Operarecensie

Gergiev zwaait fraaie Otello in de Doelen

In Rotterdam bepaalt deze week het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival de muzikale agenda. Ook dit jaar is er opera, al wordt het publiek iets minder bedeeld dan vorig jaar, toen zowel Les Troyens als Sadko op het programma stonden. Maar met een Otello – het opus van een 73-jarige, door de wol geverfde Verdi – trok het festival op zondagmiddag een goed bezette Doelenzaal.

Valery Gergiev (foto: Pim Top).

De grote Rus had er op zaterdagavond al twee lange avonden op zitten als gastdirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Valery Gergiev dirigeerde op de eerste twee festivaldagen alleen symfonische muziek van iets of ruim na 1900. Op zondagmiddag dook hij de negentiende eeuw in.

Het resultaat van een ongetwijfeld niet geringe logistieke operatie stond op het podium van de Doelen. Het complete orkest en koor van het Mariinsky Theater uit St. Petersburg trad aan voor Otello. Aangevuld met het kinderkoor De Kickers uit Waterland. Daan, Sem, Julia, of hoe de kinderen ook mogen heten, kunnen na de vele ervaringen bij De Nederlandse Opera nu ook het werken met Gergiev en het Mariinsky in hun bio bijschrijven. Een zestienjarige die kan zeggen dat hij ook nog in Parsifal onder Fischer en in Der Rosenkavalier onder Sir Simon Rattle heeft gestaan; dat doet het goed in het jeugdhonk.

Deze Otello bood de unieke kans tenor Aleksandrs Antonenko, die door sommigen wordt beschouwd als een waardig Otello-opvolger van Plácido Domingo, in deze rol te horen. Nog kort geleden zong Antonenko de rol in het Royal Opera House in Londen, dat met de voorlaatste opera die Verdi componeerde het seizoen afsloot.

In Rotterdam kon hij zich concentreren op zijn zang, en daarmee maakte hij zijn naam en faam meer dan waar. Een ruim tenorgeluid, nergens verkrampt en net zo goed in het begin (bij zijn eerste zinnen in de voorstelling in de muzikale drukte van de opening) als helemaal aan het einde, als hij stervend in zijn laatste ademtocht ‘un bacio ancora… ah! un altro bacio…’ stamelt.

Jago is een rol waar een bariton zich in kan vastbijten. De te spelen emoties en gedachten zijn complexer en vileiner dan die van Otello. Alexei Markov kreeg door zijn rol vooral in het eerste bedrijf alle kans zijn kwaliteit neer te zetten en deed dat met een klank die aangenaam en zeer overtuigend was. Hoewel er door niemand toneelprijzen gewonnen werden in deze uitvoering, kwam Markov het dichtst in de buurt van een Louis d’Or. De bariton is voortgekomen uit de academie voor jonge zangers van het Mariinsky, die al zo veel talent heeft gebracht.

Desdemona werd de laatste jaren al eens tot leven gewekt door Renée Fleming, Marina Poplavskaya (die in Londen inviel voor Anja Harteros) en ook, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, door Gré Brouwenstijn. Viktoria Yastrebova zette een wat ingehouden Desdemona neer, met veel beheersing, zowel in haar spel als vocaal. Een sopraan die de lange weg gegaan is, van koor naar soliste bij het gezelschap uit St. Petersburg.

De betrekkelijk kleine rol van Lodovico werd door Yuri Vorobiev indrukwekkend neergezet. De bas nam in de korte tijd die hij had alle ruimte om een dikke streep te zetten onder zijn aanwezigheid op het podium.

Vocaal viel er veel te genieten en het orkest speelde op een manier die me Italiaans in de oren klonk. Gergiev, van wie het bijna onwennig is om hem in een minder centrale rol te zien dan als dirigent van symfonische muziek, belichtte de details in de overgangen, van forte naar ingehouden, met soms kleine dramatische momenten. Waar de zangers het in mijn aandacht vaak wonnen van het orkest, deed Gergiev met zijn musici geregeld dingen die de aandacht vroegen en kregen.

