at 12:40

    dag Kenza,
    de opera is inderdaad ingekort, maar de ouverture zit er wel degelijk in!! Het wordt alleen als 2e deel gespeeld, maar waarschijnlijk was je, als ik je stuk lees, zo onder de indruk van de dansers dat je niet eens hebt gemerkt dat de ouverture werd gespeeld.

  2. Freek
    23 augustus 2016 at 22:44

    Ik hoop oprecht dat de manier is om mensen voor opera te winnen, al vraag ik het me eerlijk gezegd wel af. Los daarvan: presenteer dit in ieder geval niet als Don Giovanni van Mozart, want dat is het niet. Het argument dat Mozart ook zaken heeft gewijzigd en veranderd in zijn partituur, is geen argument. Hoe Mozart er ook aan gesleuteld heeft, het was nog altijd Mozarts gesleutel. Dat geeft een mevrouw met een jarenlange fascinatie voor dit werk nog niet het recht om haar eigen knip- en plakwerk te presenteren als ‘de Don Giovanni van Mozart’.

    Dit valt in hetzelfde rijtje als het in mijn ogen (en oren) absurde idee om een remix van La traviata te maken en dan trots de naam van Verdi erbij te zetten. Speculeren over de gedachte dat Verdi dit misschien best leuk had gevonden, is net zo zinvol als speculeren over de vraag wat er was gebeurd in de internationale politiek als J.F.K. niet was vermoord.

    Dit is zonder twijfel géén voorstelling die voor ieder wat wils biedt; ik moet er niet aan denken om deze productie bij te wonen. Dat gezegd hebbende, hoop ik dat de bezoekers een mooie avond hebben en wens ik alle uitvoerenden toi toi toi toe.

  3. Niek Idelenburg
    24 augustus 2016 at 12:34

    Alle voorstellingen zijn uitverkocht met oude en veel jonge bezoekers en zelfs kinderen. Welk operahuis kan dat zeggen?
    Het is Don Giovanni van Mozart, in een iets kortere versie.

    Er is goed nagedacht over de aanpassingen, waarbij geen noot van Mozart is gewijzigd. De ouverture een keer niet als opwarmertje, maar als muziekdramatisch werk na de moord op Il Commendatore.

    Deze versie is gesitueerd aan de achterkant van een nachtclub. Om de sfeer van de setting te verduidelijken is er bij scene- wisselingen dance-muziek toegevoegd (4 x 1 minuut) Dat is niet gedaan om zieltjes voor de opera te winnen, maar om de situatie scherper te maken. En ja, ik denk dat Mozart dit leuk had gevonden. Sterker nog: ik denk dat als Mozart nu geleefd had, hij zelf DJ zou zijn geweest.

    Los daarvan vind ik dat je pas een mening mag hebben als je zelf iets hebt gezien of gehoord!

  4. Hans van Verseveld
    24 augustus 2016 at 15:47

    Traviata Remix. Don Giovanni Remix. Carmen Remix. Stapelmesjogge word ik van al dit soort kunstjes, waarbij steeds weer het argument wordt aangedragen, dat men daarmee een nieuw publiek naar de opera hoopt te trekken. Je houdt van opera of je houdt er niet van, maar wil je kennis maken met deze geniale kunstvorm, ga dan naar een normaal operatheater en hoor en zie wat de componist heeft bedoeld en dat is meestal heel iets anders, dan al die theatermakers die denken dat ze het beste met het publiek voorhebben.

    Bij DNO hadden we afgelopen seizoen al een Don Giovanni en de Reisopera komt dit seizoen ook met een Don Giovanni en dan voor de broodnodige variatie gaan we in Utrecht nog eens Don Giovanni doen.
    Is dat niet een beetje veel Don Giovanni?

    Ik heb geen mening over de kwaliteit van deze laatste uitwas in Utrecht van Joke Hoolboom (?), maar als oprechte operaliefhebber weiger ik nog langer om naar al die kapotgeknipte meesterwerken te gaan. Mozart, Verdi en Bizet zouden zich wel eens kunnen omdraaien in hun graf.

  5. 24 augustus 2016 at 21:28

    En vergeet Spanga niet…. ook daar was gigantisch in geknipt, too much voor mij.. Met als absolute afknapper, het eind van “Una macchia” er helemaal vanaf “non puo” er uit geknipt…
    Meer ga ik er niet over zeggen.

