Operarecensie

Thomas Hampson ‘walks the talk’

In de serie Nachtegalen van de jubilerende Doelen in Rotterdam stonden gisteravond Amsterdam Sinfonietta en bariton Thomas Hampson op het podium. Een samenwerking met een gouden randje. In een programma dat schoof van donker naar licht toonde Hampson zijn verbluffende kwaliteit in Duits en Amerikaans repertoire.

Thomas Hampson. (© Mark McDonald)
Thomas Hampson. (© Mark McDonald)

Hiervoor is De Doelen vijftig jaar geleden gebouwd: om musici van wereldniveau in het centrum van Rotterdam een podium te bieden. Sinds de opening van de zaal in mei 1966 worden musici van letterlijk alle gezindten omgeven door de witmarmeren ‘neuzen’ – de vakterm is ‘diffusors’ – die rond het podium zijn aangebracht. Er valt bij bepaalde concerten weleens te brommen op de effecten van de akoestiek, maar voor Amsterdam Sinfonietta leek de zaal op maat gemaakt.

Een zeldzame harmonie van hoge tonen van de violen en donkere tonen van de celli en bassen klonk bij het openingsstuk, het Strijkwintet opus 111 van Johannes Brahms. De klank van de strijkers bloeide in een rijke gelaagdheid, en daar kwam geen mengtafel aan te pas.

Het vierdelige werk was de opmaat voor het eerste optreden van bariton Thomas Hampson, die met het orkest deze dagen een vervolg geeft aan een eerdere tournee. Hij opende met de Vier ernste Gesänge van Brahms. Een geliefd stuk bij veel bassen en baritons en hun pianobegeleiders. Maar gisteravond in De Doelen klonk een compleet andere benadering.

Arrangeur David Matthews nam een reuzensprong van één piano naar bijna dertig strijkers en dat gaf het werk een ingrijpende restyling. Van lied naar kamermuzikaal orkestwerk: dat was de snelle conclusie toen de eerste verbazing was weggeëbd. Hampson was uitstekend bij stem en zette hoog in op alle niveaus waarop een liedzanger bij een recital werkt: zijn kleuring, intonatie, uitspraak, voordracht en presentatie gingen perfect samen. Hier klonk het resultaat van zijn lange loopbaan: een vanzelfsprekende perfectie.

Hampson is naast opera- en oratoriumzanger een fanatiek ambassadeur van het lied. In een interview dat ik voor de Place de l’Opera-uitgave Libretto een paar jaar geleden met de bariton had, zei hij: “Als je wat de ogen van de dichters door de eeuwen zagen en wat de oren van de componisten door de eeuwen hoorden samenbrengt, krijg je iets als een dagboek van het bestaan. De liedcanon is als een dagboek van culturen. (…) Het is een heel speciale samenwerking van poëet en componist, die samen iets zeggen over de betekenis van ons leven.”

Brahms bracht in de Vier ernste Gesänge zijn zorgen om Clara Schumann onder woorden en zette ze op muziek, puttend uit de Bijbel. Het eerste lied begint met het troosteloze “Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh” en de cyclus eindigt met “Nun aber bleibet Glaube, Hoffnung, Liebe, diese drei; aber die Liebe ist die größeste unter ihnen”. Dat gold hoorbaar ook voor de liefde van Hampson voor het lied.

In eenzelfde bezetting klonk na de pauze Dover Beach van Samuel Barber. Het werk uit 1931 is voor veel oren toegankelijk, met soms een hint van dreiging en subtiele disharmonie. In zijn eigen taal – Hampson werd geboren in Spokane, Washington – drukte de zanger zich met grote maar beheerste zeggingskracht uit.

Misschien moet je als zanger een zekere leeftijd hebben om de kalmte te vinden die past bij het bezingen van een beeld als de “pebbles, which the waves draw back”. Hampson is een vermaard zanger, geeft masterclasses waarvan de opnamen op internet te vinden zijn en toonde hier opnieuw dat hij doet wat hij predikt. Wat je noemt ‘walk the talk’.

Na een zeldzaam instrumentaal werk van Hugo Wolf werd het programma wat lichter. De muziek werd ritmischer en de toon een tikje zorgelozer. In wandeltempo klonk ‘Fussreise’, met – onderbroken door ‘Memnon’ van Schubert – een andere Mörike-lied van Hugo Wolf, ‘Auf einer Wanderung’. Bijna showy en dansant eindigde het programma met een beweeglijke Hampson in ‘Rattenfänger’, ook van Wolf, op een tekst van Goethe.

Na het slotapplaus volgden twee toegiften, kort ingeleid door Hampson, die liet weten dat het “great” was om terug te zijn in Rotterdam. Maar tegenover die paar seconden sterrenroutine stonden tijdens dit recital vele, vele minuten van klassieke ambachtelijkheid.

Je zou het heel veel andere zangers gunnen om een avond het podium te delen met Amsterdam Sinfonietta. Binnenkort hebben zowel Wende Snijders als Huub van der Lubbe met De Dijk dat genoegen. Op de wat langere termijn zingt Rufus Wainwright bij het orkest en over een jaar brengt Thomas Oliemans Das Lied von der Erde op enkele plaatsen in Nederland.

Het laatste optreden van Amsterdam Sinfonietta met Thomas Hampson is vanavond in TivoliVredenburg in Utrecht. Het wordt rechtstreeks uitgezonden door NPO Radio 4.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Ray, Aylin en Katie

Volgend artikel

Ono: "Een dirigent moet dienstbaar zijn"

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

1 Reactie

  1. Gerard
    13 april 2016 at 16:45

    Het was een memorabel en indrukwekkend concert! Hampson zuigt je als het ware de wereld van de dichter en componist binnen met zijn overtuigende zang en voordracht. En dit alles werd prachtig begeleid door de strijkers van Amsterdam Sinfonietta.