Operarecensie

Bartoletti bezorgt Matinee nieuwe triomf

De ZaterdagMatinee koos met La Gioconda een groots werk, Bruno Bartoletti maakte er een grootse middag van. De stokoude maestro gaf Ponchielli’s meesterwerk haarfijn en uiterst krachtig vorm. De cast kweet zich kranig van zijn loodzware taak.

Bruno Bartoletti (foto: Roberto Ricci).

Als de ZaterdagMatinee een imposante en veeleisende opera op het programma zet, kun je er prat op gaan dat je een unieke, muzikaal hoogstaande middag tegemoet gaat. De redenen: het voortreffelijke Radio Filharmonisch Orkest, het altijd daverende Groot Omroepkoor en een casting director die vrijwel nooit teleurstelt.

Vorig seizoen bewees de Matinee dat in geuren en kleuren met Rossini’s immense opera Guillaume Tell, nu werd het kunstje herhaald met La Gioconda van Ponchielli, nog zo’n kolos uit het repertoire. Niet dat het buitenproportionele niveau van Tell werd herhaald – dat vond ik althans niet – maar grote klasse was het wel degelijk. En het gejuich na afloop was even oorverdovend.

De architect van het succes was zonder twijfel Bruno Bartoletti. Toen de 85-jarige maestro het podium betrad, was het weinig geloofwaardig dat zijn kleine, krommende postuur bijna viereneenhalf uur lang de vele manschappen aan zou kunnen voeren. Maar de schijn bedroog, want de Italiaan zwaaide fier en ferm, tot het slotakkoord toe.

Sterker nog, Bartoletti leek steeds meer op dreef te komen. De hele opera was orkestraal subliem, maar vooral in de derde en vierde akte maakte de dirigent een verpletterende indruk op me. Ieder detail en iedere nuance kwam springlevend voor de dag. Kraakhelder en transparant, en tegelijk voortdurend voorzien van een grote dramatische lading.

Het Groot Omroepkoor en de kinderen van het Nationaal Jongenskoor en het Nationaal Kinderkoor creëerden machtige scènes en wisten in diverse climaxen aan te zwellen tot overdonderende proporties.

La Gioconda telt maar liefst zes hoofdrollen, die allemaal moeilijk te bezetten zijn. Geen wonder dat de opera niet vaak opgevoerd wordt. Zeker vanuit die optiek bezien, was de cast die de Matinee bijeengebracht had van grote kwaliteit. Al klonk er naar mijn mening deze middag helaas geen zang om echt van in verrukking te worden gebracht.

Straatzangeres Gioconda werd vertolkt door Eva-Maria Westbroek, de sopraan waar Nederland momenteel het trotst op lijkt te zijn. Ze maakte van Gioconda een warm personage; volop vlees en bloed. De emoties en de vele worstelingen die Gioconda doormaakt, klonken buitengewoon dramatisch in Westbroeks stem door. Het enige waar ik moeite mee had, waren haar moeizame hoge noten, die haar zanglijnen vaak deden haperen. Daartegenover vond ik haar lage register zinderend goed..

Enzo Grimaldo, de verloofd van Gioconda die echter zijn hart aan Laura verpand heeft, werd knap, maar niet zo sprekend neergezet door Riccardo Massi. Al zijn noten kwamen er stralend uit, maar het ontbrak hem geheel aan dictie. Dat maakte hem in mijn ogen te egaal en te kleurloos voor de rol. Maar let op: de tenor zingt nog maar sinds 2009 (!) professioneel opera!

De dictie viel me sowieso tegen. Niet dat ik het Italiaans beheers, maar het maakt nogal een verschil of je alleen wat klanken hoort of echte woorden. Het laatste creëert aanzienlijk meer drama. Nu loste het libretto te vaak op in een klankenbrij. Weliswaar heftig kolkend van bezieling, maar dramatisch toch niet optimaal.

Voor de rollen van Barnaba, het kwade genius in de opera, en Alvise Badoero, de bedrogen echtgenoot van Laura, moest de Matinee in verband met ziekte vervangers zoeken. Luiz-Ottavio Faria bracht het er als Alvise mijns inziens goed af, over de Barnaba van Alberto Gazale was ik niet heel enthousiast. Hij leek zijn stem te groot te willen maken, waardoor hij nogal eens zijn partij uit het oog verloor.

Luciana D’Intino liet zich als Laura flink gelden, met forse zang en felle expressie. En Elena Cassian gaf een prachtig donker en droevig getinte vertolking van La Cieca, de blinde moeder van Gioconda.

Hulde voor de Matinee, dat de artistieke leiding er niet voor terugdeinsde om dit veelvragende werk te programmeren. Want het resultaat mag er zijn: een nieuwe triomf voor in de vitrinekast.

