Operarecensie

Opera per Tutti zet vrolijk de toon

Opera per Tutti begon gisteravond een nieuwe speelreeks met een vrolijk concert in de Vondelkerk in Amsterdam. Het programma was afwisselend, de sfeer luchtig en informeel en de cast bevatte twee bijzondere jonge artiesten. De naam zegt het: opera voor iedereen.

Mezzosopraan en artistiek leidster Mylou Mazali (foto: Eric van der Eijk).

Vier zangers, een pianiste, fragmenten uit zeer diverse opera’s, inleidende praatjes en veel speelplezier. De formule van Opera per Tutti is eenvoudig. En tijdloos. Want na vele seizoenen heeft het initiatief nog niets van haar drempelverlagende werking verloren.

In de nieuwe serie concerten beperkt Opera per Tutti zich niet tot de Vondelkerk in Amsterdam, maar doet ook locaties in Den Bosch, Den Haag en Utrecht aan. De Vondelkerk was gisteravond wel het toneel voor het eerste concert van de reeks.

De vier solisten zongen een afwisselend, grotendeels vrolijk programma. Er werd geglimlacht in Gianni Schicchi, gegrapt in Così fan tutte, gedanst in La Traviata en heerlijk gechargeerd in scènes uit The Telephone en Candide. En door die bonte verzameling heen zaten nog wat serieuze flarden verwerkt, uit Tannhäuser en Die Tote Stadt. Noem het reden één waarom je je niet zult vervelen bij Opera per Tutti: je proeft van de meest diverse smaken uit het operarepertoire.

Daar komt bij dat de solisten, zoals eigenlijk altijd, een luchtige, informele sfeer creëerden. De hele zaal werd gebruikt en het publiek werd regelmatig in de scènes betrokken. In ‘Prendero quel brunnettino’ uit Così fan tutte speurden Fiordiligi en Dorabella bijvoorbeeld ijverig naar ‘lekkere’ mannen in de zaal en tijdens het bekende ‘Libiamo’ werd uitbundig met de toeschouwers getoast.

Muzikaal verliep de avond mijns inziens niet vlekkeloos. De stemmen smolten vaak niet lekker samen in de duetten en ensemblestukken en door kleine oneffenheden was het niet altijd makkelijk meegesleept te worden in de aria’s, met name van de vrouwenstemmen.

Niettemin beleefden alle solisten fraaie momenten. Sopraan Hadewijch Voorn zong een overtuigende, zeer groteske Lucy in The Telephone en mezzosopraan (tevens artistiek leidster) Mylou Mazali maakte indruk op me met haar versie van Marietta’s Lied uit Die Tote Stadt. Hier en daar wat ruw, maar ook intens en gevoelig.

Het overtuigendst vond ik de heren Peter Davoren en Iurii Samoilov, twee jonge zangers van respectievelijk de Dutch National Opera Academy en Opera Studio Nederland. Davoren liet een prachtige ’tenore leggiero’ horen. Soms klonk hij wat slordig en drukkend, maar zijn geluid was beeldschoon en met zijn komische acteertalent wist hij zijn rollen levendig neer te zetten.

Samoilov is een naam om te onthouden. Hij heeft een warme, rijke bariton, die hij met erg veel muzikaliteit weet te besturen. Er kwam geen onvertogen noot uit zijn mond en in Pierrots lied uit Die Tote Stadt ontroerde hij me zeer. Erg subtiel en kwetsbaar gezongen.

Nog zo’n reden waarom Opera per Tutti de moeite waard is: in ieder concert is er altijd wel één keer zo’n moment waarop een uiterst begaafde zanger iets heel bijzonders doet.

Dit Opera per Tutti-concert is op 20 februari in De Toonzaal in Den Bosch en op 27 februari in de Dr. Anton Philipszaal in Den Haag te zien. Zie voor meer informatie de website van Opera per Tutti.

Vorig artikel

Column: Sybrand van der Werf

Volgend artikel

Shura Lipovsky: diva van het Jiddische Lied

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.