Operarecensie

Hampson triomfeert in zwakke Tosca

Ook grote operahuizen als die in Zürich kunnen fouten begaan. De huidige Tosca-productie met Magee, Farina en Hampson in de hoofdrollen is de moeite van het bezoeken niet waard. Enkel de spannende directie van Nello Santi en de Scarpia van Hampson kunnen enigszins bekoren.

Thomas Hampson als Scarpia (foto: Suzanne Schwiertz).

In feite kunnen regisseurs uit twee strategieën kiezen als ze een opera produceren: de eerste is vasthouden aan het libretto, de tweede is het maken van hun eigen min of meer onverwachte en nieuwe interpretatie van het stuk. Alles daartussenin is normaal gesproken een kruising die voor mij verspilling van m’n tijd is. De ‘theater-in-het-theater’-misinterpretatie die Robert Carsen van Tosca gaf in Zürich, was zo’n kruising.

Vlak voor zijn executie zegt Cavaradossi dat hij zich geloofwaardig zal laten vallen, ‘come la Tosca in teatro’. Carsen gebruikte deze zin om alle actie in een theater te plaatsen. De eerste akte speelde zich af voor het optreden van Tosca, de tweede backstage, de derde op een leeg toneel, gezien vanuit het gezichtspunt van de zangers. Tosca’s zelfmoord was een sprong in de orkestbak.

Met eenzelfde concept creëerde Carsen vorig jaar een prachtige Ariadne auf Naxos, in een coproductie tussen München en Berlijn. Maar deze keer faalde zijn experiment.

Ik heb geprobeerd te begrijpen wat deze interpretatie voor nieuwe bijdrage kon leveren aan Puccini’s 110 jaar oude meesterwerk, maar ik kon niet op een antwoord komen. Wie is Scarpia? De intendant die jaloers is vanwege de liefdesaffaire tussen zijn prima donna en de decorschilder? Is de plot van Tosca niet meer dan een triviaal liefdesdrama?

Om bij mijn punt te komen: de enige opmerkelijke innovatie van Carsen is dat hij Tosca ‘Vissie d’arte’ laat zingen zonder de traditionele sofa om op neer te vallen.

Ik snap niet hoe een succesvol theater als Zürich geld besteedt aan zo’n productie, die duidelijk gedoemd is in de toekomstige seizoenen niet meer terug te keren. Als je het eenmaal gezien hebt, zul je nooit een tweede keer teruggaan. Het is in niemands belang om Tosca op zo’n manier te produceren.

Om het te vergelijken: de Deutsche Oper Berlin heeft een productie uit 1969, die ze tot in de eeuwigheid kunnen spelen, simpelweg door alleen de cast te veranderen.

Oude maestro

In eerste instantie was Paolo Carignani ingepland om deze serie voorstellingen te dirigeren, maar verrassend genoeg werd hij vervangen door de geweldige Nello Santi. Hij dirigeerde de partituur met zijn hart – typisch voor zo’n steunpilaar van de operawereld.

Emily Magee als Tosca (foto: Suzanne Schwiertz).

Vanaf mijn plaats op het tweede balkon was het een plezier om te zien hoe de oude man ieder afzonderlijk instrument in het orkest leidde, wat spectaculaire geestdrift, emoties en energie opleverde, zonder angst voor forte. Het ‘The Deum’ klonkt als ‘Dies ira’!

De persoonlijkheid en muzikale volwassenheid van Santi werden duidelijk in de vrijheid waarmee hij tempi koos en in het spannende spel tussen dramatische versnellingen en lyrische vertragingen, een spel dat de avond levendig hield.

Wat de zang betreft, hoorden we een groep van drie bekende Amerikaanse artiesten in de hoofdrollen. Franco Farina (ja, een Amerikaan) voldeed niet aan de verwachtingen. Zijn Cavaradossi was net zo onelegant in zijn frasering als weinig subtiel en ongecontroleerd in zijn klank, vaak onnauwkeurig in zijn intonatie en bovenal grof in zijn interpretatie. Zijn ‘Recondita armonia’ was bijvoorbeeld een duidelijke dissonant.