Vorig artikel

Babelfestival blikt terug op klassiekers

Volgend artikel

Anna’s kwaliteiten in het kwadraat

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

11Reacties

  1. Hans van Verseveld
    15 oktober 2011 at 21:34

    Jazeker, dat was een zinderende en opwindende operamiddag daar in het Concertgebouw. De grootste erepalm gaat inderdaad naar de 85 jarige maestro Bruno Bartoletti. Een echte operadirigent, die het effect niet schuwt en toch de touwtjes strak in de hand houdt. Natuurlijk waren er hier en daar hele kleine uitglijers, maar wat wil je dan ook met zo’n mastodont van een partituur. Ensembles met koor, kinderkoor en alle solisten, ga er maar aan staan. Zijn Urendans vormde een absoluut hoogtepunt

    In tegenstelling tot Jordi vond ik juist de hoge noten van Eva Maria Westbroek fantastisch gezongen. Behoedzaam afgedekt om schade aan de stem te voorkomen, maar toch kernachtig. Ook in de laagte hield ze zich in, zonder dat het aan kracht inboette. Veel Gioconda’s uit het recente verleden schakelden veel te snel naar het borsregister en gooiden de boel in de hoogte wijd open. Effectvol, ik weet het wel, maar je zingt meestal maar heel kort en dat kan de bedoeling van “onze” Eva Maria niet zijn!
    Zij zong deze rol in de Tebaldi-traditie en vooral in het middenregister leek de stem heel erg op die van haar illustere voorgangster.

    De jonge tenor Riccardo Massi, zong “belcanto” terwijl bij deze opera het verismo toch om de hoek loert. Zijn ‘cielo e mar’ was juist door die manier van zingen een toonbeeld van schoonheid.

    Een droom van een Laura zette Luciana D’Intino en in het duet tussen de twee dames in het tweede bedrijf, waar ze malkander even prettig duidelijk maken, wie er nou eigenlijk het meeste van Enzo houdt, eindigde D’Intino en Westbroek in een spannend gelijk spel!
    Wat Bellini en Rossini in hun vrouwenduetten hebben gecomponeerd, wordt door Ponchielli nog eens eventjes dunnetjes overgedaan.

    Mauricio Fernández moet peentjes gezweten hebben, omdat er weer eens twee belangrijke rollen door vervangers moesten worden ingevuld, maar zoals dat altijd gaat bij de Matinee blijkt dat voor hem geen probleem. Luiz-Ottavio Faria als Alvise en Alberto Gazale waren ruimschoots tegen hun zware taken opgewassen, hoewel ik ook bij Gazale het idee had, dat de stem iets te licht is voor de rol van Barnaba, maar de bariton had er duidelijk zin in en dat maakte toch wel veel goed.

    Een droom van een Matinee en na de Guillaume Tell van vorig seizoen en deze meer dan geslaagde Gioconda zijn we nu toch écht wel toe aan Meyerbeer en dan niet Les Huguenots, want die zagen we de afgelopen jaren al in Luik en Brussel en daar heb je bovendien zeven (7) supersterren voor nodig, maar ‘gewoon’ een Prophète. Voor dat prachtige werk heb je aan vier (4) hele goede zangers genoeg.
    Kom op Mauricio Fernández en Kees Vlaardingerbroek, nu willen we die ‘Schaatsenrijders’ van Meyerbeer wel eens in het Concertgebouw horen.

  2. Pieter K. de Haan
    16 oktober 2011 at 06:44

    “La Gioconda” heb ik maar één keer gezien, lang geleden in Verona, en mijn beide Callas-opnamen heb ik al lang niet meer beluisterd. Vanwege de programmering, 3/7 “nieuwe muziek”, heb ik dit seizoen geen abonnement op de operaserie meer genomen. In de losse verkoop waren voor “La Gioconda” al vanaf het begin nog hooguit podiumplaatsen beschikbaar en daarom heb ik er voor gekozen om via de radio te luisteren. Wat heb ik genoten van de hernieuwde kennismaking met en de schitterende uitvoering van dit ten onrechte verwaarloosde werk. Jammer alleen, m.n. voor mijn opname, dat aan het eind van de 1e akte een lelijke storing optrad.

  3. Lieneke Effern
    16 oktober 2011 at 10:02

    Wat de recensie betreft kan ik me helemaal vinden in hetgeen Hans heeft geschreven. Ik ben (was) geen fan van Eva Maria Westbroek, maar gisteren heeft ze me helemaal ingepakt en bij vlagen bijzonder ontroerd.
    En inderdaad laat nu Meyerbeer maar komen, Le Prophete lijkt me een goed begin…..

  4. Basia Jaworski
    16 oktober 2011 at 13:38

    Bestaat er ergens een “opera-god” die ons wat meer Meyerbeer wilt gunnen?
    En voor mij persoonlijk: wat meer Amerikanen (Menotti, please!)?
    Martinu (Greek Passion – daar doe ik een moord voor!)?

  5. Theo Bührs
    17 oktober 2011 at 11:15

    Afgelopen zaterdag heb ik een fantastische middag beleefd. Vooral de magistrale wijze waarop de kleine grote meester Bruno het orkest dirigeerde zoals het moet, ingetogen zuiver en mooi, en voluit als het kon. Nooit verdronken de zangstemmen in een schetterend orkest. Als dat dreigde te gebeuren, waren de stemmen krachtig en volumineus genoeg om boven het orkest uit te komen, vooral Eva Maria Westbroek die echt fantastisch dramatisch op dreef was.

