HeadlineOperarecensie

Il Giardino Armonico overtreft De Niese

Het affiche beloofde een steroptreden van Danielle de Niese, maar voor mij was het tweede concert uit de reeks Oude Meesters van het Concertgebouw veel meer een triomf voor het ensemble Il Giardino Armonico. Wat zij met de barokmuziek deden, was in één woord subliem.

(Foto: Chris Dunlop.)
(Foto: Chris Dunlop.)

De serie Oude Meesters beleefde gisteren (19/1) haar tweede concert in de Grote Zaal van het Concertgebouw. Het programma bevatte Händel-aria’s en instrumentale muziek van Händel, Locatelli en Geminiani.

Natuurlijk ging alle aandacht uit naar diva De Niese. Een leuke diva, dat zeker. Ze zag er stralend uit, stond er ontspannen bij en had direct interactie met het publiek. Een aimabele dame die de podiumkunst verstaat, zou je kunnen zeggen.

Gaandeweg het concert ontstond bij mij echter de indruk dat die look ook een laag mascara op haar vocale begrenzingen was. De sopraan was prachtig helder in de hoogte en liet knappe, rake versieringen horen, maar haar lage register was mager en, het belangrijkste, ik miste expressiviteit.

Ik kon geen traantje laten om haar ‘Lascia ch’io pianga’ (laat me huilen) en deinsde niet terug voor haar ‘Morrai, sì’ (ja, je zult sterven).

Waar het aan lag? Misschien wel aan het feit dat ze nu eenmaal een lichte, haast lieflijke stem heeft, waar de bodem snel van in zicht is. Al snel lijkt ze tegen haar maximum aan te zitten.

Anders gezegd: het heeft zo weinig body. Even is de fraaie klank weg, en er blijft gelijk niets meer over. Het is toch ook geen toeval dat ze ruim tien jaar na haar debuut bij de Metropolitan Opera nog steeds rollen van het kaliber Susanna zingt?

Nee, dan het ensemble. Wat een sensatie. Onder leiding van de levendige dirigent Giovanni Antonini leefde werkelijk iedere noot die de musici produceerden.

Op alle fronten werd prachtig gevarieerd. De dynamiek veerde op en neer als een jojo, de tempi waren haarfijn afgestemd op de sfeer in de muziek en de articulatie liep uiteen van zweepslagen tot oormassages. Verrukkelijk.

Wat ook zo heerlijk was om te zien, was het enthousiasme van de ensembleleden. Richting de muziek, maar ook richting elkaar. De overgave waarmee ze zich op de toch inmiddels stokoude barokmuziek stortte, werkte sterk verfrissend. Alsof je naar nieuwe muziek aan het luisteren was. Veel hulde voor dit uitmuntende barokensemble.

Het volgende concert in de serie Oude Meesters is op vrijdag 19 februari. Dan speelt het Freiburger Barockorchester onder leiding van violist Gottfried von der Golz muziek van Rebel, Zelenka, Corbett, Telemann en Carl Philip Emmanuel Bach. Zie voor meer informatie de website van het Concertgebouw.

Vorig artikel

Thema Operadagen Rotterdam 2010 is passie

Volgend artikel

Domingo zingt als bariton bij Metropolitan

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

5Reacties

  1. 20 januari 2010 at 16:42

    Geheel met de recensie eens. Ster van de avond was Giovanni Antonini.
    Klein verslagje: http://classical.punt.nl/#515746
    Follia van Geminiani was perfect! Nog even nagepraat met de maestro, die mij er op attendeerde dat dit een bewerking van Corelli was. Aimabele man !

  2. Els
    20 januari 2010 at 18:29

    Het ensemble was natuurlijk geweldig, maar ook Danielle verdient alle lof. Ze is pas 30 jaar en dan zo’n stem met uitstraling. Maar liefst 5 concerten binnen 1 week, praktisch uitverkocht. Laat nu in Rotterdam, naast mij WEL iemand zijn die haar tranen droogde na één van de twee toegiften Ombrai mai fu. Ik kon ook zien aan het gezicht van Danielle dat zij dit vol emotie zong. Het is zeker dat Danielle uiteindelijk een zeer ster zal worden. Verder was ze backstage ook nu weer een bijzonder, vriendelijk persoon. Els

  3. Laura
    21 januari 2010 at 01:00

    Il Giardino speelde de barokintermezzo’s inderdaad schitterend, maar ik vond Danielle haar aandeel ook meer dan waar maken: ik vond haar stem in de zaal eigenlijk mooier uitkomen dan op haar cd. Lascia ch’io pianga bezorgde mij ook geen kippenvel, maar van haar piangerò la sorte mia uit Giulio Cesare moest ik toch wel even een brokje in de keel wegslikken.

    Ze is inderdaad nog erg jong, maar de vraag blijft natuurlijk waar het uiteindelijk heen zal gaan. Ik heb uit een aantal interviews begrepen dat Manon haar droomrol is, maar ik denk eigenlijk niet dat dat er voorlopig vocaal in zit. Maar wat maakt het ook uit – wat ze nu doet doet ze uitstekend!

  4. 22 januari 2010 at 02:09

    Zowel de Piangero als de Lascia staan inmiddels op mijn aite. Na de pauze vond ik haar aanzienlijk beter dan ervoor. En uiteraard de ‘uitsmijter’ Ombra mai fu…. Daar sloot Joyce Didonato ruim een jaar geleden ook heer recital mee af in het CGA (wie niet trouwens) http://classical.punt.nl/index.php?r=1&id=426070
    Didonato doet wat meer power in haar performance. kan ook eraan liggen dat ik vrij vooraan zat.

  5. Laura
    22 januari 2010 at 02:27

    Joop, wat leuk, die video’s! Ik durf dat nooit echt (ik durf net stiekem een fotootje te nemen, maar dat is het).

    “En uiteraard de ‘uitsmijter’ Ombra mai fu…. Daar sloot Joyce Didonato ruim een jaar geleden ook heer recital mee af in het CGA (wie niet trouwens)”

    Nou, juist degene van wie ik het het meest verwachtte niet! Cecilia Bartoli! (Ombra mai fu was immers één van de ‘castrato hits’ op de bonus disc!).

    “Didonato doet wat meer power in haar performance”
    Er zit m.i. een wereld van verschil tussen Danielle en Joyce. Danielle zingt schitterend, maar Joyce zingt goddelijk! Sinds ik haar afgelopen zomer in een rolstoel in Londen de sterren van de hemel heb zien zingen als Rosina ben ik helemaal fan! Wat een stem, wat een volume, wat een vrouw!