Operarecensie

Joyce DiDonato: pure schoonheid

Voor het eerst sinds jaren was mezzosopraan Joyce DiDonato weer eens in Amsterdam, voor een concert in het Concertgebouw op maandagavond. De mezzo die in 2001 nog als jong talent in Amsterdam zong, is uitgegroeid tot een wereldster, en die deed wat je hoopt: ze gaf een wereldoptreden.

DiDonato - Josef Fischnaller 4
Joyce DiDonato (foto: Josef Fischnaller).

Ergens in de gangen van de Grand of het Amstel Hotel moeten hun wegen zich gekruist hebben: de drama queens van deze tijd, in Amsterdam om hun MTV Award op te halen, en zangeres Joyce DiDonato. Die kwam na vele jaren weer eens naar Nederland, nadat haar vorige poging, afgelopen jaar, stuk liep op ziekte.

DiDonato zou vorig jaar een tournee langs een aantal zalen in Nederland maken met Ariodante van Händel. Deze keer was het ‘one night only’, alleen in Amsterdam. Geen radiomicrofoon of televisiecamera te bekennen. Eenmalig.

Haar recente cd Drama Queens leidde tot de wereldtournee waar ook Amsterdam onderdeel van was. Ze is zelf geen drama queen, zo vertelde DiDonato onlangs in een interview met Place de l’Opera, “maar ik voel emoties wel heel diep en met veel passie”. Misschien is dat wel het geheim van het ongelofelijk indrukwekkende optreden dat de Amerikaanse zangeres in het Concertgebouw gaf.

DiDonato had samen met de leider van Il Complesso Barocco, Alan Curtis, een programma samengesteld vol barokaria’s van ‘drama queens’, gecomponeerd door Cesti, Monteverdi en Händel. Curtis was er zelf niet bij, maar de virtuoze violist Dmitry Sinkovksi voerde al spelend het orkest aan.

Dat orkest, Il Complesso Barocco, opgericht in Amsterdam, is overigens een geweldig ensemble. Het maakt muziek in de stijl van de post-authentieke generatie, waarbij de intentie om origineel te spelen wordt versterkt met een losheid en een flair die je zelden hoort. De orkestleden spelen staand en dat maakt hun werk nog levendiger. Naast wat instrumentale stukken waren ze er vooral ten dienste van de zangeres en dat deden ze uitstekend.

Er was geen ouverture om de zaal op te warmen en de entree van de diva extra spannend te maken en tijdens korte instrumentale stukken bleef ze gewoon op het podium staan. Al was dat wellicht ook omdat de Concertgebouw-trap een aanzienlijke hindernis vormde voor haar torenhoge hakken en jurken van Vivienne Westwood.

Joyce DiDonato begon met de aria ‘Intorno all ‘ídol mio’ uit Orontea van Cesti. Niet meer dan vijf musici begeleidden haar en meteen werd duidelijk wat haar immense talent is: zingen zonder maniertjes, zonder effectbejag, op een manier alsof ze daar, ter plekke, de woorden verzint en de noten laat klinken. Hoewel de teksten vol drama zitten, zoals in de aria uit Monteverdi’s Poppea waarin keizerin Ottavia bezingt hoe ze haar man en haar koninkrijk dreigt te verliezen, liet DiDonato de muziek het werk doen en interpreteerde ze subtiel.

Bijna pijnlijk vond ik de bijval die het orkest en met name violist Sinkovski kreeg voor zijn instrumentale bijdrage voor de pauze, in een vioolconcert van Vivaldi. Voor het eerst die avond klonk er gejuich in de zaal, maar het was waardering voor iets wat nou juist ontbreekt in de zang van DiDonato. De virtuositeit van de violist sloeg net wat te ver door naar acrobatiek en aanstellerij en dat zijn elementen die in de zang en voordracht van DiDonato ontbreken.

Maar na de pauze, toen de japon nog wat breder werd en de steun van een jonge Concertgebouw-medewerker bij het nemen van de trap extra nodig was, steeg het gejuich voor de zangeres in volume en intensiteit. Dood, rouw en afscheid domineerden de teksten van de aria’s van Hasse, Händel en Porta.

‘Madre diletta, abbracciami’ bracht het ultieme bewijs van de kracht van DiDonato. De emotie zag je en voelde je, zelfs als je niet dicht op het podium zat, en toch bleef het onderhuids. Juist het vermoeden van de vulkaan aan gevoelens die onder de zang van de mezzo zat, en niet de uitbarsting ervan, maakte deze aria tot een muzikaal hoogtepunt. Waarbij ook de lange lijnen, versnellingen, coloraturen en ornamenteringen waarmee de barokcomponisten met zo veel plezier werkten feilloos uit haar keel kwamen.

Aan het einde van de avond was er het onvermijdelijke ‘dankoewel’ en blikte DiDonato in een paar zinnen terug op haar begintijd, toen ze bij De Nederlandse Opera in de winter van 2001 de rol van Sesto zong in Giulio Cesare van Händel. Haar spontane bekentenissen over haar liefde voor Amsterdam brachten de zaal tijdens de serie toegiften die volgden op een kookpunt.