    Ik ben het met Hans Verseveld eens over de hoge noten. Zelf heb ik slechts een enkele hapering gehoord als zij ingetogen zacht een hoge noot zingt. Maar gezien de zware rol is dat absoluut niet relevant voor en doet geen afbreuk aan haar geweldige prestatie. Echte wereldtop.

  6. JvdBee
    17 oktober 2011 at 11:47

    Een prachtige middag !!! Wie niet van Italiaanse opera houdt (zure recensie in de Azijnbode) had inderdaad weinig in het concertgebouw te zoeken.

    Ik sluit mij gaarne aan bij Hans van Verseveld. Westbroek was prachtig en ontroerend. Het is te hopen dat zij deze rol ook een keer op het toneel mag zingen. Grote verrassing was voor mij de Enzo van Riccardo Massi. Zo een gezond tenorgeluid met echt squillo en en prachtige ping hebben wij lang niet gehoord in Nederland. Artistiek nog niet geheel gerijpt maar wat mooi om weer eens een echte Italiaanse tenor te horen. Mijn Britse metgezel – die deze opera heeft gehoord met Bergonzi in Verona en Domingo (concertant) in Londen – was lyrisch over de mogelijkheden van deze jonge zanger. In potentie heeft hij alles om de leidende lyrico-spinto van het komende decenium te worden en op termijn zelfs uit te groeien tot een echte tenore robusto in de lijn van del Monaco en Corelli.

    Voor mijn Britse metgezel was het prachtig om Luciana D’Intino terug te horen. Twintig jaar geleden bezocht hij voor het eerst het Concertgebouw voor een concertante uitvoering van Adriana Lecouvreur met Margaret Price in de titelrol én met een jonge Luciana D’Intino. Het duet dat Luciana D’Intino zong met Westbroek was het hoogtepunt van de middag.

    Maar het hoogtepunt voor mij maestro Bruno Bartoletti van dichtbij aan het werk te zien. De interactie met de zangers, het totale begrip van de muziek en het idioom. Het is te hopen dat een hoop jonge (opera)dirigenten goed hebben opgelet.

  7. Laura
    17 oktober 2011 at 12:33

    Volgens mij houdt de recensente van de Volkskrant überhaupt niet van opera – haar operarecensies zijn altijd vreselijk zuur.

    Ik heb een middag gehad die wat mij betreft de boeken inkan als net zo groots, geweldig, ontroerend als de Guillaume Tell van twee seizoenen geleden.

  8. Basia Jaworski
    17 oktober 2011 at 16:58

    Je zou best gelijk kunnen hebben, Laura.
    Ik ben bang dat ze helemaal NIETS van opera af weet. Als ik mij niet vergis dan was zij, als de _absoluut_ enige onder de recensenten (ook de buitenlandse!), kritici en het publiek, die de Ring in Enschede (was het de eerste of de tweede aflevering? Bem ik vergeten) helemaal niets vond.
    Zand daarover en aanstampen.

  9. Hans van Verseveld
    18 oktober 2011 at 12:26

    1 Onwaarschijnlijk, dat de interesse groot is voor La Gioconda.
    2 La Gioconda is statisch van karakter.
    3 Onmogelijke liefdes maken het stuk aangeharkt.
    4 Door afstandelijke taal en geringe interactie is er nauwelijks dramatiek.
    5 Een heftig brullend koor.
    6 De ruzie tussen Gioconda en Laura boeit niet (sic!) door schokkerige melodieën.
    7 Bartoletti leidde bedaagd en met langzame tempi, maar dat paste bij de verstofte muziek.

    Hoeveel clichés kun je loslaten op een door het grote publiek in een uitverkocht Concertgebouw zeer gewenste opera?
    Gelukkig is het slechts de mening van Lonneke Regter in de Volkskrant van 17 oktober 2011.

    Ik zou wel eens een recensie over mevrouw Regter willen lezen!

  10. Ernest
    18 oktober 2011 at 16:41

    Mevr. Regter zal blij zijn dat haar stukje zo goed gelezen werd.

  11. A.M.Habets-van Schaaik
    19 oktober 2011 at 22:40

    Wat heb ik genoten van de geweldige uitvoering afgelopen zaterdag.
    Een top van een dirigent, een fantastisch spelend orkest, prachtige
    koren en prima solisten.
    Eva Maria Westbroek, mijn favoriete zangeres , daar kwam
    ik voor. Ik kan mij voorstellen dat ze deze rol graag zingt. Een hele
    prestatie is het, want het is zangtechnisch een bijna onzingbare rol.
    Maar zij kan dat zonder te forceren. Elke keer als ik haar hoor wint
    de stem aan kracht. Zij weet te ontroeren omdat zij zingt vanuit haar
    ziel. En dat voelt het publiek, dat door haar presentatie geraakt
    wordt. Zij staat in dienst van de muziek en dat maakt haar tot een
    grote zangeres. Zij heeft het in tegenstelling tot veel beroemde
    zangers helemaal begrepen.