CD-recensies

Antonio Cagnoni: een vrolijke grappenmaker

Antonio Cagnoni. Niemand kent de beste man, maar het is een feest om naar zijn muziek te luisteren. Zijn opera Don Bucefalo uit 1847 zit vol vrolijkheid en plezier. Plus een stel unieke aria’s. Echt, dit ‘melodramma giocoso’ verdient het niet om zo onbekend te zijn.

Don Bucefalo Het label Dynamic verenigde haar krachten met het Festival della Valle d’Itria di Martina Franca om Don Bucefalo op cd te zetten. Het stuk werd in juli 2008 live opgenomen in Martina Franca en is onlangs door het label op de Nederlandse markt gebracht.

De artistiek directeur van het operafestival, Sergio Segalini, heeft als voorwoord een verbeten stuk geschreven over hoe slecht er met onbekende componisten en opera’s wordt omgegaan. En gelijk heeft die. Want er is geen goede reden om Don Bucefalo onopgevoerd te laten. Sterker nog, ik zou graag een keer een productie van het werk zien.

Don Bucefalo gaat over de musicus Bucefalo. Hij is in een dorpje beland en probeert daar een opera te produceren met de dorpsbewoners. Tegen de achtergrond van de voorbereidingen op de voorstelling speelt het echte verhaal zich af, het verhaal over de weduwe Rosa.

Rosa woont in het dorp en zowel Bucefalo als haar buurman Don Marco en Il Conte di Belprato hebben een oogje op haar. Ze proberen toenadering tot haar te zoeken, tot er een onbekende soldaat in het dorp verschijnt. Hij blijkt de doodgewaande echtgenoot van Rosa te zijn, Carlino. Na een hoop misvattingen valt alles op z’n plek en is iedereen blij.

Cagnoni schreef de opera op zijn negentiende, bij wijze van afronding van zijn studie compositie. Het stuk was succesvol, ook buiten Italië.

De muziek van Cagnoni is aangenaam, licht en vrolijk. Soms lijkt hij te parodiëren op componisten als Donizetti, Rossini, Bellini en zelfs Mozart. Er zitten in elk geval heel wat bekende trekjes in het stuk. De finales aan het einde van de drie akten zijn bijvoorbeeld echt des Rossini’s: rap en fijnzinnig, met een enorme spanningsopbouw.

Maar Cagnoni heeft ook heel unieke passages gecomponeerd. Uniek en humoristisch. Omdat het verhaal gaat over het instuderen van een opera, wordt er veel ‘geoefend’ in het stuk. Geniaal is bijvoorbeeld het moment waarop Bucefalo het orkest aan het begin van een repetitie laat stemmen. Wat begint met stemmende violen loopt uit op een instrumentaal stuk dat zo als 21e-eeuwse compositie door zou kunnen gaan. Cagnoni was zijn tijd ver vooruit…

De daaropvolgende ‘dirigeeraria’ is ook zeer creatief. Terwijl Bucefalo afwisselend met falsetstem en gewone stem muzikale aanwijzingen zingt, speelt het orkest de ouverture van de opera. Zang en muziek gaan daar vrijwel letterlijk in gesprek met elkaar.

En zo speelt Cagnoni vaker met zang en muziek. Bucefalo zingt bijvoorbeeld ook een ‘componeeraria’, die begint met het declameren van het libretto en langzaam overgaat tot het zingen van rijke melodieën.

Om het samen te vatten: Cagnoni schrijft boeiende, inventieve muziek. En dat voor een negentienjarige! Dat maakt me razend nieuwsgierig naar ander werk van hem.

Girardi is vederlicht, watervlug, bijna lief

De zangers op de opname zijn, op een enkeling na, van prima niveau. Filippo Morace heeft een beetje een droge stem als Bucefalo, maar weet me wel te ‘entertainen’ in zijn grappige aria’s.

Angelica Girardi blinkt vocaal uit als Rosa. Ze heeft een prachtige heldere stem, vederlicht en watervlug, bijna lief. Haar coloraturen zingt ze bovendien erg fraai.

Francesco Marsiglia zingt netjes als Il Conte di Belprato. Met zijn egale, beetje nasale tenor lijkt hij wel op Juan Diego Flórez, al is hij wat zachter en triester van klank.

Dirigent Massimiliano Caldi kiest in sommige coloratuuraria’s wel erg bedaarde tempi, maar hitst de finales prachtig op. Het orkest (Orchestra Internazionale d’Italia) speelt ook prima haar rol mee in het verhaal. Alsof de musici daadwerkelijk dorpsbewoners zijn.

Wat jammer is, is dat Dynamic de opera op cd heeft uitgebracht. Gezien de komische taferelen denk ik dat een dvd voor nog veel meer vertier had kunnen zorgen. Maar wie weet zit dat er nog wel eens in. Het zou in elk geval fantastisch zijn als een Nederlands gezelschap een keer de moeite neemt dit stuk te produceren.

Vorig artikel

Dido van Opera Zuid is leuk maar lastig

Volgend artikel

Youtube-portret: When I am laid

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.