Operarecensie

Le Vin Herbé zit vol beklemmende passie

De Nederlandse scenische première van Le Vin Herbé doet het thema van Operadagen Rotterdam – ‘Passie’ – veel eer aan. De voorstelling is één grote teug beklemmende, gepassioneerde muziek, uitgevoerd door een dozijn indringende zangers en een klein maar expressief ensemble.

Le Vin Herbé is een oratorium van de hand van Frank Martin (1890-1974). In het werk vertellen twaalf zangers de beroemde liefdesgeschiedenis van Tristan en Isolde, begeleid door zeven strijkers en een piano.

De muziek van de Zwitserse componist wordt niet vaak opgevoerd. Opera O.T. nam samen met het ensemble Domestica Rotterdam echter de moeite om Le Vin Herbé in geënsceneerde vorm op het toneel te zetten. Absoluut geen vergeefse moeite, want de productie bewijst overtuigend dat Martins muziek zeer beluisterenswaardig is.

Affichefoto van Le Vin Herbé (foto: Maarten Evenhuis).

De voorstelling intrigeert me van begin af aan en daar heeft de intieme opstelling in het O.T. Theater zeker een aandeel in. De zangers komen heel dichtbij, zodat geen gezichtsuitdrukking en geen noot je ontgaat. Het vraagt nogal wat lef van de cast, maar die heeft dat zeker in huis. Ze staren je zonder blikken of blozen aan, wat je op een indringende manier in het verhaal betrekt.

Nog veel indringender is de muziek. Martins beklemmende klanken, vol heftige emoties en spannende hoogtepunten, worden prachtig gespeeld door Domestica Rotterdam, een ensemble van leden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Wim Steinmann. Het is in feite honderd minuten lang je adem inhouden, want het drama slaat als één grote golf emoties over je heen. Je kunt je pas ontspannen als de laatste noot geklonken heeft.

Vocaal komt de muziek eveneens goed uit de verf. Tien zangers vertellen samen het verhaal, terwijl twee zangers het verhaal echt spelen (Tristan en Isolde). De vertellers zingen betrokken, spannend en doorleefd. Af en toe neemt één van hen een rol aan in het verhaal. Heftig is daarbij de vertolking die Nicola Mills geeft van Branghien en erg fraai is Frans Fiselier als koning Marc.

Philippe Do en Yvette Bonner acteren diepgaand de rollen van Tristan en Isolde. Qua zang vind ik Bonner wat weinig om het lijf hebben, maar Do weet geweldig de spanning op te bouwen, in het begin door hartstochtelijke zang, aan het einde door een intense sterfscène. Soms lijkt hij wel erg op zijn stem te duwen om effect te bereiken, maar de emotie is er.

De regie van Mirjam Koen en Gerrit Timmers volgt op eenvoudige wijze de oratoriumstructuur. De tien vertellende zangers bouwen als het ware het verhaal rond Tristan en Isolde, soms door letterlijk met attributen en decorstukken te slepen. Ze zijn als het ware een derde persoon die diep meeleeft met het lot van de twee ongelukkige geliefden. Dat zorgt er bij mij voor dat ook ik dichter betrokken raak op het verhaal.

Bij sommige scènes kun je je afvragen of de regie heel veel toevoegt, maar zeker in de laatste akte heeft het naar mijn idee veel meerwaarde dat er niet alleen gezongen, maar ook geacteerd wordt. Het trieste einde van het liefdespaar krijgt zo extra veel impact. Een impact die duidelijk maakt dat je voor een mooie Tristan en Isolde echt niet verplicht bent 300 minuten Wagner uit te zitten. 100 minuten Martin kan voor net zoveel ontroering zorgen. Komt dat zien.

Le Vin Herbé is tot en met 6 juni nog drie keer te zien. In september wordt de productie nog tweemaal in het O.T. Theater opgevoerd, waarna het op tournee gaat door het land. Zie voor meer informatie de website van Operadagen Rotterdam of van het O.T. Theater.

Vorig artikel

Matinee voert Górecki’s klaagliederen uit

Volgend artikel

Eerste opera Raskatov in wereldpremière

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.