  6. Freek van der Heide
    25 augustus 2016 at 01:32

    Meneer Idelenburg heeft in ieder geval in een ding gelijk: je kunt pas een mening hebben over een productie als je er geweest bent. Ik vind echter ook dat dit cliché wel heel snel uit de kast wordt getrokken. Ik heb geen mening over de uitvoering, maar wel over hoe er met het bronmateriaal wordt omgesprongen. Om het uitgangspunt te huldigen dat ik het niet kies vind om een werk volledig te verknippen uit respect voor de kunstenaars die ons hun werk hebben nagelaten, hoef ik toch niet zo’n verknipte voorstelling bij te wonen?

    Interessant is de hypothese dat Mozart wellicht DJ was geweest als hij nu had geleefd. Sterker nog, wellicht is hij het ook en is hij gereïncarneerd in DJ Tiësto. Of misschien was hij een arme componist voor de zingende zaag. Of wellicht een draaiorgelbespeler op dinsdagmorgense marktjes. Of… ach, we zullen het nooit weten, want helaas leefde Mozart een paar honderd jaar geleden en we zullen het moeten doen met de gedateerde meuk die hij ons heeft achtergelaten. Totdat we worden verlicht door kunstenaars die met het werk van Mozart hun eigen feestje vieren. Overigens: veel ouvertures zou je inderdaad eennl opwarmertje kunnen noemem (Rossini recyclede zijn ouverture voor Tancredi zonder te knipperen voor La pietra del paragone), maar die van Don Giovanni als zodanig betitelen… Dat pleit nu niet bepaald deze zaak.

    Blijft overeind dat ik nog steeds oprecht hoop dat er mensen door dit soort uitvoeringen uiteindelijk bij het echte werk terechtkomen, maar ik blijf daar ernstig aan twijfelen.

    Uiteindelijk wordt opera wellicht een museumkunst en neemt de musical de plek van de opera in. Ik ben er nog niet uit wat ik erger vind: dat (hoewel ik niets tegen musicals heb), of opera-in-remix-en-bewerking.

  7. Maarten-Jan Dongelmans
    25 augustus 2016 at 11:46

    @Freek: volgens mij heeft de musical de plek van de operette ingenomen en (nog) niet van de opera. Of de mix-fans zich uiteindelijk tot het origineel zullen ‘bekeren’? Ik geef het weinig kans.

  8. Freek
    25 augustus 2016 at 17:49

    @ Maarten-Jan: dat ben ik met je eens, dat is ook duidelijk te zien in het amateurcircuit. Steeds minder verenigingen wagen zich aan operette. Ik bedoelde te zeggen dat de opera uiteindelijk wellicht een museumkunst wordt en dat de musical uiteindelijk wellicht de opera inneemt.

    Overigens vrees ik dat er wel meer onduidelijke zinnen zijn terechtgekomen in mijn reactie, maar dat heeft wellicht iets te maken met het tijdstip waarop ik de tekst typte. Excuses.

  9. theo laceulle
    26 augustus 2016 at 15:57

    Mijns inziens is er niets tegen góede operette; ga in december naar Luik voor Offenbach’s fantastische Orphée aux Enfers, of naar diverse Duitse theaters in de buurt (Vogelhändler in Keulen, Graf von Luxenburg in Düsseldorf, Csardasfürstin in Essen, Lustige Witwe in Gelsenkirchen, Fledermaus en Blume von Hawai in Dortmund) – je bent er zó!
    Maar ik ben het met Hans van Verseveld eens: liever géén remixen; een coupure, allà, maar geen compleet andere vorm – ik ga ook niet naar een verminkte Traviata of zoals hier, Don Giovanni – zónde!

  10. Niek Idelenburg
    26 augustus 2016 at 18:55

    Elke tijd kent zijn eigen aardigheden. Ik heb een CD met de Mattheus uitgevoerd door Mengelberg met klarinetten en een koor van 250 man. Klarinetten bestonden nog niet in de tijd van Bach, maar toch vond blijkbaar niemand dat destijds een probleem. Inmiddels zijn we heel ver in de authentieke uitvoeringspraktijk. Toch is het zo dat in ons ‘Mattheusland’ elke uitvoering wordt gedaan met een kistorgel. Dat bestond niet in de tijd van Bach. Hij deed dat met het grote orgel. Toch voeren alle grote barokorkesten/dirigenten de werken uit met kistorgel. Hetzelfde geldt voor werken voor clavecymbel op een piano. Is dat erg? Soms wel, maar meestal niet.
    Wel gruwel ook ik van prachtig georkestreerde opera’s die worden bewerkt voor piano en een trommel en een fluit.

