Operarecensie

Knappe Frau ohne Schatten in Antwerpen

De Vlaamse Opera heeft in coproductie met de Oper Graz een knappe productie van Strauss’ Die Frau ohne Schatten op het toneel gezet. De jonge Alexander Joel dirigeert vaardig, terwijl Stephanie Friede en Thomas Johannes Mayer de cast sieren.

Marion Ammann als keizerin (foto: Annemie Augustijns).

Het theater van de Vlaamse Opera in Antwerpen is een imposant, neoklassiek gebouw, dat helaas enigzins wegvalt in zijn omgeving. De gevel, die het moeiteloos zou winnen van bijvoorbeeld La Scala in Milaan en het Châtelet in Parijs, blijkt nog het best te bewonderen vanaf de eerste etage van de McDonald’s op de Meir.

Niet de eerste de besten hebben er op en voor het podium gestaan. Zelfs componist Richard Strauss dirigeerde er ooit één van zijn opera’s. Al was dat niet die vierde opera die hij samen met Hugo von Hofmannstahl maakte, Die Frau ohne Schatten. Dat was wel waarvoor ik naar Antwerpen gereisd was.

Om maar even bij de dirigent te blijven: Alexander Joel is jong, stond als ‘Kapellmeister’ voor het orkest van de Deutsche Oper am Rhein en werkte bij veel andere Duitse operahuizen. Hij leidde het orkest van de Vlaamse Opera uiterst vaardig door de beruchte partituur heen.

Het orkest, ongetwijfeld voor deze keer wat groter bezet in het koper, leverde een fraaie prestatie. Natuurlijk, de muziek van Strauss schreeuwt om een groot orkest en om de kwaliteit van een Furtwängler, Böhm of Haitink, maar aangezien die niet aanwezig waren, deden we het met dit prima ensemble.

Twee sopranen vertolkten de hoofdrollen. Marion Ammann zong de blonde keizerin. Rijk, verwend en zeer diep in de liefde met haar keizer. Op zoek naar een schaduw – het ontbreken daarvan stond voor haar onvermogen kinderen te krijgen – veegde ze achteloos de vitrine vol dure sieraden in haar Vuitton-tas. Als je rijk bent, koop je alles.

Ammann is zo’n sopraan die zowel Italiaans als Duits zingt. Dus zowel Puccini en Verdi als Wagner en Strauss. Ze is vaardig en heeft een stijlvolle uitstraling, maar Strauss componeerde soms wel héél hoge en harde noten voor haar, die er bij haar vrij schel uitkwamen.

De andere sopraan, Stephanie Friede, speelde de arme verversvrouw. Zij imponeerde zeer met haar spel; een strijdbare vrouw waar je soms een vleugje Brecht in hoorde. De worsteling die ze doormaakte en haar bestaan als een ‘Frau mit Vergangenheit’ die haar karakter rechtstreeks doet afstammen van madame Bovary en Ibsens Nora, zette ze naturel en overtuigend neer. De applausmeter sloeg bij haar net wat verder uit dan bij haar collega-sopraan.

Jon Villars vertolkte de keizer. Zijn rol heeft de naam de mooiste melodieën te bevatten, maar erg veel indruk maakte hij niet op mij. De vibrato-schuif stond voortdurend vrij ver open.

Ook hier won de gewone man het van de keizerlijke. Barak, de verver, werd gezongen door de bariton Thomas Johannes Mayer. Vooral in zijn soli hoorde je zijn talent, evenals de grote kwaliteiten van Richard Strauss als liedcomponist.

De verver en zijn vrouw (foto: Annemie Augustijns).

Regie, decor en licht kwamen van de Zwitser Marco Arturo Marelli. Een ervaren man, die het verhaal zinnig vormgaf in een vrij sober maar ingenieus toneelbeeld. Hij gebruikte draaischijven die in de loop van de avond steeds interessanter werden ingezet om ruimtes en bewegingen vorm te geven.

Het huis van de keizer was kaal en geheel betegeld, de werkplaats van de verver lag vol rommel en was een chaos. De scènes bij de arme mensen waren niet helemaal in balans met de rest. De verver, zijn kinderen en de buurt kregen een nogal naturalistisch, Dickens-achtig karakter. Dat botste met de strakke vormgeving van de rest.

Ik zeg het met klem en nadruk: Die Frau ohne Schatten is ongetwijfeld het belangrijkste werk uit het oeuvre van Richard Strauss. De opera, die aanvankelijk op allerlei fronten aanloopproblemen had, werd uiteindelijk een succes.

Terugkijkend op die periode schreef Strauss jaren later: ,,Juist artistiek begaafde mensen houden het voor mijn belangrijkste werk.” Wie ben ik om dat tegen te spreken?

Vorig artikel

Interview: Ed Spanjaard zoekt engagement

Volgend artikel

Muziekcentrum Omroep vernieuwt website

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

4Reacties

  1. Philip Knijff
    28 april 2011 at 17:06

    Goede recensie! Hier schrijft iemand een stuk naar mijn hart. Alleen deze zin: “Ik zeg het met klem en nadruk: Die Frau ohne Schatten is ongetwijfeld het belangrijkste werk uit het oeuvre van Richard Strauss.”
    Juister zou zijn: “Ik zeg het met klem en nadruk: Die Frau ohne Schatten is betwistbaar het belangrijkste werk uit het oeuvre van Richard Strauss.” Hetzelfde kan men zeggen van Salome en nog een stuk of wat andere composities.

  2. Eric Danneels
    30 april 2011 at 13:06

    Om maar meteen met de deur in huis te vallen: dit is een fenomenale co-productie van de Vlaamse Opera van een indrukwekkend werk, dat ik ooit in Parijs gezien heb met christa ludwig en walter berry als ververspaar.Een eerste “meilstein”(hopelijk komen er nog) voor de Aviel Kahn-jaren
    Waarom fenenomenaal?
    Het is “AF”: regie,cast,orkest,techniek. Eindelijk nog eens een regisseur die een “verhaal” vertelt zoals het er staat: keizer/volk/geesten/happy-end. Schitterend ook hoe de regisseur nog eens de “grote rideau” of het grote voordoek gebruikt om het sprookje te vertellen. En zoals gezegd met een fenomenale cast (anders moet je aan dit werk niet beginnen)én toch steekt het ververspaar ( hier in deze productie lompenhandelaars of in het vlaams ‘voddenmarchands’)er toch nog bovenuit!Je moet het maar doen. Er zijn zakdoekmomenten. Het “happy-end”: en zij leefden lang en gelukkig met vele kinderen. In deze setting, aan één tafel: keizerspaar/ververspaar, zelfs de kleinkinderen van het ververspaar zijn er al.Het is er niet over en niet melig.Ik heb de matineevoorstelling in Gent gezien( waar ik al jaren abonnee ben). Voor het orkestrale geweld ( het orkest speelt gewoon schitterd- en ik zit op de 7-de rij van de parterre)), van Richard Strauss is onze zaal in Gent te klein,ondanks de technische aanpassingen boven de orkestbak. Richard Strauss was nog niet geboren als onze Gentse opera gebouwd werd)Ook voor Wagner trouwens niet.Daarom ga ik nog eens naar de matinee in Antwerpen, een zaal die er beter voor geschikt is.
    Eric Danneels (abonnee vlaamse opera/munt) groet u

  3. stefan caprasse
    17 maart 2014 at 12:23

    Ik heb die produktie ook destijds gezien in Antwerpen en heriner me inderdaad dat ik ze heel kna vond

  4. stefan caprasse
    17 maart 2014 at 12:24

    “knaP” dus…