Operarecensie

Boesch en Quasthoff: meesters van het lied

Baritons Florian Boesch en Thomas Quasthoff zijn twee meesters van het lied. Dinsdag stonden ze samen in het Concertgebouw met gezongen en voorgedragen poëzie van Heinrich Heine. Een fascinerende avond met twee uitersten: aan de ene kant ongepolijst expressief, aan de andere kant klein en kalm.

Thomas Quasthoff. (© Bernd Brundert)
Thomas Quasthoff. (© Bernd Brundert)

Thomas Quasthoff (1959), begenadigd met een mooie, ronde baritonstem, beëindigde enkele jaren geleden zijn zangcarrière. Zijn lichamelijke beperkingen als softenonkind zorgden ervoor dat hij niet meer op hoog niveau kon zingen. Achter de geraniums zitten wil Quasthoff echter niet. Hij geeft les, dirigeert en treedt zelfs op als cabaretier. En bij Florian Boesch’ liedrecitals verzorgt hij literaire voordrachten.

Boesch (1971), die bekendstaat om zijn levendige manier van zingen, zong dinsdag dramatische liederen van Franz Schubert, Robert Schumann en Franz Liszt. Justus Zeyen begeleidde aan de piano. Eén van Boesch’ andere begeleiders, Malcolm Martineau, treedt altijd op als een gelijkwaardige metgezel. Zeyen was meer een volger. Hij speelde prima, maar Boesch muzikaal uitdagen deed hij niet.

Uit Romanzen und Balladen III van Schumann, die vol staan met liefdesergernissen en levensleed, zong Boesch enkele liederen, op zijn eigenzinnige dynamische manier. Van speels verongelijkt tot akelig woedend. Een voordracht van Quasthoff, gezeten achter een microfoon, was een welkom complementair moment. Hij sprak de soms luchtige poëtische teksten telkens mooi op toon uit.

Florian Boesch. (© Lukas Beck)
Florian Boesch. (© Lukas Beck)

Het is heerlijk om Boesch te zien zingen. Hij is een naturelle acteur. Maar te veel emotie laten zien kan averechts werken. Met name in de liederen van Liszt, zoals ‘Ein Fichtenbaum steht einsam’, was het te veel en klonk het niet in evenwicht met het spel van de piano.

Boeiend en betekenisvol was de voorgedragen lange tekst ‘Die Brautnacht’. Quasthoff pakte uit met mooie stembuigingen en toonzettingen. Zijn melodramatische stem riep bij mij het gevoel op alsof ik naar een Fassbinder-film keek. Was dit Franz in Berlin Alexanderplatz?

In de korte liederen waar de aanbidding van de geliefde belangrijk is, zoals in ‘Dein angesicht’ van Schumann, was Boesch op zijn best. Dit keer hield hij zijn emoties in. En waar je accenten op woorden verwachtte, deed hij dit net verrassend anders. Quasthoff zat ernaast met gesloten ogen, zichtbaar genietend. Een ontroerend schouwspel.

Vorig artikel

Met brengt nieuwe Manon Lescaut

Volgend artikel

Reinbert de Leeuw dirigeert Pessoa-cyclus

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.