Operarecensie

Het Kanaal biedt scherp drama

Operadagen Rotterdam interpreteert het begrip ‘opera’ met milde wijdsheid, zo bleek zaterdag in een bijdrage van Muziektheater Transparant en Het Geluid Maastricht. In de voorstelling Het Kanaal werd voornamelijk gesproken.

Scène uit Het Kanaal. (© Koen Broos)
Scène uit Het Kanaal. (© Koen Broos)

Hunkeren aan Het Kanaal. Hunkeren naar een ander, beter leven. Dat Kanaal vormt de riskante barrière. Het is 38 kilometer breed, zit vol verraderlijke stromingen en er varen heel veel schepen.

Aan het vlakke Franse strand staan gelukszoekers uit Afrika en Azië te staren naar de overkant: het gedroomde paradijs dat Engeland heet. Je kunt het zien liggen. De vluchtelingen hebben barre tochten moeten maken om hier te komen. Maar dan. Een enkeling wil er zwemmend heen, zoals de naamloze Afrikaan in het theaterstuk Het Kanaal.

Is Engeland werkelijk zo’n paradijs? Aan de overkant staat een vrouw op de krijtrotsen, 162 meter boven het water van Het Kanaal. Zij werd geboren als jongen, maar wilde meisje zijn. Dat verlangen brengt zo veel ellende teweeg in haar leven dat ze besluit om het gedroomde paradijs te bereiken in de dood. Ze staat klaar om te springen. Zag ze het stipje in de verte op het Franse strand, de Afrikaan in wetsuit, klaar om het water in te duiken? Zag hij hoog op de krijtrotsen het stipje van de vrouw?

Tekstschrijfster Gaea Schoeters bracht beide personen samen in een dubbelmonoloog. Hij, gespeeld door Adams Mensah, en zij, in de persoon van Katelijne Verbeke, staan met enige tussenruimte naast elkaar, gezicht gekeerd naar de zaal. Ze doen beiden hun verhaal, in afwisseling. Als tussenwerpsels dienen teksten uit een deels teruggevonden toneelstuk van William Shakespeare over vluchtelingen die vanuit de Zuidelijke Nederlanden hun toevlucht zochten in Engeland.

Componiste Annelies Van Parys verwerkte de teksten tot een viertal solomadrigalen voor sopraan (Noomi Beeldens) en gitaar/luitbegeleiding (Maarten Vandenbemden). Zij vormen het inhoudelijke en muzikale contrapunt bij de gesproken monologen.

Sobere taal

De levensverhalen van de man en de vrouw zitten vol cynische, soms ook humoristische bespiegelingen. Bij de man over hoe vluchtelingen met elkaar omgaan tijdens hun bootreis van Afrika naar Europa, en over de waaghalzerij om in een wetsuit de zee te willen bemeesteren. Bij de vrouw hoe haar ouders reageerden – vooral de vader, voor wie voetbal een heilige mannensport is – en hoe op het werk de sluipende discriminatie een carrière onmogelijk maakte. Librettiste Schoeters schreef de monologen in krachtige maar sobere taal.

Vanuit het donker zetten beide personages hun verhalen in gang, indringend door de zachte, bijna terloopse vertelstijl. Hij in de typerende kleding van de stoere vluchteling: muts, jas en joggingbroek, staande op de vlakke vloer van een studiozaal in de Rotterdamse Schouwburg. Zij in een beige, seksloze regenjas, gezeten en geleund bij witte zetstukken die krijtrotsen symboliseren aan de rand van een golvende zee, verbeeld door uitgeklapte paraplu’s. In alle simpelheid leverde het theater onder hoogspanning op.

De Shakespeare-madrigalen die Annelies Van Parys in hoekige melodische lijnen vatte, zorgden voor een emotionele ontsnapping uit de tragiek van de man en de vrouw. Maar de inbreng leverde geen muziektheater, en zeker geen opera op. Wel drama dat dieper inkerfde dan menige tv-documentaire of krantenverslag.

Zie voor meer informatie over de voorstellingen in Rotterdam deze week de website van Operadagen Rotterdam.

Vorig artikel

Leiferkus en Golovneva geven liedrecital

Volgend artikel

Operadagen: kameropera over de Érards

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman