FeaturedOperarecensieRecensies

Legendes herleven in Händels Alessandro

Senesino, Cuzzoni, Bordoni. Het zijn namen die zelfs na 300 jaar hun glans niet hebben verloren. Een trio topzangers deed zaterdag in de NTR ZaterdagMatinee-uitvoering van Händels Alessandro een dappere poging in hun huid te kruipen. Maar een vierde ging er haast met de vocale hoofdprijs vandoor…

Julia Lezhneva (foto: Decca / Uli Weber).
Julia Lezhneva (foto: Decca / Uli Weber).

Ditmaal bracht de NTR ZaterdagMatinee weer een onvervalste Nederlandse première. Er is een link met de Trovatore van vorige week: naar verluidt vereist dat werk de vier grootste zangers ter wereld, terwijl Händel in 1726 over drie van de beste stemmen uit zijn tijd beschikte.

Verleid door een vorstelijke gage voegde mezzo Faustina Bordoni zich dat jaar bij castraat Senesino en sopraan Francesca Cuzzoni. Door de al broeiende rivaliteit tussen de twee prima donna’s op te stoken, wilde men de ingezakte operabelangstelling van de Londenaren weer aanwakkeren. Die riskante strategie liep nogal uit de hand.

Volgens de legende vlogen de dames elkaar in een andere productie letterlijk in de haren (vermoedelijk betrof het slechts hun aanhang), wat in The Beggar’s Opera (1728) werd gepersifleerd. Het publiek keerde zich af van dit gekrakeel en kort daarna werd Händels Royal Academy opgedoekt. De componist maakte een doorstart, maar wist zijn eerdere triomfen niet te evenaren. Dat sensatiezucht niet loont, is een les die menig hedendaags regisseur zich mag aantrekken…

Het al bestaande libretto van Alessandro werd aangepast om het sterrentrio zo veel mogelijk aria’s te gunnen. De vermoeiende driehoeksverhouding tussen Alexander de Grote (Senesino), Rossane (Bordoni) en Lisaura (Cuzzoni) staat dus centraal, ten koste van de spannender intrige rond de opstandige veldheer Clito.

Maar het draait hier toch vooral om de muziek en dat werd zaterdag benadrukt door een grotendeels concertante aanpak. Het twintigkoppige Armonia Atenea liet weinig ruimte op het podium voor acteerwerk en tijdens de aria’s trokken de andere zangers zich discreet terug. Alleen het begin van de tweede akte was ‘opgeleukt’, via een half ontklede Max Emanuel Cencic, die zich zwaaiend met een champagnefles in de amoureuze nesten werkte.

Verder was hij de elegantie zelve, met ouderwetse gebaren, precies zoals ik het me bij de historische Senesino voorstel. Naar eigen zeggen bood deze rol een flinke uitdaging voor Cencic, deels vanwege de stemligging (Senesino was een echte alt). In de laagte kwam hij inderdaad soms draagkracht tekort, maar in de hoog liggende coloraturen toonde hij veel zwier en technische beheersing.

Op de aan deze tournee gekoppelde plaatopname zong Karina Gauvin (volgende maand Glucks Armide bij De Nederlandse Opera) de rol van Lisaura. Nu viel de keus op Laura Aikin, niet per se een barokspecialiste. Dat was te horen aan kleine haperingen in de roulades van haar snelle aria’s. Maar het langzame ‘Che tirannia d’Amor’ (een siciliana) bewees haar grote klasse; met beeldschone diminuendi zorgde ze voor een expressief hoogtepunt.

Xavier Sabata (foto: Julian Laidig).
Xavier Sabata (foto: Julian Laidig).

Cuzzoni was dan ook de betere tragédienne, terwijl Bordoni een charmantere persoonlijkheid had. Perfecte casting dus om de innemende Julia Lezhneva voor Rossane te vragen. Met jaloersmakend gemak vloog haar volle en warme stem door alle versieringen. In de vogelaria ‘Alla sua gabbia’ bereikte haar virtuositeit een verbluffend hoogtepunt. Het timbre is (nog) weinig markant, enkele topnoten waren niet loepzuiver en iemand als Joyce Didonato geeft het bekende ‘Brilla nel’alma’ meer bravoure. Maar wat een talent heeft deze jongedame!

