Operarecensie

Tausk debuteert met wankel Verdi-requiem

Het ging het Nederlands Philharmonisch Orkest niet voor de wind in de voorbereiding op drie uitvoeringen van het requiem van Verdi. Dat zal ongetwijfeld één van de oorzaken zijn waarom het concert me niet kon overtuigen. Het imposante werk stond niet stevig in haar schoenen.

Otto Tausk (foto: Hans van der Woerd).

In eerste instantie zou chef-dirigent Yakov Kreizberg het Nederlands Philharmonisch Orkest (NedPhO) leiden tijdens drie uitvoeringen van Verdi’s requiem. Om medische redenen moest hij echter verstek laten gaan. De Nederlandse dirigent Otto Tausk (chef van Holland Symfonia) viel voor hem in.

De eerste uitvoering van de drie, gisteravond (12/6) in het Concertgebouw, betekende voor Tausk tevens zijn debuut bij het NedPhO, een debuut dat hij eigenlijk pas volgend seizoen zou maken.

Tot overmaat van ramp viel ook de Deense bas Stephen Milling vanwege ziekte uit. Hij werd vervangen door de Russische bas Stanislav Shvets.

Gezien deze voorgeschiedenis was het logisch dat niet alles spik en span in orde was. Toch is het de vraag of de matige kwaliteit louter aan ziekte te wijten was. Er waren voor mij te veel ‘ongeregeldheden’ om werkelijk van het meesterwerk te genieten.

Het zat hem bijvoorbeeld in kleine dingetjes als ongelijke inzetten en afsluitingen. Verder vond ik de dynamiek niet altijd even helder en stopte Tausk wel erg veel legato in het stuk. Delen als het ‘Sanctus’ en het ‘Libera me’ misten daardoor pit en vuur.

De solisten leken daarnaast hun partij niet helemaal meester te zijn. Het klonk in elk geval regelmatig alsof ze door de muziek meegesleurd werden, in plaats van dat ze de noten naar hun hand konden zetten. Ze zongen soms slecht geïntoneerd en vielen in hun frasering en dynamiek uit de toon bij het koor en orkest.

Alt Katarina Karnéus zong, met name in het begin, erg kortademig en daardoor onrustig. Sopraan Majella Cullagh had moeite haar melodieën vloeiend te brengen, omdat ze haar handen vol had aan hard zingen en de hoogte halen. Bas Stanislav Shvets zat er soms naast en tenor Dennis O’Neill kon zijn mooie muzikale ideeën simpelweg niet uitdrukken in zijn zang (het zal de leeftijd wel zijn).

Natuurlijk waren er ook fraaie momenten. Het ‘Dies irae’ dat telkens terugkeerde, was van groots geweld, de strijkers waren zeer dramatisch in ‘Confutatis maledictis’ (waar ook de bas een stuk beter was), de sopraan liet haar hoge noten af en toe prachtig rondzingen door de zaal en de laatste climax in het ‘Libera me’ had zeker impact, met dank ook aan het Nederlands Concertkoor, dat een prima avond beleefde. Die momenten wogen voor mij echter niet op tegen de vele andere, wankele passages.

Verdi’s requiem is bijzonder pittig, maar als het goed uitgevoerd wordt, is het van hemelse schoonheid. Dat was gisteravond in het Concertgebouw helaas niet het geval.

Het requiem van Verdi is nog tweemaal te zien, op 14 en 15 juni in het Concertgebouw. Zie voor meer informatie de website van het Nederlands Philharmonisch Orkest.

Vorig artikel

Youtube-portret: Una furtiva lagrima

Volgend artikel

Victorian Opera haalt Lurline uit het slop

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.