LezersrecensieRecensies

Dudamel dirigeert Verdi in Hollywood

In de ‘Hollywood Bowl’ bij Los Angeles werd Verdi’s tweehonderdste geboortedag afgelopen week gevierd met uitvoeringen van een concertante Aida en de Messa da Requiem. Place de l’Opera-lezer Gerrit Jan Fonk woonde beide uitvoeringen bij.

De Hollywood Bowl bij Los Angeles (foto: Matthew Field).
De Hollywood Bowl bij Los Angeles (foto: Matthew Field).

Gustavo Dudamel, chef-dirigent van de Los Angeles Philharmonic en lieveling van het publiek, waagde zich op 11 augustus aan zijn eerste Aida en op 13 en 15 augustus hernieuwde hij zijn kennismaking met de Messa da Requiem.

Tijdens Aida bewees hij dat hij alles in zich heeft om een goede Verdi-dirigent te worden, maar ook dat hij er nog niet helemaal is. De grote scènes hield hij goed in zijn greep en koor en orkest reageerden gehoorzaam en alert op zijn directie. Met een aantal solisten had hij meer moeite.

De formidabele Michelle DeYoung, een gelouterde alt die al heel wat triomfen op haar naam heeft staan, kreeg hij maar niet in het gareel. Haar stem is rijk en krachtig, maar ze heeft een onmiskenbare neiging tot slepen. Ook tijdens haar sterkste moment – de grote scène in de vierde akte, die op een overrompelende manier losbarstte – leek zij zich weinig tot niets van Dudamel aan te trekken.

Aida, een sterke rol van de Oekraïense Ludmyla Monastyrska, leverde een ander probleem op. Tijdens het duet met Radames in de ‘Nijl-akte’ begon Dudamel zelf hinderlijk te vertragen. Toen Aida de lange lijnen op “in estasi d’ amor” inzette, was het tempo haast gehalveerd, waardoor niet alleen de samenhang van het stuk verloren ging, maar de arme sopraan in zwaar weer belandde en telkens bij moest ademen. Verschillende noten belandden daardoor tussen wal en schip.

Amonasro en Radames hadden het overigens niet makkelijk tegenover de imposante dames. De Los Angeles Times vond Jorge de Léon, dit seizoen ook in Verona te zien als Radames, braafjes zijn noten afleveren. Hij was – zoals op de immense videoschermen duidelijk te zien was – zichtbaar opgelucht na een wat ongemakkelijk klinkend ‘Celeste Aida’, waarbij hij de medeklinkers aan het slot oversloeg ten gunste van de klank.

Eric Owen heeft een fraaie karakterstem, inclusief de hoogte die Verdi van zijn baritons vraagt. Toch was hij zijn opstandige dochter vocaal niet helemaal de baas. Al met al wel een genoeglijke voorstelling, die veel verwachtingen wekt wat betreft Dudamel als operadirigent.

Gustavo Dudamel (foto: Chris Christodoulou).
Gustavo Dudamel (foto: Chris Christodoulou).

Twee avonden later dirigeerde Dudamel het requiem. Van meet af aan was duidelijk dat hij dit werk uitstekend in de vingers heeft. Letterlijk, want hij dirigeerde zonder baton. In dit werk heeft hij alles wat een volmaakte uitvoering vereist: hartstocht, wanhoop en lyriek, gecombineerd met een enorm dynamisch bereik. Daarbij beschikte hij over een uitstekend koor en een uitgelezen solistenkwartet.

Michelle DeYoung was haar formidabele zelf. Zij zorgde voor een paar hoogtepunten, maar ook enkele dieptepunten in de avond. Haar neiging te slepen was bij Aida hinderlijk, hier werd het, bijvoorbeeld in het Lacrymosa, onacceptabel. De sopraan, de Amerikaanse Julia di Giacomo, leverde een geweldige prestatie.

Deze keer stond er tegenover de dames een sterk koppel mannen. De jonge tenor Eugenio Grigolo ontroerde met zijn glasheldere pianissimo in het Ingemisco en had daarbij meer dan genoeg in huis voor de robuustere passages. Ildebrando d’Arcangelo hield zijn sonore stem in bedwang en leverde zodoende een smaakvol ingetogen interpretatie af.

Zowel bij Aida als het Requiem leverde het L.A. Master Chorale een uitstekende prestatie.

Het bijwonen van dit soort concerten in de Hollywood Bowl is overigens geen onverdeeld genoegen. Aan de muzikale kant krijg je geen helder beeld van de echte kwaliteiten van de stemmen. Een draai aan de knop en meneer of mevrouw klinkt desgewenst harder of zachter. De enorme videoschermen, sinds kort uitgebreid tot vier stuks, leiden de aandacht af van het podium en geven je soms het idee dat je televisie zit te kijken.

Wat het gebeuren in de zaal betreft, valt op dat een deel van het publiek zich niet weet te gedragen. Los nog van de hinderlijke gewoonte voor, tijdens en na de voorstelling onophoudelijk te eten, tot doppinda’s aan toe, wordt er in- en uitgelopen en sommige bezoekers, ook in de voorste rijen, zagen er bijvoorbeeld geen been in tijdens het Libera me hun spullen bij elkaar te zoeken en doodgemoedereerd naar buiten te lopen.

Verder moet je nog rekening houden met laag overvliegende helikopters en met de aanwezigheid van een legertje onvermoeibare, luidruchtige krekels, die zelf het Dies Irae de baas kunnen.

Vorig artikel

DiDonato, Kaufmann winnen Echo Awards

Volgend artikel

Sarphati creëert vermakelijke Bear

De auteur

Lezer

Lezer