Recensies

Mooie Puritani, maar zonder waanzin

Wanneer een opera een waanzinscène bevat, wordt die al snel tot scherprechter over de hele productie gekroond. Onterecht, zo laat de nieuwe productie van I puritani van De Nederlandse Opera zien. Ook zonder een overtuigende Elvira valt er genoeg te genieten.

John Osborn tijdens 'Credeasi misera' (foto: Clärchen und MatthiasBaus).
John Osborn tijdens 'Credeasi misera' (foto: Clärchen und MatthiasBaus).

De waanzinscène van Elvira neemt een belangrijke plaats in in Vincenzo Bellini’s laatste opera. Lord Arturo Talbo (John Osborn) heeft uit loyaliteit aan de royalisten de gevangen genomen koningin Enrichetta uit de burcht van de puriteinen bevrijd, maar moest daardoor wel zijn geliefde Elvira vlak voor hun huwelijk in de steek laten. Elvira denkt dat hij haar ontrouw is, en verliest haar verstand.

De Spaanse sopraan Mariola Cantarero heeft ervaring met krankzinnige karakters – in 2007 zong ze nog Lucia di Lammermoor bij De Nederlandse Opera – maar haar Elvira viel tegen. Haar vocale acrobatuur was mooi, dapper, maar uiteindelijk te leeg.

Direct vanaf haar eerste opkomst zette ze een onrustige, verwarde, haast labiele vrouw neer. Op zich heel sterk, maar toen haar verstand verduisterde, vond er geen transformatie plaats. De Elvira van akte twee was niet anders dan die van akte één. Haar coloraturen misten daardoor zeggingskracht; het onwezenlijke, het doffe van haar geknapte ziel ontbrak.

Een hoogtepunt werd de tweede akte, die volledig om Elvira’s waanzin cirkelt, hierdoor niet. Niettemin restte er nog genoeg schoonheid op andere fronten. Daar was John Osborn grotendeels voor verantwoordelijk. De Amerikaanse tenor was simpelweg indrukwekkend. Ondanks de letterlijk hoge eisen die de rol van Arturo aan een tenor stelt, klonk hij soepel, makkelijk, vast en zeker. En meer nog, hij verklankte de woorden en gevoelens van het eenvoudige libretto zeer precies.

In het ensemble ‘Credeasi misera’ kreeg zijn intense liefde voor Elvira de beste expressie. Liggend op zijn zij en wankelend over het podium wist Osborn op formidabele wijze de zware melodieën te trotseren. Zelfs de hoge f – jazeker, die zat in zijn strot – klonk alsof hij erop neerkeek.

Toen Osborn na afloop applaus en gejuich kwam oogsten op het toneel, was hij zichtbaar uitgelaten; blijkbaar dik tevreden met hoe de première was verlopen. En terecht. Het Muziektheater mocht getuige zijn van één van de grotere tenoren van deze tijd.

Osborn zong tegen de achtergrond van een intrigerend en toepasselijk decor, gemaakt door Es Devlin onder regie van Francisco Negrin: benauwende, met braille gedecoreerde grijze muren die voortdurend het gevoel gaven van beknotting. Tezamen met de sobere kostuums, waaronder veel toga’s, zette Negrin zo treffend de strikte, van frisse lucht verstoken puriteinse atmosfeer neer.

Het acteer- en zangspel van het zoals altijd sterke koor van De Nederlandse Opera werkte die sfeer verder uit. Het Nederlands Philharmonisch Orkest begeleidde daarbij op bekoorlijke wijze.

Het blijft jammer dat Elvira haar rol niet helemaal meester was, maar gelukkig hoefde de productie daar niet op stuk te lopen.

Jordi Kooiman

I puritani is nog te zien op 8, 11, 15, 17, 20, 23 en 26 februari en 1 maart. Zie voor details de agenda.

Vorig artikel

Bostridge ontkracht Death in Venice

Volgend artikel

Problemen rond Al Gore-opera

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.