Operarecensie

Operadagen: Een avond Jean Cocteau

In het kader van de Operadagen Rotterdam bracht Opera O.T. de afgelopen drie dagen een voorstelling rond Jean Cocteau. Cora Burggraaf zong de door Francis Poulenc op muziek gezette monoloog La voix humaine, Michaël Bloos gaf een theatrale inleiding op Cocteau.

Poster van de productie van O.T. en Cora Burggraaf.
Poster van de productie van O.T. en Cora Burggraaf.

Michaël Bloos had de tekst voor zijn inleiding zelf geschreven. Op boeiende wijze leidde hij het publiek door het leven en werken van de Franse duizendpoot en multimedia-artiest avant la lettre Jean Cocteau.

Cocteau schreef zijn eenakter La voix humaine in 1928. Twee jaar later ging het stuk in première. Ingrid Bergman is één van de vele actrices die het op het toneel heeft gespeeld.

La voix humaine gaat over een vrouw die na een relatie van vijf jaar door haar minnaar is verlaten voor een andere vrouw. Zij spreekt met hem door de telefoon. We horen alleen wat zij zegt, maar kunnen daaruit veel opmaken van wat er door haar ex wordt ingebracht.

Al luisterend krijgt de toehoorder een goed beeld van wat ‘is geweest’. Een koppel in een latrelatie. Zij met een hond in haar eigen huis wachtend tot hij komt. Haar paniekaanvallen als hij later komt dan verwacht. Een kennelijk gebrek aan een eigen leven. Verlatingsangst die door excessieve bezitsdrang leidt tot verwijdering van de geliefde. Kortom: een persoon die we vandaag de dag een borderliner zouden noemen.

De nacht voor het gesprek heeft de vrouw een zelfmoordpoging ondernomen. Aanvankelijk verzwijgt zij dit en doet voorkomen alsof ze heel goed met de situatie overweg kan. Naarmate het gesprek vordert, regelmatig onderbroken door allerhande problemen met de verbinding, kan ze de schijn steeds minder goed ophouden, totdat ze uiteindelijk al haar wanhoop over hem uitstort. Het mag niet baten; hij vertrekt de volgende dag naar Marseille met een andere vrouw.

In 1958 bewerkte Francis Poulenc het stuk tot een opera in één akte. Op 2 juni van dat jaar was de pianoversie voltooid. De orkestratie volgde twee maanden later. Op 6 februari 1959 ging het werk in première in de Opéra Comique onder Georges Prêtre, met Denise Duval als de vrouw. Duval had eerder met veel succes de rol van Blanche gezongen in de Parijse première van Dialogues des Carmélites en was zeer ‘close’ met Poulenc, die zich naar verluidt naast Cocteau’s tekst ook heeft laten inspireren door haar stormachtige liefdesleven.

Cora Burggraaf vertolkt in deze productie van O.T. de rol van de vrouw. Na de Operadagen gaat ze ermee op tournee door het gehele land. In een interview met Place de l’Opera is daarover meer te lezen.

Burggraaf stelt in dat gesprek dat de vrouw in kwestie in het verleden vaak is neergezet als een ouder persoon, maar dat zij van mening is dat het een jonge vrouw betreft die voor het eerst een grote liefdescrisis meemaakt. Maar op grond van de tijd waarin het stuk ontstond, meen ik daaraan te mogen twijfelen.

Leeftijd is niet alleen afhankelijk van hoe je je voelt of tegen jezelf aankijkt. Het wordt ook sterk bepaald door de heersende maatschappelijke perceptie. Het beeld dat ik van deze vrouw heb, wordt sterk bepaald door de vertolking van de hoofdpersoon in Aimez vous Brahms, met Ingrid Bergman als het type veertigjarige vrouw waarop schrijfster Françoise Sagan het patent leek te hebben.

Overigens was Duval bij de première ook bijna veertig. Vandaag de dag wordt dat nog heel jong gevonden, maar in 1960 was veertig zo’n beetje de grens tussen heuvel op en heuvel af. Dat verklaart veel van de wanhoop in het stuk: alleen en verlaten, zonder maatschappelijke rol, met vermoedelijk als enige uitweg op zoek gaan naar een volgende minnaar die haar kan onderhouden.

Bij O.T. werd het stuk gespeeld in een klein decor, waarbij een live-filmopname in zwart-witbeelden op een groot scherm ernaast werd geprojecteerd. Hierop was ook de ondertiteling te zien. De lichaamstaal en prachtig verzorgde mimiek van Burggraaf was in deze uitvergroting schitterend te zien en de hele opzet had een grote toegevoegde waarde.

Burggraafs interpretatie sloot goed aan bij haar visie op de vrouw: een betrekkelijk jonge meid die voor het eerst een gebroken hart ervaart. Qua zang was het uitstekend. Hooguit kan worden opgemerkt dat ze er iets te florissant uitzag voor iemand die net een overdosis aan slaappillen heeft genomen…

Al met al een uitstekende voorstelling, waarin de theatrale inleiding en het muziekstuk een goed uitgebalanceerde eenheid vormden.

Vorig artikel

Operadagen: Macbeth als politieke actualiteit

Volgend artikel

Zürich: Monteverdi leeft en maakt indruk

De auteur

Peter Franken

Peter Franken