Recensies

Holländer in Bayreuth 2012

Een bezoek aan het heiligste der heiligen, zo typeert recensent Peter Vandamme zijn kennismaking met het Festspielhaus dat Wagner zelf bedacht voor zijn werk in Bayreuth. Hij zag er Der fliegende Holländer en hoorde een klank die elke operaliefhebber een keer gehoord moet hebben.

Dirigent Christian Thielemann (foto: Matthias Creutziger)

Bayreuth! Een allereerste bezoek aan wat voor veel Wagnerianen het heiligste der heiligen is, is een heel bijzondere belevenis. Het Festspielhaus op een heuvel aan de rand van de stad moet de plaats zijn waar Wagners Gesamtkunstwerke als nergens elders kunnen vertoond worden. Al meer dan een uur van tevoren stromen mensen samen in het park en het terras bij het Festspielhaus. Exact een kwartier voor aanvang van de voorstelling spelen enkele blazers op het balkon boven de hoofdingang het motief van de Holländer: het is tijd om de plaatsen in te nemen.

In de zaal geen balkons of loges, maar een auditorium met 30 lange rijen oncomfortabele klapstoelen op een houten vloer. Het publiek wordt er binnengeperst; een mens kan nauwelijks bewegen. De deuren gaan op slot (wat zou onze brandweer daarvan denken?) en als de lichten doven valt een gewijde stilte. Wat volgt is ruim twee uur waardig afzien, badend in het zweet in een zaal die geleidelijk aan verandert in een sauna.

De gevel van het Festspielhaus met de blazers (foto: P Vandamme)

Maar wat een klank! De weinige adem die je in de sauna nog over hebt wordt er helemaal door afgesneden. Het orkest zit onzichtbaar verborgen onder de scène en plots stroomt de muziek de zaal binnen. Het Holländer-motief, dat van de Erlösung… Christian Thielemann en het Festspielorchester laten je alle zweet en alle praktische ongemakken vergeten. Met hoevelen ze ook zijn, nooit overstemmen ze de zangers.

Nadat Yevgeni Nikitin Bayreuth enkele dagen voor de première had verlaten na een rel over een oude tatouage werd de titelrol gezongen door de Koreaanse bariton Samuel Youn. Jammer dat hij er helemaal aan het eind behoorlijk naast zat, maar voor de rest alle lof. Dat geldt ook, en misschien nog meer, voor de Canadese Adrianne Pieczonka in de rol van Senta. Ook met de Duitse tenoren Michael König als Erik en Benjamin Bruns als Steuermann maakten de Festspiele een goede keuze. De Daland van Franz Josef Selig leek me evenwel wat te licht.

Hoe dan ook: een lust voor het oor. Een klank die elke operaliefhebber toch een keer moet gehoord hebben.

Het oog is minder enthousiast. Regisseur Jan Philipp Gloger bant alle verwijzingen naar de zee. De Holländer komt op in iets dat lijkt op de binnenkant van een computer met flikkerende lijnen. Hij heeft zijn reiskoffer op wielen bij zich en die zal blijken gevuld te zijn met geld: een zakenman die, zoals de Holländer, eeuwig op reis is op zoek naar geld en die zichzelf voorbij holt.

Het onophoudelijk geflikker van de lichten moet volgens een toelichting in het programmaboekje doen denken aan de onophoudelijke beweging van de zee. Alleen de onvoorwaardelijke liefde van een vrouw kan hem redden. Die vrouw is Senta: ze zit in een fabriek waar arbeidsters kleine ventilatoren in dozen verpakken. Zelf helpt ze daarbij niet want ze is helemaal in de ban van een kartonnen pop. Het is eens wat anders dan een portret van de Holländer dat aan de muur hangt…

Het is daar tussen de dozen dat haar vader haar met de Holländer komt vinden. De rest van de opera speelt zich af tussen de kartonnen dozen. Aan het eind denkt de Holländer dat Senta hem ontrouw is; hij vertrekt niet met zijn schip, nee hij gaat boven op een stapel dozen staan.

