Operarecensie

Lepage’s Nachtegaal: betoverend spektakel

Igor Stravinsky mag dan componist van De nachtegaal en andere fabels zijn, het zijn regisseur Robert Lepage en sopraan Olga Peretyatko die in de productie van De Nederlandse Opera de show stelen. De één met visueel, de ander met vocaal spektakel.

Olga Peretyatko (foto: Monika Rittershaus).

Na de enorme successen in onder meer Toronto, Aix-en-Provence en Lyon mag nu ook het Nederlandse publiek kennismaken met de betoverende sprookjes van Robert Lepage. Ja, Lepage, het is geen vergissing.

Natuurlijk zijn de composities van de hand van Igor Stravinsky, één van de grootste toondichters uit de eerste helft van de vorige eeuw en – zeker in zijn beginjaren – een grote vernieuwer. Maar ik moet heel eerlijk bekennen (al weet ik dat de meesten van u het mij kwalijk gaan nemen): ik houd niet van zijn muziek.

Ik houd niet van de spastische ritmen en ik houd niet van het pseudo-folklore. Ik houd niet van Boerenliederen, met of zonder een (licht) klassiek sausje, en de dierenfabels kunnen mij gestolen worden. Zo. Het is eruit.

De Canadese regisseur, schrijver en acteur Lepage richtte in 1994 het multidisciplinaire gezelschap Ex Machina op en behalve toneel, opera en film regisseerde hij ook de voorstellingen van Cirque du Soleil. Ziehier zijn fascinatie voor het sprookjesachtige en het zoeken in het ongewone.

Zijn regies onderscheiden zich door een dankbaar gebruik van alles wat mogelijk (en onmogelijk) is. Als u zijn Ring bij de Metropolitan Opera hebt gezien, weet u wat ik bedoel. Licht, schaduwen, gestileerde choreografie, dans, acrobatiek… al die ingrediënten weet hij tot een fascinerend geheel te kneden.

Voor het ‘Stravinsky-project’ is hij een samenwerking aangegaan met de beroemde poppenmaker/ontwerper Michael Curry en engageerde hij de specialist op het gebied van schimmenspelen en goochelshows Philippe Beau (in het programmaboekje wordt hij de ‘shadowgrapher’ en goochelaar genoemd).

Hij liet het orkest naar het toneel verhuizen, want hun vertrouwde ‘bak’ werd gevuld met water. 50 ton, om precies te zijn. Dat water moet een constante temperatuur van 24 graden hebben en het moet iedere dag ververst worden. Geen sinecure!

De ‘vijver’ is luminescerend verlicht (lichtontwerp Étienne Boucher) en er komen bootjes en passanten voorbij. Ook een visser en de kokkin van de Keizer varen er, in hun zoektocht naar de nachtegaal.

Maar we hoeven niet bang te zijn dat de zangers een natte broek krijgen – onder hun oogverblindende kostuums (ontwerp van Mara Gottler) dragen ze een wetsuit. Bovendien zijn ze het al gewend; bijna allemaal hebben ze ook aan de productie in Aix-en-Provence (en andere steden) meegedaan en ze weten zich te redden.

Scène uit de Boerenliederen (foto: Monika Rittershaus).

De zangers worden ‘bijgestaan’ door Vietnamese watermarionetten. Volgens de verhandeling in het boekje is het een categorie apart die totaal anders is dan andere ‘hoofdbespelers’ van poppentheaters. Geloof ik onmiddellijk, maar wat voor mij alleen telt, is dat het heel erg mooi is en dat de voorstelling erdoor verrijkt wordt.

Maar voor wij aan De nachtegaal, zeg maar het hoofdgerecht van de avond beginnen, moeten wij ons voorgerecht opeten. Daar worden dus de Boerenliederen, Wiegenliedjes van de kat en de Onzinliederen (Pribaoetki) opgevoerd. Plus nog wat liederen, wat orkestrale stukken, waaronder drie voor klarinetsolo (bravo voor Hans Colbers!) en het korte operaatje De vos.

Schitterend gezongen, dat zeker. Een pluimpje voor de dames van het koor van De Nederlandse Opera! Maar het geheel is, ondanks het werkelijk betoverende schimmenspel en de adembenemende kunstjes van de acrobaten (hoe doen ze dat?), niet meer dan een vermakelijk avondje uit. Althans voor mij.

Het Residentieorkest was goed op dreef, maar soms vraag je je af waar een dirigent nog voor nodig is. Ik heb zo mijn vermoeden dat het orkest ook zonder de dirigent (de zeer bekwame Chinees-Amerikaanse Xiang Zhang ) net zo goed of wellicht zelfs beter had gespeeld (zeker wat de eerste helft betreft). En omdat zij met haar rug naar de zangers stond en er geen camera’s waren, konden zij elkaar niet zien. En toch ging het prima!

