Operarecensie

Holl stopt ziel en zaligheid in Moessorgski

Brahms en Schumann waren prachtig, maar Modest Moessorgski, dáár ging het hart echt van kloppen. Mijn hart in elk geval, maar dat van Robert Holl zo te horen ook. De Nederlandse bas gaf gisteravond een doordringend, bezield liedrecital in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Hulde!

(Foto: Muziekgebouw aan 't IJ)

Eerder dit jaar was Robert Holl al te gast in het Concertgebouw en ook toen zong hij liederen van Modest Moessorgski. Gisteravond was hij wederom in dat repertoire te bewonderen, nu in het Muziekgebouw aan ’t IJ, in het tweede concert van de Serie Grote Zangers.

Holl had het beste voor het laatst bewaard. Hij sloot zijn recital af met de vier Liederen en dansen van de dood van Moessorgski en deed dat simpelweg verbluffend goed. Zijn bas klonk intimiderend groot en heel ‘Russisch’: zo melancholisch en bij tijd en wijle zo ruig. Maar meer nog dan dat gaf Holl iedere zin, zelfs ieder woord, diep doorleefde vocalen.

Zijn interpretatie van ‘Wiegelied’ was hartverscheurend. Op indringende wijze zong hij de dialoog tussen de moeder die bij het sterfbed van haar kind zit en de Dood die het kind komt halen. Het ‘Slaap, kind, slaap!’ waar hij mee afsloot, was adembenemend. In het programmaboekje stond enkel de Nederlandse vertaling van de liederen (niet het Russisch origineel), maar Holl interpreteerde zo krachtig dat je hem woord voor woord kon volgen.

In ‘Serenade’ en ‘Trepak’ werd de bas steeds ruwer en grauwer, geheel passend bij de teksten van Koetoezov (een kameraad van Moessorgski). En in ‘De veldheer’ gingen alle remmen los, wat het recital een opera-achtig einde gaf.

In de cyclus Zonder zon (ook op teksten van Koetoezov) legde Holl eenzelfde diepgaande beleving aan de dag. Op een of andere manier vond ik zijn stem beter kleuren bij Moessorgski dan bij Brahms en Schumann voor de pauze. Hij klonk vrijer en voller en zijn pianissimo was buitengewoon fraai.

In Brahms en Schumann was Holl in mijn oren niet altijd trefzeker en zijn hoogte klonk vaak wat problematisch. Bovendien leek zijn stem niet altijd elastisch genoeg om de breekbare melodieën van de beide componisten te beroeren.

Maar ach, hij stopte zoveel spanning in zijn timing en frasering (in nauw samenspel met Rudolf Jansen op de piano) en hij bracht de teksten met zoveel inlevingsvermogen, dat ieder lied als een schilderij voor je ogen geopendbaard werd. ‘Sommerabend’ van Brahms kon je bijvoorbeeld helemaal voor je zien.

De conclusie aan het einde van de avond kon dan ook niet anders luiden dan dat ‘we’ met Robert Holl een unieke, geweldige artiest in huis hebben, die vooral nog veel vaker Amsterdam mag aandoen voor recitals.

Het volgende liedrecital in de Serie Grote Zangers vindt plaats op 13 december. Charlotte Margiono zingt dan onder begeleiding van Peter Nilsson repertoire van Grieg en Korngold. Zie voor meer informatie de website van de Serie Grote Zangers of de website van het Muziekgebouw aan ’t IJ.

Vorig artikel

Palermo (2): Prachtzang tussen bordkarton

Volgend artikel

Tatarstan toert rond met Die Zauberflöte

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.