De andere zangers kwamen er bekaaid af, zowel in aantal als in kwaliteit van hun aria’s. Uitzondering vormde altus Xavier Sabata als Tassile, Lisaura’s afgewezen minnaar. Zijn melancholieke timbre en gevoelige voordracht maakten wellicht de meeste indruk. En qua volume overtrof hij Cencic (toegegeven, in minder veeleisende aria’s).

Het was Cencics 37e verjaardag, reden voor een ‘Happy Birthday’ van het gehele ensemble na het slotapplaus. Hij deelde echter zelf een cadeautje uit, door Alessandro’s slotaria van de eerste akte plots aan de zichtbaar nerveuze Sabata te gunnen. Gezien diens overtuigende prestatie betwijfel ik of het daadwerkelijk geïmproviseerd was…

Dirigent George Petrous keuze voor enerverende tempi hield ook de zwakkere gedeelten boeiend. Binnen die voortvarendheid was gelukkig veel ruimte voor lyriek en legato, zodat het risico van kortademigheid uitbleef. Het klavecimbel vond ik vrij dominant aanwezig, maar er was een glansrol voor de cellisten, die menig intro en tussenspel een haast romantische klankkleur gaven.

Fijn dat de Matinee de barokliefhebbers zoet houdt, nu De Nederlandse Opera uit kostenoogpunt voorlopig geen ensembles op oude instrumenten uitnodigt. Later dit seizoen volgt Vinci’s Artaserse, opnieuw met Max Emanuel Cencic en maar liefst vier andere countertenoren!

Vorig artikel

Sarah Connolly maakt Rotterdam gelukkig

Volgend artikel

Reisopera brengt strakke Tristan

De auteur

Martin Toet

Martin Toet

3Reacties

  1. Jheronymus
    23 september 2013 at 17:30

    Mooie recensie, Prachtige opera. Heerlijke uitvoering. Ik was het hele weekeinde blij met Händel.
    Terugluisteren kan via
    http://ntrzaterdagmatinee.radio4.nl/uitzending/201268/NTR%20ZaterdagMatinee.html
    Daar is ook het programmaboekje beschikbaar.

  2. Gert-Jan
    24 september 2013 at 10:41

    Een groot feest, deze uitvoering met een topcast! De hoeveelheid noten die de zangers uit het hoofd moeten leren en ook nog eens moeten zingen is duizelingwekkend. Toch gingen allen er virtuoos doorheen. Alleen Aikin was niet altijd hoorbaar maar daarom niet minder goed. Lezhneva, slechts 23 jaar oud, zingt letterlijk adembenemend. Na afloop zaten allen stralend handtekeningen uit te delen in de garderobe. Overigens leken mij Alessandro en Tasssile nog als meest geschikte echtpaar uit deze liefdeswedstrijd naar voren te komen 🙂

  3. Spen
    24 september 2013 at 13:34

    Dit was niet zomaar een concert, dit was het begin van een nieuwe liefde.

    Eerst wil ik zeggen dat orkest en zangers geweldig waren. Het had zo een CD opname kunnen zijn.

    Dan de nieuwe liefde, Julia Lezhneva, wat een zangeres! Toen ze haar entree maakte kreeg ik al tranen in m’n ogen. Niet vaak zie je zo een jonge zangeres op het podium van het Concertgebouw staan. Ze ziet er super schattig uit en is heel interessant om naar te kijken.

    Het is onwerkelijk dat een meisje van 24(?) al op zo hoog niveau zingt. Ik denk niet dat ik eerder iemand zo virtuoos heb horen zingen en het lijkt haar niet eens moeite te kosten. Ze heeft een prachtige stem en eigen klank. Als ik haar interviews mag geloven is ze voorzichtig met haar stem, dus dat belooft veel moois voor in de toekomst. Een aantal dagen na het concert ben ik nog steeds diep onder de indruk en ik hoop haar nog vaak live te mogen horen!