Operarecensie

Berlijners juichen voor Donose en Siragusa

Sir Peter Halls uitmuntende productie van La Cenerentola is terug bij de Deutsche Oper Berlin. De reprise is zeer geslaagd, met dank aan een sterrenduo: de wonderschone Cenerentola (Ruxandra Donose) en de prachtige Italiaanse prins Ramiro (Antonino Siragusa). Helaas moest Lorenzo Regazzo afhaken.

Ruxandra Donose (foto: Eugene Nicolcev).
Ruxandra Donose (foto: Eugene Nicolcev).

Wat is de beste productie die je in Berlijn kunt zien voor Kerstmis? Het is er eentje uit de import: de Cenerentola die in 2005 door het festival van Glyndebourne werd geproduceerd en die afgelopen mei voor het eerst te zien was bij de Deutsche Oper (en ook op dvd verschenen is, eveneens met Donose in de hoofdrol).

De productie staat nu weer op het programma, onder elegante en verfijnde leiding van Paolo Arrivabeni. Je hoeft jezelf niet voor te bereiden op vermoeiende of vreselijke ideeën van een of ander provinciaal regietheater. Laat je gewoon meevoeren door het verhaal, dat op een hartverwarmende, traditionele wijze wordt verteld door Sir Peter Hall. Hij gebruikt eenvoudige en prachtig variërende decors van Hildegard Bechtler.

Een trio van grote namen – de eersterangs Rossini-zangers Donose, Siragusa en Regazzo – zou in eerste instantie optreden tijdens deze reprise. Het zou de ultieme climax van een Rossini-maand in Berlijn betekend hebben.

Helaas moest de prachtige en onweerstaanbare bas Regazzo afzeggen (net als dat hij een paar weken terug afzei voor een Turco in München). Hij werd vervangen door de veel minder interessante Tiziano Bracci. Hij groeit en wordt beter, maar is simpelweg nog te jong om de rare vader (het oudste karakter uit de opera) te zingen.

‘Siragusa heeft alles dat essentieel is voor een tenore di grazia’

Niettemin, twee sterren op het toneel is nog steeds niet gek. Dames gaan voor, dus eerst Ruxandra Donose. Volgens mij is zij één van de weinige zangers waarvan je kunt zeggen dat ze voor een rol geboren is. Ze verpersoonlijkt de ‘ingenuo bontà’ (de onschuldige welwillendheid), de benaming die librettist Jacopo Ferretti gaf aan de contra-alt Righetti Giorgi, die de rol in 1817 creërde.

Donose’s Cenerentola is een groot plezier voor je oren. Los van het feit dat ik ieder woord dat ze zingt, zou kunnen notuleren, zijn het gevoel en de intensiteit die ze in haar zang legt wonderschoon. En ze is in staat om zoveel emotie op het publiek over te brengen dat ze het enorme applaus aan het einde zeker verdiende. Noemenswaardige noot: ze is live beter dan op dvd.

Het is niet vanwege patriottisme dat ik hetzelfde stel over de Siciliaanse Rossini-specialist Antonino Siragusa. Sommigen vinden zijn stem misschien onaangenaam vanwege zijn extreme helderheid. Voor mij verenigt Siragusa echter een natuurlijk fris timbre met een fantastische techniek, lenigheid in zijn coloraturen en panklare hoge noten, die hij intelligent gebruikt om zich uit te drukken. Anders gezegd: hij heeft alles dat essentieel is voor een ‘tenore di grazia’.

De rest van de cast verricht geen wonderen, maar levert wel een flink staaltje amusement dankzij het hoge artistieke niveau. De grappige en getalenteerde Nathan De’Shon Myers laat als Dandini geen mogelijkheid onbenut om te laten zien wat hij waard is. Hij combineert een goede stembeheersing en stilistische precisie met een subtiele, ironische klank in zijn entree-aria ‘Come un’ape ne’giorni d’aprlie’ – een klein meesterwerkje!

Van het ensemble van de Komische Oper kwam de Alidoro, met veel autoriteit vertolkt door de opmerkelijke Russische bas Dimitry Ivashchenko. Hij heeft meer training in het Italiaans nodig, maar zijn stem is eindelijk onder de aandacht van de casting director van de Deutsche Oper gekomen.

In de beroemde finale van de opera reikte Donose tot aan een prachtige hoge b, die klonk als de gouden kroon op de avond – en op de gehele Rossini-maand in Berlijn.

La Cenerentola is nog te zien op 17 december en 2 januari. Overtuig uzelf van de kwaliteiten van Siragusa met het filmpje hieronder (hij zingt in L’Italiana in Algeri in Turijn):

Alessandro Anghinoni doet regelmatig verslag van interessante producties in Berlijn. Hij is Italiaans maar woont sinds 2000 in Berlijn. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.

Vorig artikel

Futuristische Rheingold met supercast

Volgend artikel

Eerste bordspel over opera daagt uit

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

1 Reactie

  1. Kevin
    16 december 2009 at 16:31

    It is indeed a glorious production, though I personally thought the Cenerentola (fabulous voice, nop doubt about it) a little on the ‘boring’ side, too little sparkle à la Bartoli, who was simply more fun when she did it in Munich, years ago. But it’s true: if you are tired of Regietheater, this is the perfect christmas entertainment. Perhaps one day the DOB will offer all their Rossinis in a festival again… and include this lovely staging. (Plus SEMIRAMIDE with the absolutely stunning Eva Podles, please!)