Als excuus mag gezegd worden dat het karakter van de republikeinse schilder die we kennen uit het libretto niet de minste kans kreeg om tot leven te komen in deze productie, dus het is geen wonder dat de arme zanger geen idee had hoe hij zich op het toneel moest gedragen.

Emily Magee had als de diva Tosca een paar bijzondere momenten, maar om eerlijk te zijn vond ik haar één van de meest onpersoonlijke, anonieme en niet-interessante Tosca’s die ik ooit heb gehoord. Ik hou van sorpanen als Georgina von Benza die enorme spanning en passie in hun rol leggen.

De kracht van Magee is dat ze erg veelzijdig is. Ze wordt gecast voor alles, van Mozart tot Wagner. Maar het gebrek aan verfijning en diepgang in haar Tosca is daar onvermijdelijk de prijs van. Ze liet geen enkele keer een borsttoon horen, zelfs niet in de zin ‘È morto, or gli perdono’, een zin die daardoor zo leeg klonk als maar kan. Haar begin van ‘Vissi d’arte’ was weifelend en haar frasering van Puccini’s populairste romanza zat vol tegenstrijdigheden.

Ik weet niet of deze problemen kwamen door een gebrek aan repetitietijd met de last-minute-maestro. Misschien dat zijn directie niet alleen verrassend was voor mij, maar ook voor Cavaradossi en Tosca.

Hoe dan ook, alleen Thomas Hampson (Scarpia) leek te begrijpen wat Santi in gedachten had. Met zijn rijke stem en flexibele techniek kon hij reageren op de uitdagingen die het orkest hem gaf, bijvoorbeeld door lange zinnen en plotselinge oplevingen goed met zijn adem te ondersteunen.

Een triomf voor Hampson. Om met Tosca te spreken: ‘Ecco un artista!’

Alessandro Anghinoni is correspondent van Place de l’Opera in Berlijn en Zürich. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.

Vorig artikel

Westbroek zingt fraaie Wally in Matinee

Volgend artikel

Boos publiek onderbreekt Chénier in Madrid

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

4Reacties

  1. Basia Jaworski
    1 maart 2010 at 17:11

    Funny ….
    I know the production very well, it isn’t new. I saw it twice in Antwerp, for the first time almost 20 (sic!) years ago.
    The very first time was with Fabio Armiliato, then totally unknown. Scarpia was sung by Falk Struckman and Tosca was Karen Huffstodt.
    I_LOVED_ the production, for me it made sense: Tosca was diva, and as such in love only with herself.
    Vissi d’Arte was done _fantastic_ with Scarpia applauding Floria after she finished her aria.
    I don’t know if Carsen made some changes since, of course …..

  2. Lieneke
    1 maart 2010 at 22:41

    Ik heb deze productie 20 jaar geleden niet live gezien in Antwerpen, maar wel opgenomen en vaak teruggezien. Heb het altijd een geweldige enscenering gevonden. Vorig jaar heb ik de productie in Zurich gezien met Thomas Hampson, Emily Magee en Jonas Kaufmann. Voor mij was de productie nog steeds even sterk als 20 jaar geleden en als ik geen andere dingen te doen had, was ik nu weer gegaan. Ik hoop nog een keer de kans te krijgen!

  3. Basia Jaworski
    1 maart 2010 at 22:51

    Ik ook!
    Voor mij toch één van de beste Tosca producties (en ik heb er heel wat gezien!) in mijn leven!

  4. Kevin
    2 maart 2010 at 02:01

    Since I live in Berlin, I know what Alessandro means regarding the Deutsche Oper production… it’s timeless. And when you have great singers, it works wonders. (Kaufmann did it here, and Urmana etc. Always creates magic, in an old fashioned way.) I wonder if this Carsen will outlast time the same way.