Dé kwaliteit van Joyce DiDonato waarvoor de volle Grote Zaal zo stormachtig applaudisseerde, is en blijft echter dat ze haar muziek laat spreken zonder show en glamour, dat ze zich volledig in dienst stelt van het verhaal en meer laat raden dan laat zien van de lading die componist en librettist het werk meegaven.

Pure schoonheid, deze avond in het Concertgebouw. One night only.

Zie voor meer informatie over de concerten in het Concertgebouw www.concertgebouw.nl.

Vorig artikel

CPO verrijkt cd-kast met Lortzings Regina

Volgend artikel

Blazers Ensemble speelt Ring in 90 minuten

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

13Reacties

  1. Gert-Jan
    12 november 2013 at 13:00

    Inderdaad een wereldoptreden. Wat een avond!! Wat een zangeres! Pure schoonheid en pure dramatiek. Overrompelend, kippenvel, ontroering. Ik ben er een dag later nog stil van. Ten opzichte van haar geweldige avond in Brussel in februari leek DiDonato nog gegroeid in gemak van zingen en inleving, de rollen komen nu volledig van binnen uit. Dit niveau beleef je zelfs in het Concertgebouw maar eens in de paar jaar.

  2. Susan
    12 november 2013 at 14:58

    Wat een stem, wat een techniek. Mijn eerste bezoek aan het Concertgebouw is er meteen een om in te lijsten!

  3. Marc
    12 november 2013 at 17:15

    Deze recensie slaat in alles de spijker op de kop. Ik was er en beleefde het precies zo. Zit al de hele dag Joyce te luisteren – gaat niet vervelen.

  4. Shmulik
    13 november 2013 at 08:41

    Helemaal mee eens, wat een fantastische avond. En een gesigneerde cd ook nog. Inderdaad geen maniertjes, anders dan bij Bartoli.
    Susan, nog ‘many happy returns’ in het oncertgebouw.

  5. Susan
    14 november 2013 at 09:03

    Dank u wel, Shmulik! Helaas is het niet echt om de hoek, maar voor concerten als deze, zit ik graag een tijd in de auto..

  6. 14 november 2013 at 15:07

    Inderdaad, het was een wereldavond met een vrouw van wereldformaat. Een fonkelende ster zonder allures. En fijn dat u opschrijft wat wij dachten bij het solostuk van Sinkovski en de reactie van het publiek.

  7. Olivier Keegel
    14 november 2013 at 15:23

    Perfectly Perfect Perfection

    “One night only” at the Concertgebouw, Amsterdam – perfect voice, perfect repertoire choice, perfect stage presence, perfect artistic interpretation, perfect sense of humour, perfect blend of charm and beauty. “One night only” at the Concertgebouw, Amsterdam: the perfect Joyce DiDonato.

  8. Simonne De Vos
    14 november 2013 at 19:23

    Mag ik het zo stellen: Wat présence en zangkunst betreft… Joyce DiDonato de vrouwelijke incarnatie van Samuel Ramey op zijn hoogste niveau? Zij zijn trouwens goede maatjes.

  9. kersten
    14 november 2013 at 22:02

    Hmm, Simonne, bij Ramey denk ik altijd op de eerste plaats aan iemand met een prachtige stem zonder veel zeggingskracht helaas en verder aan zijn zo frequent ontblote tors.

  10. Simonne De Vos
    15 november 2013 at 08:56

    Beste Kersten,
    Wat bedoel je met weinig zeggingskracht? Ramey zong in meerdere talen met een goede uitspraak. Liet zich telkens bijstaan door een taalcoach. En dat ontblote bovenlijf…. in die tijd werd hij uitgeroepen tot de meest sexy operazanger! Je moet het maar doen hé?

  11. kersten
    15 november 2013 at 20:10

    Sorry beste Simonne, ik heb me onduidelijk uitgedrukt. De stem, techniek en de présence van prachtbas Ramey waren volmaakt. Alleen heb ik altijd gevonden dat hij meer met die stem zou kunnen acteren, zijn roluitbeelding bleef, in mijn oren, vaak wat vlakjes. Enne, wat zòu ik graag beschikken over zo`n tors, en stem natuurlijk. En vooral over zo`n maatje als Joyce.

  12. Rudy Polak
    18 november 2013 at 10:24

    Het is nu precies een week geleden dat ik het gevoel had dat ik op een bevoorrechte plek in de hemel zat te luisteren naar iets wat bovenaards was. Alle facetten wat deze fascinerende vorm van zangkunst voor het oor en het oog kan betekenen waren één en al pure schoonheid en ik denk dat het woord dat de lading zou moeten dekken nog moet worden uitgevonden. Mijn apotheose kwam na afloop van het concert, boven aan de door Joyce zo verfoeide podiumtrap. Ik stond daar oog in oog met haar en riep haar toe: “Madre diletta abbracciami” en deze uitnodiging werd spontaan gevolgd door een omhelzing en twee kussen op beide wangen. Ik denk dat ik mij vandaag maar weer eens ga douchen.

  13. d, tecker
    18 november 2013 at 11:34

    @RudyPolak: gelukkige herinneringen zijn niet weg te wassen!Dit mens, deze vrouw, deze zangeres, deze kunstenares is inderdaad de gulheid zelve. Ook deze keer in Amsterdam, haar voor de zesde maal live horende, besefte ik ten volle haar uniciteit. Onvergetelijk.