Recensies

Troep in The Beastly Bombing

Met The Beastly Bombing wil Opera aan het IJ jonger publiek naar het theater trekken. Afgaand op de eerste voorstelling in Amsterdam is dat uitstekend gelukt. Maar vraag niet hoe. Het stuk is plat, grof, vulgair en muzikaal incompetent. Misschien leuk voor jongeren, maar het heeft niets van doen met opera, operette of enige culturele uiting. Laat staan met moraal.

In het rood Jesse Merlin als president (foto: Jan Oosterhuis).
In het rood Jesse Merlin als president (foto: Jan Oosterhuis).

Het doel van The Beastly Bombing – dat in 2006 in Los Angeles in première ging – is tegen extremisme in het verweer komen. Extremisme van alle gading, van allerlei ideologie. Het middel om die boodschap uit te dragen, is satire. In een verhaal waarin twee neonazi’s en twee moslimterroristen de Brooklyn Bridge proberen op te blazen, daarin falen en vervolgens de tweelingdochters van de Amerikaanse president tegen het lijf lopen, wordt iedereen – moslims, christenen, joden, homo’s, neonazi’s – op de korrel genomen. Niemand wordt ontzien.

Tot zover de theorie, de mooie gedachten achter het verhaal. De praktijk is heel wat minder verheven. De Europese première van het stuk – want dat was de voorstelling in het Compagnietheater – is niet meer dan ordinaire schenenschopperij. Niet extremisme wordt op de hak genomen, maar allerlei geloofswaarden. Of valt het noemen van de naam van God tegenwoordig ook al onder extremisme? Blijkbaar wel, want er wordt aan de lopende band gevloekt.

Om goede satire kan iedereen lachen, ook de groep waar het om gaat. Maar er is geen christen die om een vloek lacht. En evenmin om een scène waarin Jezus (‘adviseur van de president’) als extreem verwijfde homo neergezet wordt. Dat Jezus voor miljoenen christenen inderdaad een ‘raadgever’ is in het dagelijks leven, is de makers van het stuk blijkbaar ook te extreem.

Hetzelfde geldt voor iets als de wijze waarop joden bidden of de zondagsrust van christenen. Daar is niets fundamentalistisch aan, maar in The Beastly Bombing wordt er naar hartelust mee gespot. Met creatieve satire heeft dat niets te maken. Het is gewoon goedkoop scoren.

Met creatieve satire heeft dat niets te maken. Het is gewoon goedkoop scoren.

Goedkoop, zo is de hele voorstelling. Want naast misplaatste spot krijgt het publiek ook nog eens een emmer vuiligheid over zich heen, van platte grappen en ‘vondsten’ tot ronduit vulgaire scènes.

(Foto: Jan Oosterhuis)
(Foto: Jan Oosterhuis)

Goedkoop is ook de muzikale invulling. Muziek van band spelen werkt niet; dan kun je net zo goed thuis een cd draaien, want de gang naar het theater heeft geen meerwaarde meer. De compositie van Neill is wel heel toegankelijk, dat moet gezegd worden, maar een en ander gaat daarvan verloren door de slechte balans. De solisten zingen met versterking, maar die is regelmatig te hard, wat sommige passages schreeuwerig maakt.

De stemmen zelf wisselen in kwaliteit. Jesse Merlin is een uitstekende bariton, duidelijk iemand met opera-ervaring. Ook Sinan Vural en Nicoline van Doorn zingen goed, maar er zitten ook stemmen bij die hoorbaar alleen op acteerkwaliteiten gecast zijn.

Naast dit alles is het ook nog de vraag of het nu echt zo aanslaat bij het jeugdig publiek. Ze zijn dan weliswaar komen opdraven, maar heel enthousiast worden ze niet gedurende de avond. Het geschater dat je zou verwachten bij een stuk dat aangekondigd wordt als een ‘goede cabaretvoorstelling’ blijft uit.

Je moet ook wel een aardig woordje Engels kennen om de verhaallijn te kunnen volgen, aangezien de liedteksten in tegenstelling tot de dialogen in het Engels zijn blijven staan. Dat maakt de ‘operette’ (het is eigenlijk het woord niet waard) minder toegankelijk dan het op het eerste gezicht lijkt.

Gelukkig maar, want het is te hopen dat dit stuk niet al te zeer aanslaat bij jongeren. Dat zou iets zijn om je minstens evenveel zorgen over te maken als over extremisme. Want voor dit soort avonden is één woord afdoende: troep.

Vorig artikel

Nabucco heeft genoeg aan muziek

Volgend artikel

Een bom in het theater

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.