CD-recensies

Onbekend Giordano-operaatje met valse start

Onbekende opera’s zijn altijd de moeite van het zien waard, maar er kleeft wel een risico aan: het kan dat het werk niet ten onrechte onbekend is gebleven… Tijdens het eerste, zeer ongeloofwaardige deel van Marcella van Umberto Giordano denk je dat dat laatste het geval is. Het sterk lyrische slot zet gelukkig weer wat recht.

In 2007 werd het operaatje (ruim een uur) van Giordano tijdens het Festival van Valle D’Itria in Italië opgevoerd, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het stuk. Een onbekend stuk, want Giordano is eigenlijk alleen maar bekend van zijn Andrea Chénier.

marcellaNaxos bracht de voorstelling, onder begeleiding van het Orchestra Internazionale d’Italia, onlangs uit op dvd.

De opera gaat over een wanhopig, arm meisje, Marcella. Ze is een zelfmoord nabij als ze Giorgio tegen het lijf loopt in een restaurant. Giorgio neemt haar in bescherming tegen de samenleving, die haar minacht, en wordt verliefd op haar.

Ze vertrekken naar het platteland en leiden er een gelukkig leven, totdat Giorgio opgeroepen wordt om terug te keren naar zijn vaderland. Tot Marcella’s schrik blijkt hij de kroonprins van dat land te zijn en moet hij de chaos die zijn oude vader heeft achtergelaten rechtzetten. De opera eindigt met het emotionele afscheid van beide.

Je valt niet bepaald met je neus in de boter bij deze opera. Het eerste deel is hoogst ongeloofwaardig. In minder dan tien minuten moeten Giorgio en Marcella elkaar voor het eerst ontmoeten én elkaar de liefde belijden én besluiten voor eeuwig bij elkaar te blijven.

De regie compenseert die theatrale onmogelijkheid allerminst. Regisseur Alessio Pizzech versterkt het juist door de personages erg overdreven gebaren en handelingen toe te bedelen.

Vanaf deel twee klinkt er opeens een eenvoudige maar zeer krachtige lyriek

Maar het blijkt allemaal een valse start te zijn geweest, want deel twee en drie zijn een stuk beter. Door de verandering van locatie kun je je neerleggen bij het feit dat Marcella en Giorgio smoorverliefd zijn. Hun eerst zo overdreven acteerspel komt daardoor echter over. Het stuk maakt als het ware een herstart.

Maar wat de delen vooral veel beter maakt, is de muziek. In het begin is Giordano’s partituur nogal rommelig, met halfbakken aria’s en weinig lijn. Maar vanaf deel twee klinkt er opeens een eenvoudige maar zeer krachtige lyriek. Met name de instrumentale intermezzo’s zijn heel gevoelig en het einde van de opera is heel verrassend.

De regie versterkt die lyrische sfeer met de projectie van een weids alpenlandschap op de achtergrond. Het decor is verder nogal kil in vergelijking met dat beeld, maar het roept in elk geval wat idyllische gevoelens op.

De stemmen zijn voldoende, maar niet heel bijzonder. Serena Daolio (Marcella) heeft veel klank, maar wordt schel zodra ze de hoogte in gaat. Danila Formaggia (Giorgio) krijgt af en toe bekoorlijke hoge noten uit zijn strot, maar verder klinkt hij vrij zwoegend en vermoeiend. Zo lyrisch als de muziek was hij niet.

De kleinere rollen zijn prima bezet, met bijvoorbeeld twee aardige baritons (Pierluigi Dilengite als Drasco en Marcello Rosiello als Vernier). Zij acteren ook een stuk ‘normaler’ dan het overemotionele centrale duo.

Ondanks de aangename lyriek van het slot is het de vraag of zo’n korte, tweeslachtige opera in zo’n ‘niet meer dan aardige’ uitvoering 23,50 euro waard is.

Vorig artikel

Opera over de grens

Volgend artikel

Il combattimento di Ponnelle e Audi

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.