Het was een uitvoering, een gebeurtenis zo u wilt, maar het was geen evenement. Wat ontbrak, was de continuïteit die een enscenering aan een voorstelling geeft. De zangers stonden links vrijwel achter in het orkest. Anders dan vorig jaar, met de vocalisten vooraan op het podium, waren ze nu wat verstopt achter de strijkers. Daarmee werden de minimale mogelijkheden van een concertante uitvoering nog verder beperkt. Soms werd er een flardje geacteerd maar ook als de tekst sprak van blikken en aankijken, keken de solisten vooral recht vooruit of in de partituur. Wie niet zong, ging meteen af en dat gaf vreemde knikken in het verhaal.

De gebedsscène van Desdemona, voor ze aan haar einde komt door wat tegenwoordig huiselijk geweld in de relationele sfeer heet, moet grote eenzaamheid uitstralen. Omgeven door een batterij musici was het al bijna lastig de zangeres te zien, laat staan haar gevoelens waar te nemen.

Plácido Domingo, met een uitgebreide staat van dienst in de rol van Otello, heeft wel eens geschreven dat deze opera vol zit met ‘outsized emotions’ en dat een productie daar flink de ruimte voor moet bieden. Natuurlijk, we hebben het over concertant, maar dat moet iets meer zijn dan een cd-opname zonder microfoons. In deze uitvoering zat te weinig ruimte om muziek en verhaal te laten bloeien.

De slotscène, met het ensemble, is muzikaal en dramatisch een hoogtepunt, maar gisteren in de Doelen drong zich bij de manier waarop de zangers op het podium stonden vooral het beeld van een bushalte op.

Tijdens de komende dagen van het Gergiev Festival staan er nog concerten van onder andere the Choir of King’s College op het programma en een optreden van het Rotterdams Philharmonisch onder Yannick Nézet-Séguin, met Christianne Stotijn als soliste in werk van Chausson.

Vorig artikel

YouTube-portret: Annick Massis

Volgend artikel

Actie: Win kaarten voor McFadden in Lilith!

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

5Reacties

  1. Leen Roetman
    10 september 2012 at 13:11

    Wie heeft er decors/een regie nodig als de muziek geniaal is?
    Wat maakt het uit hoe de zangers hoe op het podium staan als er zo goed en met zo veel overgave gezongen wordt?

  2. Laura
    10 september 2012 at 15:26

    Ik vond de zangers ook érg ongelukkig geplaatst, weggemoffeld aan de zijkant van het toneel. Kan het er iets mee te maken hebben dat Gergiev erg graag zelf (ook letterlijk) in het middelpunt van de belangstelling wil staan? Jammer, want als de zangers vooraan staan is er meer dramatische ‘directheid’.

    Ik hoop dat DNO binnenkort eens een Otello gaat doen…. bijvoorbeeld in het kader van het Verdi-jaar…

  3. Bob Molenaar
    10 september 2012 at 15:29

    Na 20 jaar DNO abonnement was dit mijn eerste concertante opera uitvoering. Net een CD, maar toch veel indrukwekkender. En vooral, en dat is het enige dat ik mis bij de Heer Van den Anker, geen ergernissen over idiote kostuums, malle requisiten, overdreven handelingen en af en toe decors die er niet uit zien.
    Dirigent, solisten, orkest en koor hebben ons een onvergetelijke middag bezorgd.
    Ik heb mij steeds afgevraagd waarom Gergiev wegging uit Rotterdam. Is het daar in Rusland no zoveel beter?
    We hebben ze nu gehoord en nu weet ik het niet meer.

  4. chris horsmeier
    11 september 2012 at 08:39

    nu Bob molenaar, reken daar maar niet op. Ze doen in het Verdi jaar maar alleen Falstaff.

    En ja wat denk mje van dit seizoen van de zotte dat er maar 1 italiaans werk op het program staat nl de Traviata.
    Dit is toch wel erg eentje maar rest is Frans duits en engels.
    Tot in het nieuwe jaar allen maar duits , zo zien we maar weer een duitser aan het roer.
    Jammer Jammer Jammer.

  5. T. Kluck
    13 september 2012 at 11:05

    Hebben afgelopen zondag zo genoten van Otello.
    Heb geen verstand van muziek, maar bij het Ave Maria kreeg ik kippevel en liepen de tranen over mijn gezicht. Dit was mij nog nooit overkomen.
    Ben nu op zoek naar een CD met deze bezetting.