De zangers…. Ja, dat was een feestje apart. Om te beginnen was er DE nachtegaal: Olga Peretyatko. Van haar kon ik mijn ogen (en oren) niet afhouden. Ondanks alle poppen, vijvers en kleuren was zij het die de hele voorstelling beheerste, van haar eerste opkomst tot het einde. De momenten dat zij er niet was, zat ik verlangend te wachten tot ik haar zang weer kon horen. Wellicht was het net zoiets als een ‘Oslo-syndroom’ (of in dit geval ‘Nachtegaal-syndroom’), maar het werkte wel.

Scène uit De nachtegaal (foto: Monika Rittershaus).

Het was de eerste keer dat ik haar live hoorde en ik werd, meer nog dan op haar cd, door haar betoverd. Haar hoogte, haar coloraturen en het kwinkeleren met haar stem zijn onnoembaar goed, maar wat haar van haar andere coloratuur-collega’s onderscheidt, is het gehele plaatje. Zij beschikt over een formidabele middenregister en haar stem is goed gefocust.

Edgaras Montvidas, die onder andere de Visser zong, heb ik al eerder gehoord, maar nu heeft hij mij voor het eerst echt overtuigd. Drievoudig bravo.

Maryam Sokolova en Elena Semenova (verschillende rollen) waren zeer overtuigend en ook Ilya Bannik (de Keizer) deed het meer dan voortreffelijk.

Al met al een fascinerende voorstelling. Kon het niet tijdens de kerst geprogrammeerd worden? Een betere en mooiere familievoorstelling kan een mens zich niet voorstellen.

Vorig artikel

Youtube-portret: Thomas Quasthoff

Volgend artikel

München maakt webcast over nieuwe Ring

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

5Reacties

  1. Hans van Verseveld
    17 januari 2012 at 16:11

    Ja, ja die Nachtegaal, dat was me wel een hele grote verrassing zeg.
    Evenals Basia ben ik absoluut niet gecharmeerd van de tingel-tangelmuziek van Strawinsky en zeker voor de pauze vond ik er op z’n Amstrerdams gezegd geen moer aan. Sorry hoor, maar dat soort breiwerkjes horen niet in een operahuis thuis.

    Het grote feest zit ‘m in het uurtje na de pauze en behalve de oogverblindende kostuums en toneelbeelden, was inderdaad Olga Peretyatko als de Nachtegaal een hele grote openbaring en dat had ik niet verwacht, na het aanhoren van haar CD met Bel Canto- en Romatische aria’s, want daarop vind ik haar hier en daar wel een gillend meisje!

    Ga allemaal kijken, naar dit muzikale wonder in het Muziektheater, ook Strawinskyhaters, want ik vrees, dat het niet gauw in een reprise komt.

  2. Maria
    22 januari 2012 at 17:33

    Zaterdagavond zijn we naar De Nachtegaal geweest. Beeldschoon – zowel voor oor als oog. Dit mag vaker!!

  3. kersten
    22 januari 2012 at 20:10

    Ben vandaag naar de laatste voorstelling geweest. Olga Peretyatko is
    misschien wel de mooiste -in twee opzichten – sopraan die ik “live” bij de Nederlandse Opera mocht beleven. Ook de andere, echt glanzende, stemmen mochten er zijn. Een werkelijk schitterende, inventieve en
    ingenieuze voorstelling, dat wel, maar meer voor het oog dan het oor, en daar kom ik niet voor. Misschien ook dat de operacomponist Stravinski me niet genoeg zegt. Thuisgekomen wond het
    Jonas Kaufmann c o n c e r t op Brava me meer op dan de hele show vanmiddag.

    Overigens, Basia, u schrijft dat de dirigent en de zangers elkaar niet konden zien. Klopt, maar de zangers zagen de dirigent wel, nl.
    via een monitor achterin de zaal.

  4. Basia Jaworski
    22 januari 2012 at 21:00

    @Kersten – ja, dat is waar, maar dat wist ik niet. In de kranten en zelfs in Odeon stond dat er geen monitors waren geplaatst. En aangezien ik zelf geen een zag, nam ik aan dat ze er inderdaad niet waren.
    Inmiddels werd ik _terecht_ gecorrigeerd. Mijn excuses daarvoor.

  5. kersten
    23 januari 2012 at 19:07

    Ik moet eraan toevoegen dat ook op de monitor slechts de achterkant
    van de dirigente zichtbaar was (die niettemin door de zangers goed in de gaten gehouden werd).