CD-recensies

Mooie kerels imponeren in Don Carlo

Wat een timing. Vlak voordat de Metropolitan Opera bioscopen in de hele wereld bedient met Verdi’s Don Carlo heeft EMI Classics de Londense uitvoering van dezelfde productie op dvd uitgebracht, met ook nog eens veel dezelfde solisten. Een topuitvoering, waarin vooral Simon Keenlyside en Ferruccio Furlanetto me imponeren.

De Metropolitan Opera zendt zaterdag 11 december in haar populaire Live in HD-serie Verdi’s grootse opera Don Carlo uit. De productie betekent het debuut van regisseur Nicholas Hytner bij het New Yorkse operahuis, maar zijn enscenering is niet nieuw. Hij maakte hem oorspronkelijk voor het Royal Opera House in Londen, waar die in 2008 te zien was.

Eén van die Londense voorstellingen heeft EMI Classics op dvd uitgebracht. Vier rollen zijn hetzelfde bezet als in New York en over het geheel genomen is de muzikale kwaliteit top. Dus als de uitzending zaterdag naar meer smaakt, weet u waar u moet wezen.

Van Don Carlo bestaan vele versies. Hytner gebruikt de versie uit Modena (1886), de laatste bewerking die Giuseppe Verdi van zijn opera maakte. Het is een versie met vijf enerverende bedrijven. Zeker muzikaal gezien. Liefde, passie en vriendschap, leed, wanhoop en haat: Verdi heeft het allemaal subliem in noten weten uit te drukken.

De regie van Hytner is sober en somber. Er is weinig licht en hij heeft aan enkele grote, robuuste decorstukken genoeg om de verschillende locaties in te kleuren. Voor de rest is er veel lege ruimte op het toneel. Maar die ruimte vult Hytner sterk in met zijn personenregie. Hij zet de personages en hun onderlinge relaties scherp neer. De gezagsverhoudingen en de persoonlijke verhoudingen zijn voortdurend voelbaar.

Ferruccio Furlanetto zingt een diepgaande, doorleefde koning Philips II. Je ziet en hoort hoe de heerschappij over zijn koninkrijk op zijn schouders drukt en hoe hij gekweld wordt door zijn falen in zijn persoonlijke leven. Tegelijkertijd is hij een heerser die wreedheid niet uit de weg gaat, wat zijn karakter allesbehalve eendimensionaal maakt. Een erg imponerend optreden.

De Rodrigo van Simon Keenlyside is evenmin een vlak figuur. Hij is niet enkel de idealistische ‘held-uithanger’, maar heeft ook een charmante, luchtige kant. Keenlyside zingt daarbij heroïsch en vol bravoure. Zijn stoere, ijzersterke stem, die hij zonder moeite lijkt te controleren, maakt van hem een held bij uitstek en samen met Furlanetto voor mij de ster van de avond.

Eric Halfvarson voegt daar nog een prachtkerel aan toe: de Grootinquisiteur. Hij speelt hem als een stokoude man, maar wel met zoveel gewicht dat hij als enige op gelijk niveau met Philips kan spreken. Iets wat hij met sinistere, zware zang doet.

Zowel Halfvarson als Furlanetto en Keenlyside zijn zaterdag in New York te horen. Dat geldt ook voor Marina Poplavskaya. Haar Elisabeth is een zwaar lijdend, haast week figuur, fijngevoelig en uiterst beheerst gezongen.

Sonia Ganassi is een prima Eboli, al vind ik dat ze wat vlak begint en voor een mezzo verrassend genoeg sterker in de hoogte is dan in de laagte.

De enige die me tegenvalt, is titelrolvertolker Rolando Villazón. Hij bruist van muzikaliteit en beleeft momenten van grote schoonheid, maar vaak vind ik het ongemakkelijk om naar hem te luisteren. Je ziet hem vanaf zijn eerste entree zwaar zwoegen. Het zweet gutst van zijn hoofd en die inspanning is terug te horen in zijn zang. Hij gaat naar mijn gevoel over de grenzen van zijn stem heen. Zeker in de hoogte, waar alle steun lijkt weg te vallen. Triest: het is alsof de passie zijn stembanden verslindt.

Het maakt de voorstelling als geheel voor mij niet helemaal compleet, maar zelfs met gebreken is het een uitvoering van topniveau. Want als de zangers het even laten liggen, is er altijd nog Antonio Pappano met het Royal Opera House-orkest, die Verdi’s partituur met de fijnste toon en expressie behandelen.

Vorig artikel

De wereld in 40 operahuizen: Kaapstad

Volgend artikel

Bartoli zingt Händel in Concertgebouw

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. Erik
    9 december 2010 at 12:23

    ’t ja….kapitaalvernietiging heet dat meneer Villazon
    …”zingen op je rente…niet op het kapitaal!!”

    jammer…het gekke is dat die Handel aria’s hem nog niet eens zó gek af gingen…destijds dan…nu is de schade na vele afgezegde concerten wellicht vele malen groter.

  2. Fransje
    9 december 2010 at 13:52

    Ik vind het zo erg dat Villazon z’n stem kwijt is! Ik hoop dat het ooit nog terugkomt!
    Ik denk overigens dat iedereen die zo’n druk schema moest nakomen, z’n stem zou verliezen, ‘zingende op de rente’ of niet…