CD-recensies

Een gezellige komedie van Cimarosa

De opera buffa Il matrimonio segreto van Domenico Cimarosa heeft alle ingrediënten voor een geslaagde komedie. Dat bewijst een nieuwe productie van de Opéra Royal de Wallonie, onlangs op dvd verschenen. Spetterend is het niet, wel gezellig. En er wordt knap gezongen.

Werken van Domenico Cimarosa staan niet vaak op het programma van operahuizen, terwijl hij toch zo’n tachtig opera’s schreef. De opera buffa Il matrimonio segreto heeft de tand des tijds nog het beste doorstaan. Het was dan ook een enorm succes toen het in 1792 in première ging.

Il matrimonio segreto (het geheime huwelijk) is een komedie volgens beproefd recept: stop een club bonte personages in één huis, laat tweeëneenhalf uur lang misverstanden plaatsvinden en zorg dat alles in de finale opgelost wordt, zodat je in een bruisend ensemblestuk het happy einde kunt bezingen.

Het verhaal gaat over Carolina en Paolino, die in het geheim getrouwd zijn. Ze proberen dat op tactische wijze aan Carolina’s vader Geronimo te vertellen, maar door de opdringerige graaf Robinson, de vrijgezelle tante Fidalma en de lelijke oudere zus van Carolina, Elisetta, blijkt dat lastiger dan gedacht. Na veel dwaze misverstanden komt alles echter op z’n pootjes terecht.

De Opéra Royal de Wallonie maakte in februari 2008 een nieuwe productie van het stuk. Het label Dynamic heeft het onlangs op dvd uitgebracht. Jammer genoeg met wat schoonheidsfoutjes. Soms loopt het beeld niet synchroon met het geluid, de kleuren zijn niet altijd fraai en je hoort dirigent Giovanni Antonini af en toe geluiden maken (waarschijnlijk omdat er in zijn buurt een microfoon stond).

Niettemin: de zeskoppige cast weet de typetjes uit het werk van Cimarosa leuk neer te zetten. Hun spel is niet altijd zo inventief, maar met hun stemmen weten ze prachtig te acteren.

Cinzia Forte is een fraaie Carolina. Met haar heldere, flexibele stem is ze een speels meisje, geloofwaardig jonger dan de pinnige, felle Elisetta (Priscille Laplace). Samen zorgen zij voor de nodige leuke momenten, zoals een fikse ruzie in de eerste akte.

Alberto Rinaldi is de dommige heer des huizes, Geronimo. Maar dommig of niet, hij zingt zeer tekstbewust en dat maakt zijn optreden bijzonder overtuigend.

Verder is de melodramatische Damiana Pinti te horen als tante Fidalma. Ze overdrijft lekker en uit prachtig haar opspelende hormonen. Mario Cassi bast de partij van de amoureuze graaf Robinson lekker weg en Aldo Caputo is met zijn ietwat nasale, jeugdige stem een modeltenor voor de rol van Paolino. Daarbij heeft hij enkele hilarische momenten.

Het huisorkest van de Luikse opera begeleidt vlot en levendig. Ik had ook niet anders verwacht met maestro Giovanni Antonini op de bok.

Zo bruisend en doldwaas als komedies van bijvoorbeeld Rossini vind ik deze productie echter niet. Misschien had regisseur Stefano Mazzonis di Pralafera daarvoor meer in zijn personenregie moeten investeren. Maar hij zet leuke, herkenbare figuren neer en dat levert samen met de prima cast, de fraaie decors van Jean-Guy Lecat en de grappige kostuums van Fernand Ruiz een gezellig avondje komedie op.

Vorig artikel

IOP op tournee met Wit-Russische Bohème

Volgend artikel

Villazón gaat Werther regisseren

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.