    In reactie op eerdere berichten hier vind ik wel dat er wordt voorbijgegaan aan de vele nieuwe operaproducties die gemaakt worden.
    Ik zag bij DNO een prachtige ‘written on skin’ van George Benjamin. Maar ook bijzonder werk van Michel vd Aa en in het verleden Andriessen en verder zijn er tal van kleine nieuwe opera-initiatieven.
    Zelf mocht ik vorig jaar de premiere dirigeren van ’the Day After’ van componist Jonathan Dove. Hij maakte tal van nieuwe opera’s voor Glyndebourne en Opera North in Leeds. Welluidende, goed georkestreerde muziek, bovendien goed voor de stem gecomponeerd. Daar gaan nieuwe generaties operaliefhebbers naar toe. Ik ben daar een aantal keren getuige van geweest.

    De remix versie van Traviata of Carmen ken ik niet. Maar ik denk dat het in deze tijd vergelijkbaar is met Fusion restaurants. Soms kunnen nieuwe combinaties verrassend goed samen gaan en soms gaat het minder goed samen of past het totaal niet.

    Voor o.a. honderden middelbare scholieren heb ik met Holland Opera in 2014 L’Orfeo van Monteverdi in een parkeergarage uitgevoerd met barokensemble, solisten, koor en DJ. Het publiek stapte in een huwelijks/dancefeest maar werd na de dood van Euridice naar de tribune geleid. Het publiek en zoals gezegd de vele jongeren keken vervolgens nog 5 kwartier ademloos naar de opera in originele uitvoering. Of deze jongeren nog eens naar een opera gaan weet ik niet, maar ik weet wel dat ze iets bijzonders hebben meegemaakt. In mijn ogen een geslaagde remix en dat hoor ik ook terug als ik in contact ben met de docenten.

    Ik vond de laatste Don Giovanni bij DNO heel mooi, maar ik vind die van Holland Opera ook bijzonder. Er is niets aan de orkestratie gedaan (die kan niet beter) En ja, de locatie nodigt denk ik mensen uit die niet zo snel naar het muziektheater gaan. Maar ze komen wel voor de eerste keer naar een opera. En uit enquêtes blijkt dat ze terugkomen.

    We willen allemaal iets moois maken en die ruimte moet iedereen ook nemen. Symfonie orkesten vs barokorkesten, operakoren vs solistenensemble en last but not least de interpretaties van musici, regisseurs en dirigenten. Voor mij zijn het steeds weer ear-openers.

    Na dit Mozart avontuur gaan we weer aan de slag met nieuw werk.
    We leven tenslotte nu!!

    excuses voor het lange epistel.

  11. Olivier Keegel
    26 augustus 2016 at 20:39

    ERKENNING VOOR DJ MOZART

    Waar komt toch het misverstand vandaan dat je pas een mening kunt hebben over een productie als je er geweest bent? Doet me sterk aan de argumenten van rechts Nederland denken over het toenmalige Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Daar moest je ook altijd geweest zijn “om erover te kunnen oordelen”.

    Lees de recensie: stemmen komen niet meer aan bod, het gaat over snelle jongens met een mooie auto en soepele moves, want, zoals de (opera?)recensent zegt: “Dit is geen Mozart. Dit is Holland Opera, met Joke Hoolboom als regisseur.”

    Een (met 50%?) “iets ingekorte” (sic), zeg maar gerust gemutileerde Don Giovanni dus. Ziet u voor u hoedde beklagenswaardige met het rode potlood aangeeft “wat er wel uitkan”? Een ouverture niet als “opwarmertje” (sic) maar als intermezzo: een fout van Mozart die met verve is hersteld. En met dance music (want eigentijds, “we leven nu!”), waarschijnlijk niet van Mozart, hoewel deze zoals bekend een DJ avant la lettre was.

    Over deze lijkenpikkerij kan men heel goed een mening hebben zonder bij het nachtclubspektakel aanwezig te zijn geweest. Helaas is de wet op intellectueel eigendom zo ingericht (verjaring) dat een dergelijke vertoning op schaamteloze wijze “Don Giovanni (van Mozart)” mag heten. Deze pantoffelparade heet in het dieventaaltje van de toegankelijkmakers een “Mozart-avontuur”.

    Prullaria der kwalitatief uitgedaagden. “We leven tenslotte nu.”