FeaturedRecensies

Tsaar Saltan is een kindervriend

Alleen al voor de keuze van de ongebruikelijke opera Tsaar Saltan van Rimsky-Korsakov verdient Opera Zuid een chapeau. En gelukkig blijft de uitvoering niet achter bij het idee. De muziek is subliem, de regie een sprookje.

Verteller Walter de Groote, tsaritsa Fenna Ograjensek en haar 'babytje' (foto: Opera Zuid).
Verteller Walter de Groote, tsaritsa Fenna Ograjensek en haar 'babytje' (foto: Opera Zuid).

Tsaar Saltan trouwt met de jongste van drie zusjes, die hem in no time een zoontje schenkt. Ten tijde van de geboorte bevindt hij zich echter op het slagveld, en de twee gemene zussen van zijn vrouw zenden hem de boodschap dat zijn tsaritsa van een gedrocht is bevallen. De tsaar ontsteekt in woede en beveelt vrouw en zoon in een ton te stoppen en in zee te gooien. Ze spoelen aan op een betoverend eiland, waar Gvidon (de zoon) al snel heerser wordt. Met hulp van de zwaan – die later een beeldschone jonkvrouw blijkt te zijn – herenigt hij zijn ouders.

De opera die Rimsky-Korsakov op dit Russische volkssprookje maakte, is in Nederland volslagen onbekend. En dat terwijl er zich in zijn muziek een werkelijk sprookjesachtige wereld van klank en melodie openbaart. Het maakt het des te prijzenswaardiger dat Opera Zuid het stuk – volledig in het Nederlands vertaald – op de Hollandse planken heeft gezet.

Om het ook daadwerkelijk te laten slagen, is wel dirigent Antony Hermus nodig, die met het Limburgs Symfonie Orkest de bijzondere muziek van Korsakov op minstens even bijzondere wijze speelt. De snelle sfeerwisselingen worden trefzeker neergezet, waarbij telkens precies de goede partijen oplichten uit de orkestbak. Hierdoor hoor je de zee echt woelen, de zon echt schijnen, en de hommel echt vliegen. Want het enige bekende stukje van de opera, de ‘Flight of the Bumblebee’, ontbreekt niet, en wordt haarfijn gespeeld.

Op het toneel is een grote rol weggelegd voor het koor van het Conservatorium Maastricht. Een jonge en vrolijke groep zangers, die echter als het om dynamiek gaat vaak blijven hangen in fortissimo.

De solostemmen wisselen in niveau. Erg goed is Marcel van Dieren als Tsaar Saltan, maar vanwege zijn rol kan hij zich pas na de pauze echt laten horen. Die kans grijpt hij wel aan: vol, krachtig, en, nou ja, als een echte tsaar. Dat kan minder gezegd worden van Lenka Brádzdilíková als Zwaan. De Slowaakse (een uitzondering in de Nederlandse cast) zakt meerdere keren weg in het geluid om haar heen. Een mooie stem heeft ze wel, die gek genoeg tegen het einde van de opera opeens wel met kracht blijkt te kunnen stralen.

Harrie van der Plas (Gvidon) en Fenna Ograjensek (Militrissa) vormen een prima duo, zowel qua acteren als qua zang. Om hen ontvouwt zich heel het verhaal, dat door de jonge regisseur Sybrand van der Werf aantrekkelijk vormgegeven is – met een dosis zeer geslaagde humor. De Russische ondertiteling bij het eerste monoloog van verteller Walter de Groote is bijvoorbeeld goed gevonden, net als het witte kleed waar diens handige handen in mum van tijd een baby’tje van kunnen maken.

Een doorgewinterde liefhebber van verheven ensceneringen zal misschien te weinig lagen ontdekken in Van der Werfs regie. Maar dat is maar goed ook. Het is immers een sprookje: dat moet als sprookje gebracht worden. En daar slaagt de regisseur uitstekend in met zijn leuke grappen, maar ook met de spannende sferen die hij creëert, bijvoorbeeld door met grote doeken golven na te bootsen.

Hier en daar vervalt het verhaal wel in een wat statisch toneelbeeld en in het begin wordt er te rap door de voorgeschiedenis gefietst, maar die ravels aan de regie worden elke keer ondervangen door de muziek.

Wat veel belangrijker is, is dat je geheel tegen de gewoonte in opeens kinderen hoort en voelt woelen naast je in de rij. En ze hebben het nog naar hun zin ook. Weliswaar vullen ze niet de hele zaal, maar het feit dat er überhaupt wat knulletjes en dametjes zitten, is het grootste compliment dat je een regisseur in een genre met toch een grijs publiek kunt geven. Van der Werf en Opera Zuid betonen zich met Tsaar Saltan de kindervriend in de operawereld. En dat is heel wat waard.

Vorig artikel

Opera per Tutti blijft leuk

Volgend artikel

Culemborgs Mannenkoor bij Opera per Tutti

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.