Senta springt niet van de klippen in de zee, nee ze doorsteekt zich met een dolk en gaat naast de Holländer op de dozen staan met in haar hand een kartonnen fakkel die lijkt op die van het Vrijheidsbeeld in New York. Waarna het doek valt om, even later terwijl de muziek nog speelt, weer op te gaan.

We zien terug de inpaksters die geen ventilatoren in dozen steken maar beeldjes van de Holländer en Senta met de fakkel in haar in haar hand.

De Bayreuthse dozenfabrikant zal in 2012 alvast een recordomzet boeken…

Vorig artikel

Dag van de Romantische muziek 2012

Volgend artikel

Opera en cinema in Spanga

De auteur

Peter Vandamme

Peter Vandamme

3Reacties

  1. Leen Roetman
    4 september 2018 at 12:40

    Ik zag deze voorstelling vorige week in het Festspielhaus. Ik vond het een goede regie. Er zit veel meer in dan ‘kartonnen dozen’.
    Deze regie gaf m.i. een goed contrast van de hoge, verheven en soms demonische liefde met de alledaagse banale werklijkheid. Het is juist de Holländer die genoeg heeft van de banale jacht van mensen op (zijn) geld.
    Wat ik ook erg kon waarderen was de aandacht voor ironische humor (die ook is terug te vinden in het verhaal van Heinrich Heine), tot uitdrukking gebracht door de Steuermann en Daland. Goed gezongen en geacteerd door Rainer Trost en Peter Rose.
    John Lundgren gaf als de Holländer gelijk al een enorme présence, met zijn rolkoffertje spookachtig opdoemend uit het relais van een computer (naar het mij leek). ‘Der Frist ist um.’
    Ricarda Merbeth kreeg als Senta enkele boe’s maar had dat zeker niet verdiend.
    Hoogtepunt was de confrontatie van de feestende bemanning met de plots achter zich opdoemende spookbemanning, met grote vlammen, angstaanjagend gezongen en geacteerd.
    Het orkest o.l.v. Axel Kober speelde voortreffelijk: niet bombastisch, kleurrijk, wendbaar en gedetailleerd. Daarbij geholpen door een fenomenale akoestiek.

  2. Stefan Caprasse
    4 september 2018 at 14:59

    Ik zag dit jaar ook deze productie (voor de derde maal). Ook al was het puur visueel niet altijd echt mooi en ook al blijft de Kupfer-enscenering (ook destijds in Bayreuth) onovertroffen (!), ik vond het toch een interessante productie. Met dus inderdaad het contrast tussen het vulgaire winstbejag van de omringende maatschappij en de vlucht in de fantasie (en de ‘ideale’ liefde) van Senta – ze doet zelfs op een gegeven moment vleugels aan om als een soort liefdesengel door te gaan… Het slotbeeld vind ik subliem: zelfs de Liebestod van Senta en de Holländer wordt nu commercieel (in de vorm van beeldjes) uitgebuit!

    En inderdaad, fantastisch orkest, koor en bezetting (Lundgren, Rose…) en Ricarda Merbeth die deze productie al van in het begin zingt en wonderwel in deze visie past.

    Peter Vandamme spreekt wel terecht van de ongemakkelijke zitjes (een eufemisme, amai mijn rug!) en de sauna (zeker dit jaar!) maar daar staan inderdaad tegenover: de akoustiek, de typische ambiance.

    Leen, hopelijk komen we er meklaar ooit eens tegen!

  3. Paul
    4 september 2018 at 16:46

    Deze productie in 2015 gezien en inmiddels ook op dvd. Ik vond het ook een fraaie regie, en inderdaad vooral het slotbeeld. Stefan en Leen: zijn jullie ook naar de gratis inleiding ken geweest in het Festspielhaus? Deze worden om 10.30 uur gegeven door Sven Friedrich, directeur van Villa Wahnfried. Zeer informatief en met humor.