CD-recensies

Monumentale Prokofjev uit het Mariinsky

Arthaus Musik heeft in zijn reeks Legendary Performances Prokofjevs War and Peace heruitgebracht. De productie uit 1991 van het Mariinsky Theater, geleid door Valery Gergiev en geregisseerd door Graham Vick, is een monumentale voorstelling. Zeker het bekijken waard.

War and peaceProkofjev was al begonnen met War and Peace toen in de zomer van 1941 de Sovjet-Unie werd aangevallen door Duitsland. Daarmee werd de compositie als het ware met terugwerkende kracht een opdrachtwerk waarin middels de parallel met de Franse inval onder leiding van Napoleon het vaderlandslievende, heldhaftige optreden van de bewoners van ‘Groot Rusland’ moest worden bewierookt.

Het zal niemand verbazen dat dit tot enige spanning bij de componist leidde. De facto een gevangene van Stalin kon hij nauwelijks zijn eigen lijn trekken en dat terwijl de enorme omvang van Tolstojs werk het toch al bijna onmogelijk maakte een herkenbare operaversie te realiseren.

Van Tolstojs boek Oorlog en Vrede bestaan meerdere versies, sterk in omvang verschillend. Van de gelijknamige opera eveneens. Het tekent de compositorische gang door het politieke mijnenveld dat kenmerkend was voor de periode Stalin.

Toen het werk ruim na de dood van zowel Prokofjev als Stalin eindelijk ten tonele werd gebracht, genereerde het nauwelijks belangstelling. Het werd weggezet als stalinistische oorlogspropaganda. Dat lijkt unfair, maar zegt natuurlijk ook iets over de toenmalige perceptie van de kwaliteit van het werk. Immers, een filmklassieker als Casablanca is ook een uitgesproken voorbeeld van oorlogspropaganda, maar werd en wordt door menig liefhebber op handen gedragen.

Wat was er dan op Prokofjevs werk aan te merken? Om te beginnen het muzikaal idioom. Met enige fantasie zou je het werk kunnen dateren als eind negentiende-eeuws, veel ‘ouderwetser’ dan bijvoorbeeld Prokofjevs vioolconcerten. Dat zal Stalin wel hebben aangesproken, afgaand op zijn smaak op het gebied van architectuur. Woongebouwen uit zijn tijd zien er steevast uit alsof ze rond het fin de siècle gebouwd zijn.

Daarnaast is er in het werk zo veel geknipt en geplakt dat er niet veel samenhang meer aanwezig lijkt te zijn, althans bij een eerste kennismaking. Wat direct beklijft, is het André Rieu-achtige walsje dat wordt gespeeld als Andrej (sic) en Natascha voor het eerst met elkaar dansen en dat later terugkomt als daaraan herinnerd wordt. Maar dat is natuurlijk wel wat mager.

Het eerste deel van de opera speelt zich af in vredestijd en concentreert zich op de relaties tussen Andrej Bolkonski, Natascha Rostowa en Pierre Besuchow. Van Tolstojs enorme hoeveelheid tekst is weinig meer overgebleven dan een paar simpele schetsen. Je krijgt bijna de indruk naar een Russische remake van Les liaisons dangereuses te kijken.

De muziek is hier aangenaam voor de oren, rustig kabbelend, weinig nadrukkelijk. Yelena Prokina excelleert als Natasha. Zij is in alle opzichten een ideale invulling van deze rol. Alexander Gergalov is een uitstekende Bolkonski en Gegam Grigorian een goed gekozen typecast voor Pierre.

In het tweede deel is er oorlog en wordt de muziek grimmiger, en ook minder aansprekend: langdradige uiteenzettingen, plompe soldatenkoren, spreekkoren op simpele motieven en veel gesprekken die nauwelijks muzikaal worden ondersteund. Hieruit had zeker wel het één en ander weggelaten mogen worden in deze productie. De makers laten zich er echter op voorstaan dat dit de absoluut complete versie van de opera is.

In dit tweede deel komt het propaganda-aspect nadrukkelijk naar voren, al moet gezegd worden dat van de Fransen geen karikatuur wordt gemaakt. Evenmin wordt Napoleon geridiculiseerd, wat in echte propaganda natuurlijk een schot voor open doel zou zijn geweest.

De opera wordt gebracht als een kostuumdrama op een vrijwel leeg toneel. Er is veel aandacht besteed aan de authenticiteit van de kleding en de schaarse zetstukken. Hoewel met name in de elfde scène uitvoerig wordt gesproken over de gruwelen van de oorlog, krijgt de toeschouwer hiervan vrijwel niets te zien. De regisseur laat het aan de verbeelding van de kijker over. Bless him.

De enige andere opname die van War and Peace beschikbaar is, komt uit Parijs. In die lezing van regisseur Francesca Zambello uit 2000 speelt ongeveer 60 procent van de voorstelling zich af in vredestijd. De opera besluit met verstilde muziek in plaats van het gezwollen patriottische slotkoor uit de ‘Pflichtversie’.

Voor hen die meer geïnteresseerd zijn in vrede dan in oorlog is deze versie aan te bevelen. Maar wie kennis wil nemen van het gehele werk, compleet met zijn propagandistische aspecten, is bij Vick aan het juiste adres. Beide opnamen zijn aan elkaar gewaagd. Ik raad aan beide te bekijken.

Vorig artikel

Cd-zomer: Een halve Mayr

Volgend artikel

Opera in de media: week 34

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

2Reacties

  1. Maarten-Jan Dongelmans
    15 augustus 2015 at 09:21

    Heldere uiteenzetting van een complexe materie, tegelijkertijd zeer uitnodigend om de dvd’s te gaan bekijken. Dank daarvoor. Wanneer ik weer thuis ben, eerst eens de blauwe cdbox van Philips beluisteren, om alvast in de mood te komen.

  2. stefan caprasse
    17 augustus 2015 at 12:24

    Van de Parijse versie die ik al eens op TV zag herinner ik me vooral de prachtige melodie van de Koetoezow-aria, die dan in het slotkoor hernomen wordt…